Geen onderzoek naar 3 journalisten

25 december 2022 Knipselkrant Curacao KKC

GevMinCarlson Manuel (rechts) klaagde op 25 maart 2022 in Nederland journalisten Godfried Adem, Rene Zwart en Nardy Cramm aan

Het Openbaar Ministerie gaat geen strafrechtelijk onderzoek instellen tegen de drie journalisten tegen wie de Curaçaose gevolmachtigde minister Carls Manuel een klacht had ingediend. In maart van dit jaar heeft Manuel…

Geen onderzoek naar 3 journalisten

Manuel deed in maart dit jaar aangifte bij de politie in Den Haag tegen de Curaçaose blogger Godfried Adem, hoofdredacteur van de nieuwswebsite Knipselkrant Nardy Cramm en eigenaar van de nieuwswebsite DossierKoninkrijksrelaties. nl René Zwart.

De gevolmachtigde minister beschuldigde de drie journalisten ervan in hun mediaberichten beledigend en respectloos te zijn jegens hem en zijn familie. Volgens Manuel maken de journalisten zich schuldig aan laster en aantasting van zijn goede naam door te stellen dat de gevolmachtigde minister familie en vrienden heeft ingehuurd en door te twijfelen aan zijn bekwaamheid om zijn werk te doen.

De nieuwste mobiele operator van Syrië heeft een verborgen link met de Revolutionaire Garde van Iran

9 december 2022 door Rana Sabbagh (OCCRP), Lara Dihmis (OCCRP), Sami Shahrour, Karam Shaar (Opensyr.com), Alexander Dziadosz (OCCRP) en Jacob Greenwald

De vergunningverlening door Syrië aan een derde mobiele operator, Wafa Telecom, leek op een zoveelste poging van de autoriteiten om de controle over de lucratieve telecomsector over te nemen. Maar de regering-Assad gebruikt de vergunning mogelijk ook om haar bondgenoot Iran te compenseren.

Belangrijkste bevindingen

  • De nieuwste mobiele operator van Syrië is gedeeltelijk eigendom van een Maleisisch bedrijf met meerdere banden met de Revolutionaire Garde van Iran.
  • De Iraanse banden van de operator werden verdoezeld door een ondoorzichtige eigendomsstructuur.
  • Tot 2019 was het Maleisische bedrijf rechtstreeks eigendom van een Iraniër die dit jaar door de VS werd gesanctioneerd wegens het faciliteren van olieverkopen voor de Revolutionaire Garde. Twee van de Maleisische officieren van het bedrijf zijn ook verbonden aan firma’s die zijn bestraft wegens steun aan de Revolutionaire Garde.
  • Een andere belangrijke aandeelhouder van de nieuwste operator is de assistent van Bashar Al-Assad, Yasar Ibrahim.

De nieuwste mobiele operator van Syrië heeft een verborgen link met de Revolutionaire Garde van Iran

Toen Syrië begin dit jaar zijn lang uitgestelde derde gsm-licentie uitgaf aan een weinig bekende operator, bazuinden ambtenaren dit uit als een moment van “grote hoop” voor een sector die werd geteisterd door een decennium van oorlog en sancties.

Maar als het ging om het noemen van de figuren achter dit bedrijf, Wafa Telecom, is de Syrische regering terughoudender. Sinds Wafa in februari zijn vergunning kreeg, hebben de autoriteiten weinig gezegd over de eigenaren van het bedrijf, behalve dat het “nationale” bedrijven zijn, dat wil zeggen Syrische.

In werkelijkheid omvatten de aandeelhouders van Wafa niet alleen buitenlandse investeerders, die investeerders hebben meerdere banden met Irans machtigste militaire instantie, de Islamitische Revolutionaire Garde (IRGC), een onderzoek door OCCRP en het Observatory of Political and Economic Networks, een non  profit onderzoeksinstelling, heeft gevonden.

Een van de eigenaren van Wafa is een Maleisisch bedrijf, dat tot 2019 rechtstreeks eigendom was van een functionaris van de Revolutionaire Garde, blijkt uit bedrijfsgegevens. Twee van de huidige bedrijfsfunctionarissen van het Maleisische bedrijf zijn ook gelinkt aan bedrijven die zijn bestraft voor het steunen van de Revolutionaire Garde.

Een Syrische zakenman en een voormalige regeringsfunctionaris met directe kennis van de sector vertelden OCCRP ook dat Iran betrokken was bij de nieuwe operator, waarbij iemand het expliciet noemde “een partnerschap tussen de Syrische regering en de Revolutionaire Garde”.

Iran, een belangrijke aanhanger van president Bashar Al-Assad tijdens de oorlog, heeft duidelijk gemaakt dat het een economische terugverdientijd verwacht voor zijn steun. De afgelopen jaren heeft het belangen gevestigd in onder meer het Syrische onroerend goed, de havens en de lucratieve fosfaatsector .

Joseph Daher, een professor aan het European University Institute, zei dat de betrokkenheid van aan Iran gelieerde figuren bij de nieuwe operator “de toenemende invloed van Iran in de Syrische economie” aantoonde en “tot op zekere hoogte een nieuw verlies van soevereiniteit door het Syrische regime” vertegenwoordigde. aan zijn bondgenoten.”

De onthullingen kunnen ook alarm slaan bij de regionale tegenstanders van Teheran, gezien het belang van de telecommunicatiesector voor het verzamelen van inlichtingen. Verschillende mogendheden hebben ingegrepen in de veelzijdige burgeroorlog in Syrië. Russische, Turkse en Amerikaanse troepen worden in verschillende delen van het land ingezet en Israël voert regelmatig luchtaanvallen uit.

Wafa Telecom, het Syrische ministerie van Communicatie en Technologie, de Syrische telecommunicatieregulator en het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken hebben niet gereageerd op verzoeken om commentaar.

Irans lang gevestigde interesse

Toen Syrië in 2010 offertes opvroeg voor een derde mobiele licentie, zou dat een keerpunt moeten zijn in de liberalisering van een economie die lang door de staat werd gedomineerd. Internationale reuzen, waaronder France Telecom en Etisalat uit de Verenigde Arabische Emiraten, hebben biedingen uitgebracht. Dat deed ook een Iraans bedrijf, dat door Syrische economische experts en mediaberichten werd geïdentificeerd als het Mobin Trust Consortium, een aan de Revolutionaire Garde gelieerd conglomeraat dat is goedgekeurd door de EU en het VK

De gesprekken verliepen langzaam terwijl autoriteiten en bieders onderhandelden over voorwaarden. Voordat ze zich konden vestigen, brak er in maart 2011 een volksopstand uit in Syrië en werd de vergunning voor onbepaalde tijd in de wacht gezet. Toen de opstand uitgroeide tot een volwaardige burgeroorlog, steunde Iran het regime van Assad door milities te financieren en miljarden dollars aan economische en militaire hulp te verstrekken.

De telecommunicatiesector is in die tijd geld blijven verdienen, ondanks een scherpe daling van de economische activiteit als gevolg van het conflict. In 2021 betaalden de twee bestaande operators van het land, Syriatel en MTN Syria, samen de regering ongeveer 130 miljard Syrische ponden – ter waarde van ongeveer $ 38 miljoen tegen de gemiddelde zwarte markttarieven op dat moment – ​​als het “deel van de staat” van de inkomsten.

Een Syriatel-winkel in Damascus
Krediet: Reuters/Alamy Stock Photo
Een Syriatel-winkel in Damascus.
 

Dat maakt de sector aantrekkelijk voor Iran. In januari 2017 bezocht de Syrische premier Imad Khamis Iran en ondertekende een memorandum van overeenstemming om de derde mobiele licentie te verlenen aan de Mobile Telecommunications Company of Iran, of MCI, die tot 2018 gedeeltelijk eigendom was van de Revolutionaire Garde via het Mobin Trust Consortium.

Maar om onduidelijke redenen kwam die deal nooit tot stand. Verklaringen van Syrische functionarissen in de media suggereerden dat ze andere opties overwogen. Ze gaven geen reden, maar Daher wees erop dat de sector bijzonder gevoelig was vanwege het gebruik ervan bij bewakingsoperaties.

“In het verleden gingen er geruchten dat de Syrische veiligheidsdiensten nogal ongerust waren over het vooruitzicht dat de IRGC toegang zou krijgen tot het telecommunicatienetwerk van het land”, zei hij.

Jihad Yazigi, een econoom en hoofdredacteur van de economische publicatie The Syria Report, wees er ook op dat er naar verluidt verzet was geweest van Assads neef Rami Makhlouf, de mede-eigenaar van de operator Syriatel, die niet wilde dat MCI de in het marktaandeel van Syriatel of zijn nationale roamingsysteem gebruiken.

In de loop van de volgende jaren nam de krappe regering van Assad maatregelen om de controle over de twee bestaande operators te doen gelden. Vanaf medio 2020 beschuldigden de autoriteiten Syriatel en MTN Syria ervan tientallen miljoenen dollars aan achterstallige belastingen verschuldigd te zijn en, toen ze weigerden te betalen, plaatsten ze ze onder de controle van door de staat aangestelde ‘bewaarders’.

Wafa komt de scène binnen

Toen Wafa Telecom de lang uitgestelde derde licentie kreeg – evenals een driejarig monopolie om het eerste snelle 5G-netwerk van het land te beheren en toestemming om de bestaande netwerken van de twee andere operators te gebruiken – leek het slechts een uitbreiding van de inspanningen van het regime om de sector onder controle te krijgen.

Ver verwijderd van de wereldspelers die ooit naar Syrië keken, was de nieuwe operator pas in 2017 opgericht. Ongeveer 48 procent van zijn aandelen was in handen van een Syrisch bedrijf genaamd Wafa Invest, mede opgericht door een jonge presidentiële assistent genaamd Yasar Ibrahim. nu 39, die volgens The Washington Post een sleutelrol speelde in de “maffia-achtige” overname van de Syrische telecomoperatoren.

Ibrahim – die door de VS, de EU en het VK is gesanctioneerd omdat hij optrad als de financiële gevolmachtigde van Assad – reageerde niet op verzoeken om commentaar die via het Syrische presidentiële mediabureau waren verzonden.

In 2021 werd het belang van Wafa Invest teruggebracht tot 28 procent en werd 20 procent gegeven aan het staatsbedrijf Syrian Telecom, waardoor de Syrische regering een directe partner in de onderneming werd.

De overige 52 procent was in handen van een ondoorzichtig bedrijf genaamd Arabian Business Company (ABC), geregistreerd in oktober 2019 in de vrijhandelszone van Damascus, waar de openbaarmakingsvereisten beperkt zijn.

Wafa Telecom-infographic
Credits: James O’Brien/OCCRP
 

Syrische functionarissen hebben geweigerd de eigenaar van ABC te identificeren. In openbare verklaringen hebben ze het gekarakteriseerd als een “nationaal bedrijf”, wat impliceert dat het eigendom was van Syriërs, zonder meer te zeggen. Maar uit een door verslaggevers verkregen registratiedocument blijkt dat deze verklaringen misleidend waren.

Op het eerste gezicht geeft de bedrijfsregistratie van ABC – verkregen van het Syrische ministerie van Economie en Buitenlandse Handel – weinig indicatie van Iraanse betrokkenheid. De aandeelhouders worden vermeld als een Syrische zakenman en een Maleisisch bedrijf genaamd Tioman Golden Treasure, opgericht in februari 2013.

Wafa Telecom-infographic
Credits: James O’Brien/OCCRP
 

Bij nadere beschouwing blijkt dat Tioman geen gewoon telecominvesteringsvehikel is en in feite meerdere connecties heeft met de Revolutionaire Garde.

Tot augustus 2019, ongeveer een jaar voordat ABC werd geregistreerd, was 99 procent van de aandelen van Tioman in handen van een door de VS gesanctioneerde Iraniër genaamd Azim Monzavi, blijkt uit Maleisische gegevens. In hun sanctiebevel, uitgevaardigd in mei van dit jaar, omschrijven de VS Monzavi als “een IRGC-functionaris die olieverkoop faciliteert namens de IRGC”, inclusief het faciliteren van oliedeals tussen Iran en Venezuela.

 

De geboortedatum van Azim Monvazi komt overeen met de Maleisische bedrijfsdocumenten en het Amerikaanse sanctiebevel.

onderzoeken/Vergelijking-A1.png
 
onderzoeken/Vergelijking-A2.png
 
onderzoeken/Vergelijking-A3.png
 

De verbindingen hielden daar niet op. De eigenaar van de resterende één procent van de aandelen van Tioman, een Maleisiër genaamd Jusephen Binti Antahamin, is ook aandeelhouder van een oliebedrijf genaamd PetroGreen Co. In 2013 werd PetroGreen door de VS gesanctioneerd omdat het optrad als een “primary procurement agent” voor Khatam. -al Anbiya, een Iraans ingenieursconglomeraat gecontroleerd door de Revolutionaire Garde.

Wafa Telecom-infographic
Credits: James O’Brien/OCCRP
 

Een aparte aanvraag vermeldt een andere Maleisiër, Chan Che San, als secretaris van Tioman. Chan, een gecharterde secretaris, werd ook vermeld als secretaris voor PetroGreen, evenals voor een ander Maleisisch bedrijf genaamd Green Wave Telecommunication.

In 2015 werd Green Wave aangeklaagd door de Amerikaanse districtsrechtbank voor het district Minnesota voor het verwerven van “gevoelige exportgecontroleerde technologie” van de Verenigde Staten voor Iran. Een van de schuldige pleidooien van de beklaagden zei later dat deze technologie via Maleisië was verzonden naar Fana Moj, een bedrijf dat door de VS is gesanctioneerd wegens het verlenen van steun aan de Revolutionaire Garde. Green Wave zelf werd in 2018 gesanctioneerd.

Voorafgaand aan de oprichting van ABC werd het belang van 99 procent van Monzavi in ​​Tioman overgedragen aan een andere Iraanse investeerder genaamd Amir Mohammadi. Zowel Monzavi als Mohammadi waren geregistreerd onder hetzelfde adres, dat ook werd gebruikt als het zakelijke adres van Tioman, in een commerciële en woontoren in Kuala Lumpur.

Hoewel verslaggevers geen directe link konden leggen tussen Mohammadi en de Revolutionaire Garde, tonen documenten aan dat dit niet de eerste keer was dat hij en Monzavi samen zaken deden – of met een bedrijf dat banden had met de gesanctioneerde Maleisische firma PetroGreen.

Wafa Telecom-infographic
Credits: James O’Brien/OCCRP
 

Zowel Monzavi als Mohammadi verschijnen als aandeelhouders in een in Istanbul geregistreerd bedrijf genaamd Energy Development, dat in 2010 werd opgericht door PetroGreen en zijn manager, Hossein Vaziri, die ook door de VS werd gesanctioneerd wegens “handelen of beweren te handelen voor of namens , direct of indirect, de IRGC.”

Uit Turkse bedrijfsgegevens blijkt dat Monzavi Energy Development in 2013 heeft overgenomen en in 2019 heeft overgedragen aan Mohammadi.

Een infographic met de connecties van Tioman met Iran
Credits: Edin Pašovic/OCCRP
 
De aandeelhouders en functionarissen van Tioman hadden meerdere connecties met gesanctioneerde entiteiten.

Bovendien deelden PetroGreen, Green Wave, Tioman en een vierde bedrijf, Asialink – waar Monzavi, Mohammadi, Chan en Antahamin ook als officieren worden vermeld – allemaal hetzelfde geregistreerde adres: een postbus in Kuala Lumpur op minder dan een mijl van Tioman’s bedrijfsadres.

Vier Maleisische bedrijven, waaronder twee gesanctioneerd wegens banden met de Revolutionaire Garde, deelden hetzelfde geregistreerde adres.

onderzoeken/Vergelijking-B1.png
 
onderzoeken/Vergelijking-B2.png
 
onderzoeken/Vergelijking-B3.png
 
onderzoeken/Vergelijking-B4.png
 

Irene Kenyon, een voormalig inlichtingenofficier bij het Amerikaanse ministerie van Financiën en nu directeur risico-informatie bij het adviesbureau FiveBy Solutions, zei dat Tioman veel kenmerken had van een dekmantelbedrijf: een vaag zakelijk doel, overlappende adressen, weinig online aanwezigheid voor zijn sleutelfunctionarissen, en weinig beursgenoteerde werknemers ondanks dat ze bijna tien jaar bestaan.

“Dit alles gecombineerd, het schreeuwt ‘shell of dekmantel’,” vertelde ze aan OCCRP, eraan toevoegend dat de vele banden tussen de officieren van Tioman met Monzavi en andere gesanctioneerde entiteiten “schreeuwen “Iran”, op zijn minst, zo niet “IRGC. ‘”

OCCRP deed herhaaldelijk pogingen om Monzavi, Mohammadi, Antahamin en Chan te bereiken via spraak, sms en e-mail met behulp van telefoonnummers en e-mailadressen die aan hen zijn gekoppeld in de bedrijfsadministratie. Chan weigerde commentaar te geven. De anderen reageerden niet.

🔗Waarom Maleisië?

In de afgelopen jaren is Maleisië uitgegroeid tot een hub voor Iraanse agenten die Amerikaanse sancties willen omzeilen en militaire goederen en gevoelige technologie willen aanschaffen.

Sanctiebrekers begonnen hun focus te verleggen naar Maleisië en andere Zuidoost-Aziatische landen nadat de Verenigde Arabische Emiraten, een ander populair knooppunt, in samenwerking met de VS in 2007 hardhandig tegen hen begonnen te optreden.

In 2010 ontdekte een rapport van de Amerikaanse regering dat Maleisië en Singapore samen goed waren voor maar liefst een vijfde van de gevallen waarin Iraniërs op illegale wijze militaire en andere goederen uit de VS hadden gekocht

Maleisië werd gedeeltelijk populair vanwege lakse regelgeving en handhaving, evenals goede vervoersverbindingen, zei Daniel Salisbury, een senior research fellow aan King’s College London, die een studie uit 2018 over dit onderwerp schreef .

Gezien de rol die persoonlijke connecties en lokale kennis spelen bij het ondersteunen van netwerken die sancties doorbreken, is het niet verwonderlijk dat gesanctioneerde Iraniërs en anderen met connecties met de Revolutionaire Garde Maleisië zouden blijven gebruiken, vertelde hij aan OCCRP.

“Veel van de factoren die Maleisië de afgelopen decennia tot een aantrekkelijk ‘hub voor derde landen’ hebben gemaakt, zijn nog steeds aanwezig,” zei hij.

Economische terugverdientijd

Een voormalige Syrische functionaris met directe kennis van de telecommunicatiesector, die om anonimiteit vroeg uit angst voor zijn veiligheid, vertelde OCCRP dat de meerderheidsaandeelhouder van Wafa Telecom, ABC, was opgericht in de vrijhandelszone van Damascus, deels om de betrokkenheid van Teheran te maskeren. “Ze hebben er alles aan gedaan om de Iraanse eigendom te verbergen”, zei de voormalige functionaris.

Analisten wezen op verschillende redenen waarom de Iraanse autoriteiten elke investering in de Syrische telecomsector zouden willen verhullen, bijvoorbeeld om te voorkomen dat ze de aandacht trekken van sanctiehandhavers, of om klanten niet af te schrikken die op hun hoede zouden kunnen zijn voor een telefoonnetwerk dat is aangesloten bij een buitenlandse militaire macht.

Syrian Telecom-gebouw in Aleppo
Krediet: Sipa US/Alamy Stock Photo
Syrian Telecom gebouw in Aleppo, Syrië.
 

“Over het algemeen gesproken heeft de IRGC, voor zover ik weet, niet in het openbaar gesproken over enig project waarbij het betrokken is in Syrië, en in het algemeen zijn de Iraniërs voorzichtig om delen van hun operaties in Syrië te verbergen,” Yazigi, de econoom en Syria Report redacteur, vertelde OCCRP. “Het verbaast me niet dat ze over het algemeen onopvallend zijn.”

Toch heeft Syrië een sterk motief om zijn dankbaarheid aan Iran te tonen nadat het Assad heeft geholpen het lot van zijn tegenhangers in Tunesië, Libië, Jemen en Egypte te vermijden. In mei 2020 zei een prominente Iraanse wetgever, Heshmatollah Falahatpisheh, dat de totale kosten van de steun van Iran aan Syrië tussen de $ 20 miljard en $ 30 miljard bedroegen – en dat ze verwachtten dat ze zouden worden terugbetaald.

Syrische functionarissen hebben gehoor gegeven aan dergelijke verklaringen, althans in retoriek. In mei van dit jaar vertelde Fahed Darwich, hoofd van de Syrisch-Iraanse Kamer van Koophandel, aan een door de staat gerunde tv-zender dat “onze zus Iran in alles een zus is”.

“Toen we in oorlog waren, vochten we samen. Ze stonden ons bij gedurende de oorlog en gedurende onze economische situatie. Natuurlijk krijgen ze voorrang en voorrang als het gaat om deelname aan investeringen.”

Maar in de praktijk is het niet altijd eenvoudig geweest. Hoewel Iran belangen heeft gevestigd in verschillende sleutelsectoren, werd een diepere betrokkenheid belemmerd door sancties, conflicten en concurrentie met Assads andere grote geldschieter, Rusland, voor contracten.

Er zijn aanwijzingen dat zelfs Wafa Telecom niet erg winstgevend zal blijken te zijn. Het bedrijf zou oorspronkelijk in november van dit jaar van start gaan. Maar in september zei het dat de lancering voor onbepaalde tijd zou worden uitgesteld.

Wanneer het wordt gelanceerd, blijft het onduidelijk wie de apparatuur van het bedrijf zal leveren. Drie technologie-experts zeiden dat het Chinese Huawei of ZTE als leveranciers zouden kunnen optreden via regionale onderaannemers, maar beide bedrijven ontkenden dit tegenover OCCRP.

En hoewel Syrië genoeg gebruikers heeft om een ​​derde operator te ondersteunen, doet de erbarmelijke economische situatie verdere twijfel rijzen over hoeveel geld er nog uit de sector kan worden gemolken. Younis Al-Karim, een Syrische politieke analist gevestigd in Straatsburg, wees erop dat zelfs de basiselementen die nodig zijn om een ​​5G-netwerk te laten draaien, zoals elektriciteit en brandstof, schaars zijn in Syrië.

“De ineenstorting van de levensomstandigheden van Syriërs maakt het bereiken van een 5G-netwerkdienst tot een luxe”, zei Al-Karim. “Wie gaat er geld uitgeven aan communicatie als ze niet in hun basisbehoeften kunnen voorzien?”

Khadija Sharife (OCCRP), Roshanak Taghavi (OCCRP) en Kelly Bloss (OCCRP) droegen bij aan de rapportage.

Fact-checking werd verzorgd door de OCCRP Fact-Checking Desk.

Vraagtekens Investico bij Curaçaose rechters

28 mei 2022 Knipselkrant Curacao KKC

28 mei 2022 In het Nieuws

In afschrift aan:

de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD)

en

Hanke Bruins Slot Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Postbus 20010
2500 EA Den Haag

Blijft de aanval op ‘de Curaçaose rechter’, aldus Mike Willemse, spindokter en PR-baas van de gokmaffia, tevens hoofdredacteur Antilliaans Dagblad | KKC onderschrift

 ,,Het is de vraag of Nardy Cramm bij de Curaçaose rechter wel een eerlijke kans krijgt om zich te verdedigen”, schrijft De Groene Amsterdammer letterlijk in een door Investico-verslaggever aangeleverd artikel. Het artikel staat ook op het Investico-platform en dezelfde verslaggever haalde gisteren de voorpagina van Trouw.

Vraagtekens Investico bij Curaçaose rechters

De artikelen zijn van de hand van Karlijn Kuijpers. Over ‘de Curaçaose rechter’ bericht zij vermoedelijk op basis van informatie afkomstig van Cramm (enige bestuurslid van Stichting Belangenbehartiging Gedupeerden Online Kansspelen, SBGOK, en van de online Knipselkrant Curaçao die zij beiden vanuit een naar eigen zeggen schuiladres in Nederland aanstuurt, red.):

,,Een van de zaken werd behandeld door rechter Kimberly Lasten. Zij werkte voorheen als advocaat voor gokbedrijven en tekende in 2014 sommaties en schadeclaimbrieven in een poging om de Knipselkrant uit de lucht te halen. Toen gokbedrijven in 2021 een zaak aanspanden tegen Cramm moest Lasten als rechter oordelen over diezelfde Knipselkrant, en vonniste in het voordeel van de gokbedrijven.”

Aldus het artikel in het blad De Groene. ,,Volgens het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat ook op Curaçao geldt, moeten rechters zich verschonen als zij een belangenconflict hebben of als er een schijn is van partijdigheid. Dat gebeurde hier niet. Lasten laat via de persrechter weten dat zij in deze zaak geen aanleiding heeft gezien om zich te verschonen, en dat partijen altijd in hoger beroep kunnen gaan als zij het niet eens zijn met een uitspraak.”

 

Daar laat de Investico-verslaggever het niet bij, want zo vervolgt het artikel: ,,Rechter Lasten schreef in haar vonnis een opmerkelijk standpunt toe aan Cramm, namelijk dat Cramm zou onderschrijven dat sublicenties legaal zijn, iets wat zij juist ten hevigste bestrijdt. Dit vonnis wordt nu in andere rechtszaken gebruikt om Cramm tot rectificaties te dwingen. Cramm ging in hoger beroep maar wacht al meer dan een jaar op een uitspraak.”

Investico heeft meer: ,,In een andere zaak weigerde de rechtbank aan Cramm te laten weten welke rechters haar zaak zouden behandelen, omdat dit een ‘interne aangelegenheid’ zou zijn. Volgens de gedragscode van de rechtspraak en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens moeten de namen van rechters altijd op voorhand bekend worden gemaakt. Na navraag zegt de rechtbank dat het een foutje was.”

Inmiddels heeft Cramm drie kortgedingen achter de rug, vervolgt verslaggever Kuijpers, waarover zij schrijft dat ‘ze die alle drie heeft verloren’. Met een van de Curaçaose vonnissen liet masterlicentiehouder Cyberluck via advocaat Bas Jongmans en een Nederlandse deurwaarder voor bijna honderdduizend euro beslag leggen op Cramms Nederlandse bankrekeningen.

Het artikel in De Groene: ,,Afgelopen december bepaalde de rechter dat Cramm nooit meer iets mag publiceren waarin staat dat gokbedrijf Cyberluck illegale sublicenties aanbiedt, op straffe van een dwangsom van ruim 21.000 euro per dag.”

In de (aan)klacht tegen ‘de Curaçaose rechter’ luidt het daarop: ,,Cramm ging wederom in hoger beroep, maar terwijl de kortgedingen binnen enkele weken werden ingepland en afgerond, wacht ze nog altijd op uitspraken in hoger beroep.” Het is alom bekend dat een kort geding juist is voor een snelle (voorlopige) beslissing.

,,En het gaat maar door”, schrijft Investico. ,,Vorige maand moest Cramm in de krant lezen dat er weer een nieuwe rechtszaak zou komen. ‘Class action’ tegen Cramm/Knipselkrant’, kopte het Antilliaans Dagblad. Deze ‘class action’ wordt gevoerd door twee trustkantoren en het gokbedrijf Cyberluck. De bedrijven eisen dwangsommen van in totaal bijna 1,3 miljoen euro.”

Cramm zegt tegen de Investico-verslaggever geen advocaat te kunnen betalen, omdat haar bankrekeningen wegens vorige rechtszaken al zijn bevroren. ,,Ze willen me kapot hebben”, zegt ze tegen Kuijpers. ,,De rechtszaken beheersen alles, het is een gruwelijke ervaring. Ik kan inmiddels kwartetten met sommaties en voel me enorm in de steek gelaten.”

Cyberluck ontkent tegenover Investico/De Groene dat de rechtszaken tegen Cramm zijn bedoeld om haar te gronde te richten of om ervoor te zorgen dat zij niet kritisch kan schrijven over Cyberluck en de gaming industrie. Cyberluck zegt de uitlatingen van Cramm ‘met legitieme rechtsmiddelen te bestrijden’.

Blijft de aanval op ‘de Curaçaose rechter’.

Bron: Antilliaans Dagblad

Naschrift KKC

De context van bovengenoemd artikel vindt u hieronder in de artikelen en podcasts van onderzoeksplatforum voor journalistiek Investico, weekblad de Groene Amsterdammer, omroep VPRO-Human en het radioprogramma Argos:

Investico: Roulette met de Rechtsstaat https://www.platform-investico.nl/artikel/roulette-met-de-rechtsstaat-geannoteerd-verhaal/

Investico: Hier vindt u de documenten over de Curacaose online goksector https://www.platform-investico.nl/artikel/vind-hier-de-documenten-over-de-curacaose-online-goksector/

Investico: Roulette of Law (Engelse versie) https://www.platform-investico.nl/artikel/roulette-of-law-annotated-version/

Investico: Russische, Oekrainse en Belarussische eigenaren achter Curacaose online casino’s https://www.platform-investico.nl/artikel/russische-oekraiense-en-belarussische-eigenaren-achter-curacaose-online-casinos/

Investico: Curacao schafte belasting voor brievenbusbedrijven af https://www.platform-investico.nl/artikel/curacao-schafte-belasting-voor-brievenbusbedrijven-af/

Trouw (voorpagina): Curacao loopt belasting mis door snelle wet (PDF)

De Groene Amsterdammer: Roulette met de rechtstaat (PDF) en https://www.groene.nl/artikel/roulette-met-de-rechtsstaat

Podcast Argos/Investico: https://www.platform-investico.nl/artikel/online-casinos-de-perfecte-witwasmachines/

Podcast Argos/Investico op Spotify: https://open.spotify.com/show/7lKTVx35ZTkcepXCAHkaZ1?si=XafUe5ZgQlCa1GGEVLDtdg&nd=1

VPRO – Human: In het land van de online casino’s controleert de goksector zichzelf

Curaçaose goksector in het nauw door reeks onthullingen onderzoekers Investico

27 mei 2022 Knipselkrant Curacao KKC

Dossier Koninkrijksrelaties

Oud CIGA vice voorzitter en thans Curaçao Online Gaming Associatie (COGA) voorzitter George van Zinnicq Bergmann is de grootste trustbaas voor gokbedrijven op Curacao | EM group (Emoore en EMS management): ‘roddels’

De Curaçaose goksector lijkt in paniek door publicaties in de media over de (eerste) resultaten van het speurwerk van het journalistieke onderzoeksplatform Investico naar de al dan niet illegale praktijken van de sector.

Curaçaose goksector in het nauw door reeks onthullingen onderzoekers Investico

In een persbericht beschuldigt de Curaçao Online Gaming Associatie (COGA) de onderzoekers van ‘karaktermoord’ waarbij benadrukt wordt dat het om Nederlandse journalisten gaat. “Er staan zoveel onjuistheden in de publicaties dat er geen beginnen aan is om ze allemaal te benoemen. De publicaties zijn eenzijdig, tendentieus, grievend en brengen grote schade toe aan de reputatie van de online gaming sector maar ook aan Curaçao in het algemeen”, aldus de belangenorganisatie.

Investico staat, net als  dat eerder over de Curaçaose ‘gokmaffia’ berichtte, in hoog aanzien vanwege de vele onthullingen over misstanden in onder meer de financiële wereld. Media op Curaçao hebben geen budget voor onderzoeksjournalistiek, als ze dat al zouden willen, want sommigen zijn meer spreekbuis dan kritisch volger van de goksector.

Dat Curaçaose masterlicentiehouders, trustkantoren, accountants en advocaten criminele organisaties faciliteren om winsten uit drugs-, wapen- en mensenhandel via online casino’s wit te wassen is al langer bekend, de onderzoekers van Investico hebben nu echter aangetoond dat de sector op actieve hulp van de overheid kan rekenen. Van het OM in Willemstad heeft men ook niets te vrezen, dat zegt de materie ‘te complex’ te vinden.

Overigens is in Nederland ook verontwaardigd gereageerd, maar dan over de onthulling dat een heimelijk ingevoerde wijziging van de belastingwetgeving ertoe heeft geleid dat op Curaçao gevestigde brievenbusfirma’s sinds 2020 geen belasting meer hoeven te betalen.

Persbericht Curaçao Online Gaming Associatie:

Karaktermoord door Nederlandse journalisten

Recente publicaties van Investico en De Groene Amsterdammer, net als een publicatie van Follow The Money in November 2021, zijn ronduit lasterlijk tegenover de online gaming sector in Curaçao. En van de nog uit te zenden radio docu van het VPRO programma Argos wordt niet anders verwacht. Blijkbaar is het nodig om keer op keer karaktermoord te plegen op de sector, zonder verificatie van beweerde feiten.

Er staan zoveel onjuistheden in de publicaties dat er geen beginnen aan is om ze allemaal te benoemen. De publicaties zijn eenzijdig, tendentieus, grievend en brengen grote schade toe aan de reputatie van de online gaming sector maar ook aan Curaçao in het algemeen.

Het bestuur van de Curaçao Online Gaming Associatie (COGA) heeft meegewerkt aan de publicaties door het gemotiveerd beantwoorden van vragen van journalisten. Uit de vragen die de COGA voorgelegd kreeg, bleek dat de journalisten vooringenomen waren en dat zij uitgingen van onjuiste informatie. De COGA stuurde daarom een uitgebreide “fact checker” van een artikel van het Nederlandse online platform Follow The Money over de online gaming sector, dat in november 2021 verscheen. De COGA constateert dat met al dit materiaal weinig tot niks is gedaan. Het beginsel van hoor en wederhoor is slechts toegepast voor de schijn. Over ernstige verdachtmakingen op basis van bepaalde bronnen zijn geen vragen gesteld aan die partijen die daarover nu juist de nodige kennis zouden moeten hebben.

COGA heeft er bij de Nederlandse journalisten op aangedrongen om Curaçao te bezoeken en het functioneren van de sector zelf waar te nemen. De voorkeur ging echter uit naar een reis naar het ‘onderduikadres’ van een naar eigen zeggen bedreigde blogster, terwijl onduidelijk is door wie, wanneer en waarom zij wordt bedreigd.

De verzinsels, de vergaande beschuldigingen en de suggestieve inkleding van bepaalde beweringen, bijvoorbeeld over betrokkenheid van de sector bij de moord op Helmin Wiels, maar ook over vooringenomenheid van een Curaçaose rechter, lijken nodig te zijn voor deze nieuwe karaktermoord. De werkelijke feiten zijn daaraan ondergeschikt.

In de Curaçaose online gaming sector werken honderden mensen. Dit zijn hardwerkende mensen, die lijdzaam moeten toezien dat zij door Nederlandse journalisten als gokmaffia, criminelen en moordenaars worden weggezet. Avondkrant Amigoe plaatste het artikel van de Nederlandse journalisten integraal in haar editie van 25 mei, zonder enige vraag te stellen aan lokale betrokkenen. Het is voorspelbaar dat andere Nederlandse en buitenlandse media de onwaarheden gaan herpubliceren en dat er vervolgens in Nederland kamervragen worden gesteld. De geschiedenis herhaalt zich.

Dat de sector onder onvoldoende overheidstoezicht staat is een feit dat door niemand wordt ontkend. Alle betrokken partijen wensen dat dit zo snel mogelijk verandert. Maar dat rechtvaardigt niet dat lukraak misstanden en misdrijven op ongefundeerde wijze in de schoenen van de online gaming sector of de overheid worden geschoven. Laat staan dat de rechterlijke macht in deze verdachtmakingen betrokken zou moeten worden. In feite maakt die laatste verdachtmaking de publicaties voor de lezer in één klap ongeloofwaardig. Intussen wordt er door de overheid hard gewerkt aan modernisering van de sector met uiteraard een prominente rol van de overheid in regulering en toezicht, waarbij de groei van werkgelegenheid een belangrijk speerpunt is. COGA kijkt vooruit en stelt alles in het werk om een constructieve bijdrage te leveren aan welvaart en werkgelegenheid voor het land Curaçao.

Bron: Dossier Koninkrijksrelaties.nl

Naschrift KKC

De Curaçao Online Gaming Associatie (COGA) reageert op volgende artikelen en podcasts van onderzoeksplatforum voor journalistiek Investico, weekblad de Groene Amsterdammer, omroep VPRO-Human en het radioprogramma Argos:

https://www.platform-investico.nl/artikel/roulette-met-de-rechtsstaat-geannoteerd-verhaal/

https://www.platform-investico.nl/artikel/vind-hier-de-documenten-over-de-curacaose-online-goksector/

https://www.platform-investico.nl/artikel/roulette-of-law-annotated-version/

https://www.platform-investico.nl/artikel/russische-oekraiense-en-belarussische-eigenaren-achter-curacaose-online-casinos/

https://www.platform-investico.nl/artikel/curacao-schafte-belasting-voor-brievenbusbedrijven-af/

Trouw (voorpagina): Curacao loopt belasting mis door snelle wet (PDF)

De Groene Amsterdammer: Roulette met de rechtstaat (PDF)

Podcast: https://www.platform-investico.nl/artikel/online-casinos-de-perfecte-witwasmachines/

Podcast Spotify: https://open.spotify.com/show/7lKTVx35ZTkcepXCAHkaZ1?si=XafUe5ZgQlCa1GGEVLDtdg&nd=1

Het persbericht van COGA (PDF) van 26 mei 2022.

Russen in ondergrondse trustsector vallen buiten toezicht

22 mei 2022 Knipselkrant Curacao KKC

Romy van der Burgh en Linda van der Pol

Ivestico onderzocht voor dit onderzoek de voormalig klanten van zeven trustkantoren, namelijk TMF, Intertrust, C-Corp, ITPS, Cis Management, BlauStein en United Trust | Beeld Trouw

‘De heer Remmelink? Elfde verdieping,’ zegt de receptiemedewerker van een grote zorgflat in Rotterdam. Vóór het gebouw op het Zuidplein, op het kruispunt van Vreewijk, Bloemhof en Tarwewijk, wappert als blijk van solidariteit de Oekraïense tweekleur. Op de begane grond van het gebouw zitten een kapsalon, een bibliotheek en een , en ook de Rotterdamse accordeonvereniging is er gevestigd. En in één van de 265 appartementen in het  moet bovendien het kantoor van Horus Real Estate Fund I BV zitten, een BV met een Russische eigenaar.

Russen in ondergrondse trustsector vallen buiten toezicht

De lift naar boven maakt halverwege een tussenstop. Een verzorgende met een mondkap groet ons. Op de elfde, bovenste, etage hangen slingers: er is iemand jarig geweest. In de gang hangen posters van Martha Graham en van dansers in drag. Naast één van de voordeuren staat een vaas met tulpen die aan hun laatste goede dagen begonnen zijn. Eind 2020 bijna 300 miljoen aan aandelenkapitaal op de balans van Horus, een bedrijf dat bestuurd wordt door de zeventigjarige bewoner achter deze .

‘Je moet alle kanalen kunnen sluiten, zeker als het gaat om de oligarchen die op allerlei slimme manieren hun geld hebben weggezet,’ zegt minister Kaag van Financiën begin maart in . Begin  werd oud-minister Stef Blok aangesteld als sanctiecoördinator, hij was afgelopen weken aanvoerder van twintig overheidsorganisaties die moet onderzoeken of er nog Russische bezittingen in Nederland verstopt zitten in complexe of verhullende . Personen die op de sanctielijst staan zijn volgens Blok vaak ‘eigenaar via een baaierd aan , dat maakt het naleven van de sancties complex.

Half  diende minister Kaag een spoedwetsvoorstel in bij de Tweede Kamer, die alle dienstverlening van trustkantoren aan klanten in Rusland en Belarus en Belarussen moet verbieden–ongeacht of zij op een sanctielijst staan of een zogenaamd ‘hoog risico-persoon’ .

Opvallend genoeg vindt de trustsector zo’n verbod zelf prima: dat doet naar eigen zeggen nauwelijks nog  met . De sector werd afgelopen jaren al aan banden , om te voorkomen dat vennootschappen gebruikt worden voor witwassen, fraude en . Deels liepen buitenlandse klanten ook zelf weg: omdat trustkantoren te duur werden, of omdat BV’s en NV’s sinds 2020 verplicht worden de werkelijke eigenaar van het bedrijf openbaar te .

Terwijl het aantal trustkantoren met een vergunning , zien toezichthouders steeds meer signalen van illegale . Onderzoeksbureau SEO, dat vorig jaar onderzoek deed in opdracht van het Ministerie van Financiën, schat dat 31 tot 51 procent van alle Nederlandse trustdienstverleners zonder vergunning opereert. Daarmee vallen ze effectief buiten het toezicht van 

De grote en veelvormige schaduwtrustsector onttrekt zich juist aan die spoedwet van Kaag. Die is immers een toevoeging op de Wet Toezicht Trustkantoren 2018, die in het toezicht op vergunde trustdiensten voorziet. Investico signaleerde destijds al dat die wet gemakkelijk te ontlopen is, door een bloeiende markt van onvergunde trustdienstaanbieders in te . En precies in die schaduwsector opereren relatief veel Russische bedrijven. Om te kijken om welke Russische bedrijven het gaat deed Investico een steekproef voor De Groene Amsterdammer en Trouw (zie kader)Daarbij keken we naar de klanten van zeven trustbedrijven in Nederland: de twee grootsten, TMF en Intertrust, en vijf kleinere met van oudsher relatief veel Russische klanten.

Deze zeven kantoren hadden begin 2014 tezamen in totaal 6.600 bedrijven als klant. Ruim 5.000 daarvan verlieten sinds 2014 hun trustkantoor. Daarvan stond meer dan een kwart, 1344 bedrijven, nog altijd ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Hoewel veel van deze bedrijven hun eigenaar bewust maskeren, konden we, na handmatig onderzoek naar deze 1300 bedrijven in Nederlandse en Russische registers, rechtbankverslagen en media, ruim honderd bedrijven terugleiden naar Rusland of Belarus. Soms ging dat om relatief kleine bedrijven, zoals een kaasfabrikant of een constructiebedrijf. Vaak zijn ze op meer of minder transparante wijze gelieerd aan giganten in de energiesector, telecom, tech, of de zware industrie. Zo is in Nederland een reclamebureau gevestigd dat 26.700 reclameborden in Rusland heeft, waarvan sommige nu oorlogspropaganda faciliteren. Poetins militaire bank Promsvyazbank, opereert in Nederland vanuit een Walvis-vormig kantoor in .

2,6 miljard euro aan Russisch geld

Waren in 2014 nog 305 Russische politiek prominente personen geregistreerd bij gereguleerde trustkantoren, in 2021 waren dat er nog ruim . Onder de grote kantoren zijn dat er, volgens belangenvereniging Holland Quaestor, nog  . We vonden in de schaduwtrustsector al 12 politiek prominente personen, onder wie een minister van economische  en een onderminister voor . Dat zijn er al meer dan de ‘0 tot 10’ die volgens Holland Quaestor nog bediend worden door de grote vergunde trustkantoren. Hoewel meeste BV’s geen jaarcijfers publiceerden, vonden we onder de honderd Russische bedrijven acht bedrijven die dat wel deden. Zij zijn in ieder geval al goed voor 2,6 miljard euro aan omzet – Russisch geld dat zo ongezien door Nederland stroomt.

Het appartement van waaruit Willem Remmelink vastgoedfonds  runt, staat in schril contrast met de Moskouse appartementencomplexen die met het fonds uit de grond lijken te worden . Horus is eigendom van een fonds in Liechtenstein, dat in de kamer van koophandel van het dwergstaatje enkel medewerkers van een trustkantoor op de eigendomspapieren heeft .

Horus is volgens jaarverslagen en Russische bronnen in werkelijkheid in handen van Sergey Gordeev, voormalig Hogerhuislid en  van ‘s Ruslands grootste ontwikkelaar van ‘residentieel vastgoed’ – . Dat zette, vooral in Moskou, hele wijken aan flatgebouwen neer, en huisvest naar eigen zeggen meer dan  mensen. In 2015 nam Remmelink het directeurschap over van het Nederlandse trustkantoor waar Horus eerst zat, . Zonder op een specifieke casus in te gaan, laat TMF weten sinds de annexatie in de Krim in 2014 sommige cliënten te hebben laten . ‘We hebben geen controle over wat ze daarna doen, of ze een structuur liquideren, naar een ander kantoor gaan, of de niet-gereguleerde sector in gaan.’ Remmelink bericht op geen enkele manier betrokken te zijn bij trustactiviteiten, en zegt in loondienst te .

NEDERLANDS RECLAMEBUREAU FACILITEERT RUSSISCHE OORLOGSPROPAGANDA

Sinds  breidt PIK internationaal uit: het investeert nu ook in vastgoed in de Filippijnen. Ook die activiteiten vinden plaats vanuit een Nederlands bedrijf, PIK International BV. Dit keer is de directeur een 31-jarige componist, die tot voor kort in dezelfde zorgflat, waar jong en oud tegenwoordig samenleven, aan het Rotterdamse Zuidplein . Die klust, naast zijn werk in de culturele sector, klaarblijkelijk bij als algemeen directeur van de Filippijnse tak van een van de grootste bedrijven van . Het eerste bouwwerk in Manilla is inmiddels in aanbouw: een luxueus complex van 29 verdiepingen van ‘

Het verhaal moet er nu maar ‘ns uit, kopt een  van Trouw uit 1999. Het is een biecht van de Nederlandse advocaat Willem Remmelink. Remmelink vertrekt in de jaren tachtig naar de Verenigde Staten: ‘Ik was jong, advocaat, homo en Europeaan, een ideale mix om in New York  populair te zijn.’ De jurist begint voor zichzelf en regelt licenties en belastingen voor Europese klanten. Duikt de culturele wereld en de filantropie in, huurt een huis aan Miami Beach.

Uiteindelijk overtreft zijn leefstijl zijn inkomsten – en Remmelink, zo impliceert het artikel, ‘vult de gaten in zijn budget’ aan met geld van zijn cliënten. Tot zijn vriend, een balletdanser, op een ochtend de voordeur opendoet voor twee detectives. Remmelink wordt veroordeeld tot 2 tot 7 jaar. Hij zit zijn jaren uit in de Altona-gevangenis, op de grens tussen Canada en Amerika aan de 

In dienst bij Russische superrijken

In onze database komt Remmelink vanaf 2015 naar voren als directeur voor de BV van vastgoedmagnaat Sergey Gordeev. Maar hij werkt dan al langer voor Russische superrijken, blijkt uit de Pandora Papers, een lek van trustkantoren in belastingparadijzen in handen van aan het International Consortium of Investigative Journalists, gedeeld met Investico. In 2006 wordt Remmelink ‘zelfstandig bevoegd’ directeur van SAFMAR B.V., volgens een uittreksel uit de Kamer van Koophandel historisch een ‘verhandelaar in  emissierechten’ – gevestigd op een adres van Remmelink. Maar hij is alleen directeur voor de Nederlandse autoriteiten: volgens een contract uit het Pandora-lek heeft Remmelink in werkelijkheid geen enkele zeggenschap over het .

Remmelink krijgt, volgens een ander document uit het Pandora-lek, opdracht om met miljoenen euro’s aan aandelen te schuiven tussen de Nederlandse BV en een bedrijf op Cyprus. Beide bedrijven blijken, via een chique adres in de Londense wijk Westminster, deel uit te maken van een eindeloos netwerk aan firma’s van de steenrijke Rus Mikhail Gutseriev en familie. Gutseriev, die in de privatiseringsslag in de jaren negentig fortuin maakte in de olie-industrie,  staat sinds 2021 op de Britse en Europese sanctielijst–wegens zijn lange vriendschap met president Aleksandr Loekasjenko . Toen had Remmelink het bedrijf alweer enkele jaren verlaten. Voor de advocaat leek de schaduwtrustsector overigens geen vetpot: voor zijn diensten voor SAFMAR B.V. ontving hij ogenschijnlijk eenmalig . Remmelink gaat niet in op vragen over SAFMAR.

Sommige bedrijven stapten van de door ons onderzochte trustkantoren over naar een kleiner, mogelijk minder strikt kantoor. Andere huurden een Nederlandse stroman in als bestuurder–zodat het er voor de fiscus uitziet als een doodnormaal bedrijf. Of zij knippen trustdiensten op. Dan regelen ze bijvoorbeeld een adres bij de ene aanbieder, en advisering, of een bestuurder, bij een ander. Dat gebeurt vaak via een tussenpersoon.

Iets vergelijkbaars zien we gebeuren bij Karpaty Chemical B.V., dat eigenaar is van een petrochemische fabriek in Oekraïne, zo’n honderd kilometer ten zuiden van Lviv. Tot 2017 had Karpaty Chemical B.V. een Russische eigenaar: olieconcern LukOil, maar toen had had de fabriek al jaren . Met de verkoop van Karpaty Chemical aan een Oekraïense en een Azerbaijaanse magnaat, van wie één voormalig topmanager was bij LukOil, draaide de fabriek weer naar hartelust: in 2019 draaide het bedrijf een omzet van 

Ondanks de overheveling van het bedrijf van Russische in (deels) Oekraïense handen bleef de bestuurder van de BV in Nederland gelijk, zij het nu via een management-bv: de 78-jarige Rumoldus de Schutter–die ook nog altijd drie Nederlandse BV’s van LukOil . Karpaty Chemical verliet trustkantoor TMF in 2015.

Karpaty Chemical B.V. krijgt bovendien beschikking over een adres in een kantoorpand in het Betuwse Geldermalsen–op een industrieterrein waar voornamelijk lesauto’s en trekkers passeren. Daar is ook een ander bedrijf van De Schutter gevestigd, dat ‘buitenlandse bedrijven assisteert met het opzetten en ontwikkelen van bedrijfsactiviteit in .’ Volgens de  heeft De Schutter achttien jaar ervaring in het verlenen van trustdiensten, maar geen van zijn bedrijven heeft als zodanig een vergunning bij de . De Schutter zegt in reactie niets van doen te hebben met .

Legale of illegale trustdienst

‘Mogelijk levert de bestuurder, via een omweg, adresverlening aan het bedrijf,’ zegt Cees Schaap, financieel forensisch onderzoeker en voormalig fraude-officier van justitie,  op de anoniem voorgelegde . Als iemand twéé vormen van trustdienstverlening aanbiedt, dan kwalificeert hij als illegaal, vertelt Schaap – ook als dat indirect .

Vastgoedfonds Horus, dat sinds enkele weken gevestigd is op het woonadres van de Nederlandse bestuurder van het bedrijf, is een duidelijker geval. ‘Bestuursdiensten én een adres verlenen, dat kwalificeert volmondig als een illegale trustdienst.’

‘Maar het is heel moeilijk om duidelijk onderscheid te maken tussen wat wel en wat niet illegaal is,’ voegt Schaap toe. Een beproefde methode om de Wet Toezicht Trustkantoren te ontlopen, is het in loondienst nemen van een bestuurder. Ook de bestuurder van Horus is, naar eigen zeggen, in dienst bij de BV. Zo’n arbeidsovereenkomst is naar de letter van de wet geen trustdienst maar gaat, volgens de toezichthouder, ‘op z’n minst in tegen de geest van de .’

Minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra zei half april in een kamerbrief dat in het handhaven van sancties in Nederland tot dan toe ‘in het algemeen’ voorspoedig en naar behoren is gehandeld, ondanks negatieve pers die anderszins schrijft. Al kon ‘niet geheel kan worden uitgesloten dat er zich Russische bezittingen in Nederland bevinden die zijn verboden met gesanctioneerde (rechts)personen maar waar de relatie lastig is vast te stellen door doelbewust complex opgezette .’

Oud-minister Stef Blok kreeg afgelopen zes weken de opdracht te verifiëren dat er niets gemist is bij het handhaven van sancties. Hij kwam tot dezelfde conclusie. In het rapport, dat hij afgelopen vrijdag indiende, concludeert hij vooralsnog geen aanwijzingen gevonden te hebben dat er zaken gemist zijn is de bevriezingen van Russisch geld. Toch wordt, door een datateam, nog steeds gezocht naar relaties met gesanctioneerde personen. Ook Blok loopt tegen complexe grensoverschrijdende constructies aan – lastig te ontwarren voor  .

Het datateam, dat tot nu toe enkele jachten en entiteiten vond die verbonden zijn aan Russen die op de sanctielijst staan, doet half mei nog steeds onderzoek, blijkt uit vragen van Investico aan de sanctiecoördinator. De door Kaag ingediende spoedwet die dienstverlening van Nederlandse trustkantoren aan Russen moet verbieden, ziet niet toe op illegale trustdienstverlening. In opdracht van het Ministerie van Financiën loopt momenteel een onderzoek naar de levensvatbaarheid van de trustsector in het geheel, wegens de ‘hoge integriteitsrisico’s’ die met trustdienstverlening gepaard .

‘Het had gewoon nooit zover moeten komen,’ zegt advocaat , gespecialiseerd in het sanctierecht. ‘We wisten allemaal dat er in Nederland allerlei shady bedrijfsstructuren actief zijn. Dat hebben we jarenlang ook aangemoedigd, door ons fijne investeringsklimaat te promoten.’ Volgens Amar valt helemaal niet vast te stellen of Nederland tot nu toe juist handelde in het handhaven van sancties. Zelf kreeg Amar, die advies verleent op het gebied van sanctiewetgeving, adviesvragen van trustkantoren. Russische klanten vroegen de kantoren tóch die ene transactie te doen, of met vermogen te schuiven op papier. Dan moest Amar vertellen dat die acties onwettig zijn. ‘Het is niet vast te stellen wat nog is weggeglipt maar ik kan je op een briefje geven dat het gebeurd is. En als dat al bij een cliënt van mij gebeurt, een vergund trustkantoor, dan daarbuiten zeker.’

Celstraf en vijf miljoen euro boete

Onvergunde trustdiensten zijn niet per definitie verboden, maar wie het randje overgaat, riskeert tegenwoordig veel. Althans, op papier. De Nederlandsche Bank kan, voor het illegaal verlenen van trustdiensten, een bestuurlijke boete opleggen tot vijf miljoen euro, en een celstraf tot twee jaar.

DNB controleert echter ‘voornamelijk’ op basis van meldingen, laat ze in reactie op vragen . Die ontvangt ze ‘’. Sinds de invoering van de Wet Toezicht Trustkantoren 2018 zegt de DNB vier bestuurlijke boetes te hebben uitgedeeld voor het illegaal verlenen van trustdiensten. Eén daarvan was voor trustkantoor Blaustein, dat activiteiten bleef verrichten nadat DNB de vergunning van het kantoor ingetrokken had wegens belastingontduiking, valsheid in geschrifte, mensensmokkel,  en .

De Nederlandse trustsector verwelkomde jarenlang twijfelachtige bedrijven met open armen. Toen bleek dat veel trustkantoren het wel heel bont hadden gemaakt werd de sector aangesproken en kwam er strenge regulering voor de vergunde kantoren. Maar de illegale trustsector bleef ongemoeid en dus liep het water naar het laagste punt. Zo ontstond er een nóg groter probleem: niet alleen is er een plek waar shady bedrijven alsnog naartoe kunnen gaan, er is ook nog eens totaal geen zicht meer op. ‘En als je toch al buiten het toezicht opereert is het makkelijk om je met deze sancties vrijer te voelen om toch die betaling te verrichten, de transactie te doen, een structuur te verhangen,’ zegt advocaat Amar. ‘De enige reden waarom je niet onder het toezicht van DNB wil vallen, is omdat je iets te verbergen hebt.’

We publiceren hier ook een nieuwsbericht van dit onderzoek. In een eerdere versie van dit bericht stond dat Sergey Gordeev voormalig Doema-lid was. Gordeev was echter lid van de Federatieraad, het Russische Hogerhuis.

OVER DIT ONDERZOEK

Investico onderzocht voor dit onderzoek de voormalig klanten van zeven trustkantoren, namelijk TMF, Intertrust, C-Corp, ITPS, Cis Management, BlauStein en United Trust. Om die bedrijven te identificeren vergeleek Investico lijsten met concernrelaties van trustkantoren, afkomstig uit de Kamer van Koophandel, op twee verschillende ijkpunten. Afhankelijk van de beschikbaarheid van data waren dit lijsten uit de periode 2012-2014 en een lijst van april 2022. We turfden alle bedrijven waarvan het trustkantoor tussen 2012-2014 nog bestuurder dan wel eigenaar was, maar in 2022 niet meer. Een deel van die bedrijven werd sinds 2012-2014 opgeheven. Een kwart is nog actief en opereert nu op andere wijze, met dan wel zonder gebruik van (onvergunde) trustdienstverlening.

Bron: Investico