De spion die de kou in ging: gastonderzoeker ontmaskerd

4 januari 2022 Nieuwsuur

Nieuwsuur

De afgelopen jaren is het Noordpoolgebied uitgegroeid tot een geopolitiek krachtenveld: de olie- en gasvoorraden die vrijkomen door het smeltende ijs, worden door meerdere landen geclaimd. De oorlog in Oekraïne zorgt voor nog meer politieke spanning, daarbij worden ook inlichtingenofficieren ingezet.

De spion die de kou in ging: gastonderzoeker ontmaskerd

Eerder dit jaar werden er honderden Russische diplomaten uit Europese hoofdsteden gezet. Ze werden verdacht van inlichtingenactiviteiten voor de Russische inlichtingendiensten, ook in Nederland. Ze werkten doorgaans onder hun eigen naam, en onder een diplomatieke dekmantel.

De zeventien Russische inlichtingenofficieren die Nederland eind maart uitzette, hielden zich onder andere bezig met het versleutelen van geheime berichten, contraspionage en het verzamelen van technologie voor het Russische leger.

Maar sommige spionnen zijn veel moeilijker te traceren. Ze hebben officieel niets te maken met Rusland, en bedienen zich van een valse naam of nationaliteit. Aan de meest noordelijk gelegen universiteit ter wereld, in het Noorse Tromso, hebben ze daar ervaring mee.

Meer dan welkom

Tot een paar maanden geleden werkte daar een – naar men dacht – Braziliaanse gastonderzoeker met een grote interesse in het poolgebied. Maar hij was niet wie hij zei dat hij was. Tot verbijstering van zijn collega’s van het Centrum voor Vredesstudies.

De directeur van het universitair centrum vluchtte als kind met haar Chileense ouders naar Noorwegen, haar plaatsvervanger is afkomstig uit Pakistan en één onderzoeker heeft een Ethiopische achtergrond. Met andere woorden: ’s werelds meest noordelijk gelegen universiteit is een trekpleister voor academici uit de hele wereld. Dus toen José Assis Giammaria – die beweerde dat hij in 1984 werd geboren in een klein Braziliaans dorp – zich meldde, was hij meer dan welkom.

Alleen: hij was geen Braziliaan. Zijn geboortedatum klopte ook niet. Giammaria heet in werkelijkheid Mikhail Valeryevich Mikushin, en kwam in 1978 ter wereld in het Russische Jekaterinenburg. Afgelopen oktober werd Mikushin gearresteerd. De man die in Tromso grote interesse toonde in militaire strategieën in en rond het poolgebied, is volgens de Noorse veiligheidsdienst PST een kolonel bij de Russische militaire inlichtingendienst GRU.

‘Illegalen’

Giammaria behoort tot de categorie zogeheten ‘illegalen’. Zij leven en werken onder een valse naam en doorgaans onder een andere nationaliteit. Hun opdrachtgevers zijn bereid om vele jaren te investeren in het creëren van een dekmantel.

Zo studeerde Giammaria voordat hij naar Noorwegen kwam daadwerkelijk ‘strategische studies’ aan een prestigieuze universiteit in het Canadese Calgary. Die universiteit zorgde -nietsvermoedend – voor goede referenties, waarna hij in Noorwegen aan de slag kon.

Behalve Mikushin liepen afgelopen jaar nog twee Russische ‘illegalen’ tegen de lamp. Deze zomer maakte de AIVD de aanhouding van  Sergej Tsjerkasov bekend, een GRU-medewerker die op het punt stond aan een stage bij het Internationaal Strafhof in Den Haag te beginnen. Hij had een Braziliaanse dekmantel en zit momenteel vast in Rio de Janeiro.

En onderzoekscollectief Bellingcat onthulde het bestaan van Olga Kolobova, die als Peruviaanse ‘socialite’ en juwelenontwerpster tot NAVO-kringen in Napels was doorgedrongen.

Dekmantels

Christo Grozev, die Russische spionage onderzoekt voor Bellingcat: “Rusland, en hiervoor de Sovjet-Unie, creëert al decennia dekmantels in Latijns-Amerika, dat is sinds de jaren zeventig traditie. De KGB had er vroeger zelfs nep-priesters rondlopen, die in allerlei dorpen namen van overledenen noteerden. Namen die dan weer op nep-geboortecertificaten verschenen, om iemands verzonnen biografie zo geloofwaardig mogelijk te maken.”

De vraag blijft wat Mikushin precies in Noorwegen deed. Inlichtingendienst PST verdenkt hem van “ernstige spionage”, een vergrijp waarop een straf van tien jaar staat. Sinds het begin van de Oekraïne-oorlog is Noorwegen extra alert op spionage uit Rusland, waarmee het een grens van zo’n tweehonderd kilometer deelt.

Afgelopen najaar pakte Noorwegen zeven Russen op omdat ze met een drone vlogen op plekken waar dat niet mocht. Het Kremlin sprak van “anti-Russische hysterie”, en er lijkt geen bewijs te zijn dat de Russen kwaad in de zin hadden.

Ondermijning

Volgens Gunhild Hoogensen Gjorv, die als professor veiligheidsstudies in Tromso ‘Giammaria’ aannam, is de onduidelijkheid over de drones tekenend voor de onzekerheid die een nieuw type conflicten met zich meebrengt.

Aan de universiteit geeft Hoogensen Gjorv leiding aan The Grey Zone, een onderzoeksgroep die zich bezighoudt met ‘hybride dreigingen’. “Een oorlog wordt niet meer alleen met wapens uitgevochten, en niet elke spion is op zoek naar geheime documenten. De dreiging is hybride geworden: het gaat ook om ondermijning van vertrouwen in instituties, om het bewerkstelligen van polarisatie, om het zaaien van onrust. Vliegen hier meer Russen met drones dan vroeger, en hebben ze kwaad in de zin? Misschien niet, maar alleen die vragen al maakt mensen onrustig. Een vijand kan daar baat bij hebben.”

Naar Mikushins precieze bedoelingen kan Hoogensen Gjorv alleen maar gissen. “Mijn inschatting is dat hij lang wilde blijven, dat hij op zoek wilde gaan naar mensen die Rusland goed gezind waren, of zich in ieder geval tegen de NAVO keerden.”

Bellingcat-onderzoeker Grozev: “Doorgaans worden ‘illegalen’ ingezet om een gemeenschap in kaart te brengen, een netwerk op te bouwen van mensen die eventueel te rekruteren zijn. Dat rekruteren zelf laten ze dan weer over aan spionnen die bijvoorbeeld vanaf een ambassade werken, onder hun echte naam. Illegalen beperken zich meestal tot het voorwerk, want als ze te veel risico’s nemen lopen ze tegen de lamp. En dan is de jarenlange investering voor niets geweest.”

Uitgezette Russen deden in Nederland aan contraspionage en spionage hightech-sector

14 oktober 2022 NOS

NOS

De zeventien Russische inlichtingenofficieren die Nederland eind maart uitzette, hielden zich onder andere bezig met het versleutelen van geheime berichten, contraspionage en het verzamelen van informatie over computerchips voor het Russische leger. Dat blijkt uit onderzoek van de NOS en Nieuwsuur in samenwerking met de Belgische krant De Tijd.

Uitgezette Russen deden in Nederland aan contraspionage en spionage hightech-sector

Acht van hen werkten voor de Russische buitenlandse inlichtingendienst SVR, negen voor de militaire inlichtingendienst GRU. De mannen deden zich voor als handelsvertegenwoordiger in Amsterdam, militair attaché of diplomaat bij de OPCW, de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens in Den Haag. Over hun identiteit en hun bezigheden in Nederland was tot nu toe niets bekend.

Decennialang werkten voor de GRU en SVR (een van de opvolgers van de KGB) zo’n twintig Russische spionnen in Nederland als official cover: een spion die zich voordoet als diplomaat. Het was ongeveer de helft van het hogere ambassadepersoneel. Geen enkel ander land deed dat op die schaal.

Dat de Russische inlichtingenofficieren zich vrij in Nederland konden bewegen was al die jaren bekend bij de Nederlandse inlichtingendiensten AIVD en MIVD, die er na een visumaanvraag vaak snel achter kwamen dat het om een spion ging. In de wetenschap dat Moskou op een uitzetting zou reageren door zelf een Nederlandse diplomaat uit te zetten, werd de aanwezigheid van Russische spionnen in Nederland jarenlang door het ministerie van Buitenlandse Zaken gedoogd.

Daar kwam abrupt een einde aan toen Rusland afgelopen februari Oekraïne binnenviel. Na overleg met de AIVD en MIVD en andere Europese landen, besloot het ministerie van Buitenlandse Zaken eind maart het gros van de Russische spionnen uit te zetten. Ook andere Europese landen deden dat. In totaal moesten ruim 200 spionnen vertrekken.

Referentura

Boven aan de Nederlandse lijst stond de 52-jarige Sergey Pyatnitskiy, zeggen inlichtingenbronnen. Zijn uitzetting had bij de diensten prioriteit omdat hij aan het hoofd stond van de encryptiedienst op de Haagse ambassade. Op het ambassadeterrein beschikken de Russische inlichtingendiensten elk over een eigen zogeheten referentura, een kamer van waaruit geheime versleutelde communicatie met Moskou plaatsvindt.

Uitzetting van de encryptie-experts – zes in totaal in Nederland – gold als prioriteit voor alle westerse landen, die NAVO-geheimen en informatie over wapenleveranties aan Oekraïne per se uit Russische handen wilden houden. Ook de Russen zien de encryptie-experts als essentieel. Volgens inlichtingenbronnen mochten de zes alleen onder strenge begeleiding het ambassadeterrein verlaten, om te voorkomen dat ze zouden overlopen.

De overige elf spionnen hadden allemaal als taak om actief inlichtingen te verzamelen of interessante personen in kaart te brengen. Twee uitgezette spionnen werkten voor Directoraat VRK, de afdeling van de SVR in Moskou die zich richt op contraspionage. Zij waren belast met het werven van bronnen onder Nederlands inlichtingenpersoneel, en bij buitenlandse diensten die in Nederland actief zijn, zoals de Amerikaanse inlichtingendienst CIA. Daarnaast moest het tweetal het overige ambassadepersoneel in de gaten houden, om zeker te weten dat niemand in contact zou treden met Nederlandse inlichtingendiensten.

Zeker twee andere uitgezette inlichtingenofficieren hebben expertise op het gebied van militaire technologie. Inlichtingenbronnen gaan ervan uit dat zij onder andere in Nederland waren om informatie over computerchips voor het Russische leger te verzamelen. Nederland staat wereldwijd bekend als een belangrijke speler bij de ontwikkeling van computerchips. Twee jaar geleden werd er ook al een Russische inlichtingenofficier uitgezet die hier in de ogen van Nederland te actief mee bezig was.

De Russische inlichtingenofficieren gebruikten verschillende dekmantels. Drie van hen kwamen Nederland binnen als lid van de Russische delegatie bij de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens in Den Haag. Ze vertoonden zich daar echter zelden of nooit. Vier GRU-officieren werkten als handelsattaché vanuit de kleine Russische handelsvertegenwoordiging aan het Museumplein in Amsterdam. Een van hen was het adjunct-hoofd van de vertegenwoordiging.

NOS
Begin april werden de spionnen door een Russische regeringsvliegtuig opgehaald in Brussel

Ben de Jong, kenner op het gebied van de Russische inlichtingendiensten en verbonden aan de Universiteit Leiden, denkt dat de uitgezette Russen niet per se op zoek waren naar Nederlandse informatie: “Als een Russische dienst er hier in slaagt om bijvoorbeeld iemand te rekruteren bij Buitenlandse Zaken of Defensie, dan heb je een goede kans dat ze op die manier ook achter geheimen weten komen die door andere landen of organisaties met Nederland worden gedeeld. Op die manier fungeert Nederland als een achterdeur.”

Eerder liet Nederland al weten dat het drie spionnen heeft laten zitten. Het blijkt te gaan om de hoofden van de GRU en de SVR op de Haagse ambassade, en om een SVR-officier die onder meer verantwoordelijk is voor de veiligheid van het ambassadepersoneel. Nederland wil de lijnen met de Russische diensten openhouden voor noodgevallen, bijvoorbeeld in het geval van terroristische dreigingen.

In een gezamenlijke reactie gaan de AIVD en de MIVD niet in op de zeventien namen en functies. Wel bevestigen de diensten dat de mannen al veel langer in de gaten werden gehouden. “De opstelling van Rusland en de steun die Nederland uitsprak voor Oekraïne, maakte de aanwezigheid van deze groep in Nederland extra ongewenst.”