‘Aanwijzing voor omkoping’

16 juli 2022 Knipselkrant Curacao KKC

CBCS vertrouwt ‘gouden handdruk’ van Ansary aan Gibson niet

 De Centrale Bank CBCS en de onder de noodregeling geplaatste Ennia-bedrijven stellen zich op het standpunt dat sprake is van aanwijzingen voor (ambtelijke) omkoping van oud-minister Richard Gibson.

‘Aanwijzing voor omkoping’

Eind 2014 stapte de van Sint Maarten afkomstige Gibson senior op als lid van de raad van commissarissen (RvC) van Ennia Caribe Holding (ECH). Hij ontving bij zijn vertrek als commissaris een ‘gouden handdruk’: maar liefst circa 2 miljoen gulden. Dat was overigens maar een deel van wat Gibson alles bij elkaar kreeg, dat was namelijk 7,8 miljoen van Ennia in de periode vóór het ingrijpen door de CBCS door middel van de noodregeling.

De kwestie is weer actueel geworden met het voorgenomen ‘ingrijpen’ door de Centrale Bank bij SunResorts (Mullet Bay op Sint Maarten) dat eigendom is van Ennia Investments (EC Investments). Ook speelt al een tijdlang – schriftelijk, dus buiten het zicht van het publiek – het hoger beroep in verband met de aansprakelijkheidsprocedure tegen gedaagde ex-bestuurders van Ennia, onder wie tegen de Amerikaanse eigenaar Hushang Ansary. Zijn vertrouweling Gibson is weliswaar geen gedaagde, maar speelde als commissaris wel een aanzienlijke rol in het Ansary/Ennia-dossier en is door CBCS schriftelijk ‘in de wachtkamer gezet’.

Zijn naam komt dan ook voor in het baanbrekende vonnis van 29 november 2021, waarbij de ex-bestuurders werden veroordeeld tot betaling van schadevergoeding van ruim een miljard gulden. En in de klachtzaak bij de Accountantskamer tegen de voormalige accountants van Ennia is naar voren gekomen dat Gibson bij zijn afscheid als commissaris 2 miljoen opstreek.

Klagers – dat wil zeggen: de CBCS en vijf Ennia-entiteiten, die in verband met de noodregeling sinds medio 2018 bestuurd worden door de CBCS – vertrouw(d)en het zaakje niet. Zij wijzen erop dat Gibson na zijn vertrek als commissaris minister van Financiën en vervolgens minister van Justitie van Sint Maarten is geworden. Zij geven in dit verband ook aan dat Mullet Bay, de meest omvangrijke belegging van Ennia, gelegen is op Sint Maarten.

‘Waarom is een zo hoog bedrag toegekend?’
,,Betrokkenen stellen zich op het standpunt dat er geen enkele aanwijzing voor omkoping en/of fraude was”, staat te lezen in de uitspraak van de Accountantskamer. ‘Betrokkenen’ zijn in dit geval de accountants, die beiden nog tot begin 2021 bij hun voormalige kantoor werkzaam zijn geweest.

Dit kantoor nam de audit van de Ennia-groep over van KPMG Curaçao, dat al in maart 2017 zijn zorgen had geuit over een aantal kwesties, waaronder de waardering van Mullet Bay, en ook ‘bedenkingen had bij de integriteit’ van het toenmalige bestuur van Ennia.

,,Gibson was en is een alom gerespecteerde professional”, zo is volgens de Accountantskamer door beide Curaçaose accountants in de zaak gesteld. Bovendien is gesteld dat Gibson eerst eind 2015 minister van Financiën en interim-minister van Justitie van Sint Maarten was.

,,De Accountantskamer stelt voorop dat het niet aan haar is om een oordeel te geven over de vraag of daadwerkelijk sprake was van omkoping en/of fraude”, staat te lezen in de uitspraak. ,,Het is aan de Accountantskamer om te beoordelen of de externe accountant voldoende aandacht heeft besteed aan de door Gibson ontvangen ‘gouden handdruk’.”

De Accountantskamer is van oordeel dat het tot de taken van een externe accountant behoort om in te schatten of sprake is van omstandigheden die leiden tot risico’s op een afwijking van materieel belang op het niveau van de financiële overzichten en beweringen als gevolg van corruptie.

Uit de door partijen overgelegde stukken wordt niet duidelijk welke vergoeding Gibson destijds als commissaris van Ennia Caribe Holding ontving voor de door hem verrichte werkzaamheden. Wel volgt in algemene zin uit de dossierstukken dat commissarissen van ECH destijds jaarlijks een vergoeding ontvingen die tussen 150.000 en 450.000 gulden lag (terwijl volgens Ennia zelf 52.780 gulden per commissaris per jaar ‘standaard’ en acceptabel was/is).

De eind 2014 door Gibson ontvangen ‘gouden handdruk’ van circa 2 miljoen is ‘een veelvoud van dit bedrag’, redeneert de Accountantskamer. ,,Dit roept de vraag op waarom een zo hoog bedrag is toegekend. Het had, gezien het opvallende karakter van deze post, op de weg van de accountant gelegen om hierover kritische vragen te stellen. Dat heeft hij niet gedaan.”

7,2 Miljoen Gibson was ‘excessief’
De Accountantskamer is daarom van oordeel dat de accountant in strijd met een standaard, niet die controle-informatie heeft verzameld die de door hem getrokken conclusies rechtvaardigden. Ook heeft hij in strijd met een andere standaard geen frauderisicofactor geïdentificeerd.

De Accountantskamer is, gelet hierop, van oordeel dat de accountant in zoverre onvoldoende professioneel-kritisch is geweest. Hij heeft daarmee gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Deze sub-klacht is daarom wat betreft de controle van de aan Gibson toegekende ‘gouden handdruk’ gegrond.

Uit andere documenten, namelijk het verzoekschrift en het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg in verband met een door Ennia en CBCS aangespannen aansprakelijkheidsprocedure tegen oud-bestuurders, blijkt dat Gibson – zelf overigens dus géén gedaagde, maar wel aangeschreven door de Centrale Bank – alles bij elkaar 7,8 miljoen heeft opgestreken van Ennia in de periode vóór de noodregeling.

Inclusief 2018, toen Gibson na zijn afscheid in 2014 plotseling weer in beeld was; hij was door de Iraans-Amerikaanse grootaandeelhouder Ansary naar voren geschoven als ceo die Ralph Palm zou vervangen, maar dit gebeurde zonder goedkeuring en instemming van de Centrale Bank.

Van die 7,8 miljoen was in de ogen van de CBCS ruim 7,2 miljoen ‘excessief’, omdat Ennia zelf wat betreft de vergoedingen aan commissarissen als uitgangspunt neemt dat 52.780 gulden per commissaris per jaar ‘standaard’ en acceptabel was/is.

Het was ook Gibson die, vlak vóór de noodregeling, samen met directielid Abdallah Andraous op 22 juni 2018 een overeenkomst heeft getekend namens Ennia Investments enerzijds en Ansary anderzijds waarbij 250 miljoen dollar, waarvan per direct 100 miljoen dollar, werd onttrokken van Ennia. Dat was voor de Centrale Bank mede de doorslag om in te grijpen bij het Ennia van Ansary.

Waarom is de gokmaffia zo dol op Curaçao?

19 februari 2021 Knipselkrant Curacao KKC

Dossier Koninkrijksrelaties.nl

Nardy Cramm – Stichting Belangenbehartiging Gedupeerden Online Kansspelen

De internationale gokmaffia is dol op Curaçao. Niet vanwege zon, zee en strand, maar omdat elk toezicht op de online gamingindustrie ontbreekt. Sublicenties met een officieel lijkend keurmerk van de lokale autoriteiten gaan als warme broodjes over de toonbank.

Waarom is de gokmaffia zo dol op Curaçao?

Wat de malafide exploitanten van webcasino’s ook in de kaart speelt, is de aanwezigheid van trustkantoren die er een lucratief businessmodel van hebben gemaakt hun cliënten buiten het zicht van opsporingsdiensten te houden. Tel daarbij de digitale infrastructuur met een paar state-of-the-art datacenters op en het is duidelijk waarom Curaçao niet alleen bij zonaanbiddende toeristen in de smaak valt.

“Er gaan miljarden in om, maar Curaçao ziet er geen cent van”

De enige die zich druk lijken te maken over deze praktijken zijn de Nederlandse Kansspelautoriteit die regelmatig boetes (tot wel 500.000 euro oplegt) en de Stichting Belangenbehartiging Gedupeerden Online Kansspelen waarvan Nardy Cramm de voorzitter is. Zij is tevens uitgever van de knipselkrant-curacao.com en doet al jaren onderzoek naar gamingsector op Curaçao. We vroegen haar ons een inkijkje te geven in deze miljardenbusiness.

Wanneer hebben malafide gokbedrijven Curaçao als het beloofde land ontdekt?

“In 1991 wilde op Curaçao een offshore sexlijnenbedrijf zijn diensten uitbreiden naar telefonisch wedden op paardenraces. Dat was strafbaar. De aandeelhouders hebben toen zelf het concept geleverd voor de wet op  Buitengaatse Hazardspelen waarmee de strafbaarheid werd opgeheven. Daarin was niets geregeld over voorwaarden die aan een vergunning zouden worden gesteld en ook niet aan het toezicht. De afdeling Juridische en Algemene Zaken (JAZ) weigerde aanvankelijk gamingvergunningen af te geven, maar onder druk van een grote trustbaas is de lokale overheid in 1996 alsnog vergunningen gaan verstrekken. Wel was het de bedoeling dat aanvragers door de overheid zouden worden gescreend, maar daar is nooit iets van terechtgekomen. Er ontstond een levendige illegale handel in sublicenties waarbij allerlei dubieuze figuren door trustkantoren in Willemstad en via anonieme brievenbusmaatschappijen uit zicht bleven. Dat werkte als een magneet. Al gauw waren er vanuit Curaçao duizenden online casino’s actief, zonder toezicht. En dat gaat tot de dag van vandaag door.”

De exploitanten schermen met een officiële licentie van het ministerie van Justitie. Hoe komen ze daar aan?

“Die hebben ze niet. In artikel 3 lid 1 van de Buitengaatse Hazardspelenwet van 1993 staat dat licentiehouders rechten niet mogen overdragen, want het uitgeven van sublicenties werd ongewenst geacht vanwege het gevaar van verantwoordelijkheidsafwenteling. Thans zijn er zeven houders die een gaminglicentie hebben waarin staat dat ze voor elk nieuw spel toestemming van de minister van Justitie moeten vragen, maar dat gebeurt niet. De legale vergunninghouders handelen in strijd met de wet door sublicenties te verkopen, maar geen haan die er naar kraait.”

Hoe is het toezicht geregeld?

“Formeel lag de verantwoordelijkheid bij het ministerie van Justitie. Eind 2019 is dat overgegaan naar Financiën die op zijn beurt het toezicht heeft ondergebracht bij de Gaming Control Board. Na 25 jaar is het toezicht eindelijk op de juiste plek, maar is het de vraag of er ook actief toezicht gehouden gaat worden. Ik moet dat nog zien.”

Wat deugt er niet aan deze sector? 

“Lokale gamingtrustkantoren, fiscalisten en accountants faciliteren hun vaak buitenlandse opdrachtgevers door ze buiten beeld te houden van bijvoorbeeld de belastingdienst en opsporingdiensten. Uit diverse onderzoeken blijkt dat veel aanbieders hun goksites gebruiken om criminele winsten wit te wassen. Ze worden niet alleen gelinkt aan drugs-, wapen- en mensenhandel, maar ook aan financiering van terrorisme. De trustkantoren treden op als bestuurder, maar worden nooit of hoogstzelden aangepakt.”

Jij publiceert geregeld onthullende artikelen. Dat word je niet in dank afgenomen…

“De gamingtrustbazen voeren een soort loopgravenoorlog tegen onafhankelijke media. Dat is niet zonder gevaar. Tot hoe ver ze willen gaan, blijkt uit de moord op politicus Helmin Wiels. Hij wilde de gokmaffia aanpakken. Regelmatig wordt er iemand op me afgestuurd om mij te intimideren. Er worden voortdurend hackpogingen gedaan om onze site plat te leggen. Ze proberen mij en de Knipselkrant in diskrediet te brengen en voeren rechtszaken om ons financieel uit te roken, want je moet iedere keer weer een advocaat in de arm nemen. Maar dat alles weerhoudt mij er niet van door te gaan met het dossier verder op te bouwen. Ik weet precies wie er achter zitten. Namen en rugnummers zijn op veilige plekken opgeslagen. Als mij iets mocht overkomen, worden die openbaar gemaakt.”

Zelfs Tweede Kamerleden, die kritische vragen stellen, worden op de korrel genomen.

“Ja, dezelfde advocaten die mij belagen, hebben geprobeerd Kamerleden de mond te snoeren, maar dat is mislukt. Helaas keren de Kamerleden die zich in de materie hebben verdiept en regelmatig schriftelijke vragen stellen over de dubieuze rol van trustkantoren, brievenbusfirma’s en op het oog fatsoenlijk lijkende consultancybureaus na de verkiezingen niet terug. Het is een complex netwerk waarvoor je jaren nodig hebt om de dwarsverbanden te doorzien. En de Staten van Curaçao durven überhaupt geen vragen te stellen.”

Heeft de Stichting Belangenbehartiging Gedupeerden Online Kansspelen het druk?

“Zeker! Hoewel online casino’s vooral worden ingezet als mega-witwasmachines halen de eigenaren er hun neus niet voor op om zo veel mogelijk spelers te lokken en op te lichten. Ze doen dat met prijzen die nooit worden uitgekeerd, want er is toch geen controle op wat er met het inleggeld gebeurt. Ze zijn niets ontziend, want ze richten zich ook op minderjarigen. Voor gokverslaafden worden geen drempels opgeworpen, spelers worden helemaal leeggeschud. Mijn stichting voert namens gedupeerden rechtszaken tegen exploitanten.”

Enig idee hoe veel geld er in de sector omgaat? 

“De legale online gamingsector heeft een omzet van circa 500 miljard euro per jaar, maar wat er in het illegale circuit omgaat, zou wel eens een veelvoud kunnen zijn. Je kunt er vanuit gaan dat de omzet het afgelopen jaar flink is toegenomen nu veel mensen door de coronapandemie gedwongen thuis zitten.”

Wat verdient het land Curaçao er aan?

“Niets, helemaal niets. Zowel op Curaçao als Sint Maarten is de goksector minstens tientallen keren groter dan het toerisme, maar in de begrotingen van beide landen vind je geen spoor van enige opbrengst uit E-gaming. Bij een beter toezicht en rechtshandhaving zouden de landen jaarlijks vele honderden miljoenen extra inkomsten kunnen genereren.”

Lees hier het bericht ‘Kansspelautoriteit stuurt deurwaarder naar Curaçaos online gokbedrijf’

Bron: Dossier Koninkrijksrelaties.nl