‘Mysterieus Havana-syndroom mogelijk veroorzaakt door Russische eenheid’

1 april 2024 NOS

AFP

Onderzoeksjournalisten zeggen nieuw bewijs te hebben over hoe ruim honderd Amerikaanse functionarissen op onbekende wijze ernstige gezondheidsklachten kregen. Het zogenoemde Havana-syndroom zou mogelijk veroorzaakt zijn door de Russische militaire inlichtingendienst GRU.

‘Mysterieus Havana-syndroom mogelijk veroorzaakt door Russische eenheid’

Dat schrijft onderzoeksplatform The Insider in samenwerking met de Duitse krant Der Spiegel en tv-programma 60 minutes van de Amerikaanse nieuwszender CBSDe journalisten baseren zich onder meer op verklaringen van slachtoffers, Russische overheidsdocumenten en reis- en locatiegegevens. Vanuit Moskou is nog niet gereageerd op de beschuldigingen.

Volgens de journalisten heeft Eenheid 29155 van de GRU geëxperimenteerd met speciale wapens. Leidinggevenden zouden onderscheiden zijn voor de ontwikkeling van ‘niet-dodelijke akoestische wapens’. Dat zijn apparaten die geluid- en radiofrequenties uitzenden, die kunnen worden ingezet tegen mensen.

Hoofdpijn

Slachtoffers zeggen dat ze agenten van de eenheid hebben gezien rond de tijd dat ze last kregen van symptomen. Aan de hand van online data zou vastgesteld zijn dat de spionnen kort voor of tijdens de incidenten op deze plekken waren.

De Amerikaanse functionarissen die last kregen van klachten waren destijds aan het werk in het buitenland. De eerste gevallen werden in 2016 gemeld door Amerikaanse en Canadese diplomaten op Cuba. Sindsdien wordt volop gespeculeerd wat er met hen is gebeurd, maar het is nooit helemaal opgehelderd.

“Ik voelde mijn hoofd zich opvullen, en een kloppende hoofdpijn”, zegt de vrouw van een Amerikaanse ambassademedewerker. Ze zegt in 2021 in de Georgische hoofdstad Tbilisi te zijn getroffen door zo’n akoestische aanval. Een deel van de slachtoffers heeft blijvende klachten opgelopen.

Andere conclusie dan inlichtingendiensten

De uitkomst van het onderzoek staat volgens de journalisten haaks op eerdere conclusies van Amerikaanse inlichtingendiensten. Die noemden het zeer onwaarschijnlijk dat een buitenlandse mogendheid de functionarissen ziek heeft gemaakt. Volgens de CIA waren de meeste gevallen te verklaren door stress of niet eerder vastgestelde medische aandoeningen, of omstandigheden in de leefomgeving.

“Het nieuwe onderzoek laat zien dat internationale inlichtingendiensten incapabel zijn, of dat er sprake is van een doofpot”, wordt het eerste slachtoffer van het syndroom geciteerd door The Insider. De CIA-functionaris wordt niet bij naam genoemd.

1 april 2024 In het Nieuws

Denis Sergeev alias Sergey Fedotov is een van de topfiguren van de ultrageheime GRU Eenheid 29155.

Denis Sergeev is een generaal-majoor van de GRU.

Denis Sergeev reisde naar Londen om toezicht te houden de Skripal-vergiftigingsoperatie onder de naam Sergey Fedotov.

Denis Sergeev is volledig genaamd Denis Vyacheslavovich Sergeev.

Het OM in het Verenigd Koninkrijk heeft een derde Rus – Denis Sergeev – aangeklaagd.

Georgy Gorshkov en Denis Sergeev reisden naar Sofia in de tijd dat Emilian Gebrev.

Emilian Gebrev – zijn zoon – en twee anderen werden bij een receptie in Sofia ziek op 28 april 2015 en opgenomen met symptomen van ernstige vergiftiging.

In 2015 zou de hoge officier Denis Sergeev al betrokken zijn geweest bij de poging Emilian Gebrev een Bulgaarse wapenfabrikant en handelaart om te brengen.

Team 29155 zou in 2015 ook in Bulgarije zijn geweest toen de wapenhandelaar Emilian Gebrev werd vergiftigd.

De aanslag op Aleksej Navalny met Novichok komt overeen met de zaak Emilian Gebrev en de dood van Dawn Sturgess in 2018.

De vergiftiging van Sergei Skripal en Yulia Skripal is om te onderzoeken of Novichok ook verantwoordelijk was voor de vergiftiging van Emilian Gebrev in Bulgarije in 2015

Naar aanleiding van de OCCRP-onthullingen en een verzoek van Emilian Gebrev hebben de Bulgaarse opsporingsautoriteiten in 2019 de cold case uit 2015 heropend

Russisch-Zweedse man schuldig aan jarenlange spionage voor Moskou

28 augustus 2023 hln.be

© Belga

Een Russisch-Zweedse man, die afgelopen najaar in zijn woning in Stockholm werd gearresteerd, is maandag beschuldigd van spionage voor Rusland. Dat heeft procureur Henrik Olin bekendgemaakt. Jarenlang zou hij informatie over Zweden en de Verenigde Staten aan Moskou hebben doorgespeeld.

Russisch-Zweedse man schuldig aan jarenlange spionage voor Moskou

De zestigjarige Sergej Skvortsov wordt ervan beschuldigd tien jaar lang, tot zijn arrestatie, “illegale inlichtingenactiviteiten” te hebben uitgevoerd. Skvortsov, die sinds zijn arrestatie in november in hechtenis verblijft, zou zijn bedrijf hebben gebruikt om technische informatie uit het Westen te verkrijgen voor de Russische inlichtingendienst GRU. De verdachte zou ook banden hebben gehad met die dienst.

Aanklager Olin beschuldigde hem naast het inwinnen van inlichtingen ook van de “verwerving van diverse producten die de Russische staat en defensiemachten niet op de open markt konden verwerven vanwege exportregels en sancties”.
 

Juridisch verloop

Op 4 september zal het proces, dat gedeeltelijk achter gesloten deuren zal plaatsvinden, starten. Naar verwachting zal het drie weken in beslag nemen. Skvortsov riskeert tot vier jaar cel. Hij ontkent alle aantijgingen.

In een vergelijkbare zaak kreeg een 47-jarige man in 2021 drie jaar gevangenisstraf omdat hij bedrijfsgeheimen van de vrachtwagenproducent Scania had doorgegeven aan een medewerker van de Russische ambassade.

28 augustus 2023 In het Nieuws

Bellingcat deed onderzoek naar Sergej Skvortsov en Jelena Koelkova en ontdekte dat ze in oktober 1999 eigenaar waren van een appartement in Moskou en op dezelfde gang woonde Denis Sergeev.

Denis Sergeev is volledig genaamd Denis Vyacheslavovich Sergeev.

Denis Sergeev is geboren in 1973 in Usharal een kleine gemilitariseerde stad in het huidige Kazachstan.

Denis Sergeev is een majoor generaal van de GRU.

Bellingcat onderzoekspartner The Insider en BBC Newsnigh onderzochten de Londense bewegingen en de potentiële rol van Denis Sergeev in de tijd dat Sergei Skripal werd vergiftigd met Novichok.

Denis Sergeev reisde naar Londen om toezicht te houden de Skripal-vergiftigingsoperatie onder de naam Sergey Fedotov.

Sergey Fedotov is definitief geïdentificeerd door Bellingcat als een senior functionaris van GRU.

Sergey Fedotov is volledig genaamd Sergey Vjatsjeslavovitsj Fedotov.

Sergey Fedotov was in het Verenigd Koninkrijk tijdens de aanslag op zondag 4 maart 2018 met het zenuwgas Novichok op Sergei Skripal en zijn dochter Yulia Skripal

In Zweden opgepakt Russisch stel in verband gebracht met GRU

26 november 2022 NOS

AFP

Een Russisch stel dat deze week in Zweden werd opgepakt voor spionage, werkte vermoedelijk voor de Russische geheime dienst GRU. Aanwijzingen daarvoor kwamen aan het licht door onderzoek van het journalistieke onderzoekscollectief Bellingcat.

In Zweden opgepakt Russisch stel in verband gebracht met GRU

Dinsdagochtend verschenen rond 06.00 uur twee legerhelikopters boven een chique wijk in Stockholm. Getuigen zagen een arrestatieteam aan touwen afdalen en op het dak van een villa neerkomen. De agenten gingen door ramen naar binnen en arresteerden de bewoners, een man en een vrouw.

De hele operatie duurde nog geen minuut. De politie zei na de arrestaties dat de actie snel moest worden uitgevoerd, omdat de verdachten “niet de gelegenheid moesten krijgen om iets door de wc te spoelen of computers te vernietigen”.

De twee worden verdacht van spionage voor een buitenlandse mogendheid, vanaf 2013 in de VS en sinds 2014 tot het moment van de arrestatie in Zweden. Ze ontkennen iets met spionage van doen te hebben. De man zit nog vast, de vrouw is op borgtocht vrijgelaten. Ze blijft verdacht van medeplichtigheid.

AFP
Agenten of leden van de inlichtingendienst Sapo gaan de woning van het stel binnen

De politie wilde niets kwijt over hun identiteit, maar de Zweedse krant Aftonbladet schreef al dezelfde dag dat het om twee Russen ging, tussen de 60 en 70 jaar oud, die aan het eind van de jaren 90 naar Zweden kwamen. Ook hun namen lekten uit: het zou gaan om Sergej Skvortsov en Jelena Koelkova.

Onderzoekcollectief Bellingcat deed onderzoek naar de twee en ontdekte dat ze in oktober 1999 eigenaar waren van een appartement in Moskou. Op dezelfde gang woonde Denis Sergeev . Dat is volgens Bellingcat en het BBC-programma Newsnight een officier van de Russische inlichtingendienst GRU en de opdrachtgever van de moordpoging in 2018 op de Russische dubbelspion Skripal in de Engelse stad Salisbury.

Maar het appartementencomplex heeft volgens Bellingcat meer bewoners met een baan bij de GRU. Zoals het hoofd van een GRU-eenheid die ook bij de Skripal-zaak en ook andere sabotage- en vergiftigingsmoorden betrokken was en een GRU-officier die bij desinformatiecampagnes betrokken was.

@Eliot Higgins
 

Volgens Bellingcat zijn de verdachten eigenaren van bedrijven die handelen in scheep- en luchtvaartonderdelen, computers, IT-dienstverlening en investeringsfirma’s. Een van die bedrijven is gevestigd op Cyprus en was jarenlang eigendom van een gepensioneerde GRU-officier.

Bellingcat zegt verder dat de dochter van Koelkova een relatie heeft met de zoon van een voormalig hoofd van de Zweedse militaire inlichtingendienst. Die verhouding zou na de pensionering van het hoofd tot stand zijn gekomen.

Nog een spionagezaak

Gisteren begon in Zweden het proces tegen twee andere spionageverdachten. Deze twee broers van Iraanse afkomst zouden tussen 2011 en 2021 voor de GROe hebben gespioneerd.

Een van de broers werkte in 2014 zowel voor de Zweedse inlichtingendienst SAPO als voor het Zweedse leger. Hij zou toegang hebben gehad tot informatie over Zweedse spionnen in het buitenland. Een inlichtingenexpert zei op de Zweedse televisie dat de broers een lijst van alle SAPO-medewerkers hebben aangelegd.

Eenheid 29155: Westerse inlichtingendiensten volgden Russische spion in Catalonië

22 november EL PA

Het Spaanse Hooggerechtshof onderzoekt of een GRU-functionaris genaamd Denis Sergeev, die subversieve acties in Europa en Azië uitvoerde, ook probeerde de regio te destabiliseren tijdens zijn onafhankelijkheidsstreven in 2017

Eenheid 29155: Westerse inlichtingendiensten volgden Russische spion in Catalonië

Afbeelding van Denis Sergeev in 1999 uit een documentaire over de strijd om Alien.

Generaal Denis Sergeev, de Russische spion die in 2017 naar Barcelona reisde aan de vooravond van het illegale referendum van 1 oktober in Catalonië, voerde subversieve operaties uit in een tiental landen in Europa en Azië. Onder de valse naam Sergey Fedotov werd deze aan zogenaamde “Unit 29155” gelinkte agent ontdekt in het Verenigd Koninkrijk en Bulgarije, waar de westerse inlichtingendiensten hem in verband hebben gebracht met een aantal moordpogingen. Het Spaanse Hooggerechtshof onderzoekt hem momenteel , zo maakte EL PAÍS donderdag bekend.

 

Sergeev bezocht Barcelona slechts twee dagen voor het illegale referendum op 1 oktober 2017

Denis Vyacheslavovich Sergeev is een veteraan van de Main Intelligence Directorate (GRU, zoals het in het Russisch bekend staat met de initialen), de grootste buitenlandse inlichtingendienst van Rusland. Met de rang van generaal opereerde de agent minstens een decennium in verschillende landen. In het begin deed hij dat met zijn ware identiteit, en later als Sergey Fedotov. Met deze naam werd hij ontdekt in Bulgarije en het Verenigd Koninkrijk. Nu onderzoekt het Spaanse Hooggerechtshof deze agent – die als “gevaarlijk” is geclassificeerd – en zijn vermeende relatie met gebeurtenissen in Catalonië , in het kader van Russische pogingen om andere landen te destabiliseren.

Sergeev, geboren in 1973 in Usharal, een kleine gemilitariseerde stad in het huidige Kazachstan, is volgens journalistieke onderzoeken getrouwd en heeft een dochter. Hij diende in het Siberische leger totdat hij werd overgeplaatst naar Moskou. Daar schreef hij zich in voor de Elite Diplomatic Military Academy, die bekend staat als The Conservatory, de voedingsbodem van de GRU. Daarna werd hij een hoge officier, gestationeerd in de hoogste niveaus van de militaire inlichtingendiensten, die opereren met hun normale identiteit maar met een zekere mate van dekking. Zijn dekmantel was die van manager of aandeelhouder van minstens acht Russische bedrijven.

Russische geheime diensten zijn overgestapt van geheime acties naar andere die meer open zijn 

Félix Arteaga, senior analist bij het Elcano Royal Institute

In 2010 kreeg hij een nieuwe identiteit: Sergey Fedotov. Daarmee opereerde hij in Europa, Azië en het Midden-Oosten, aldus de westerse inlichtingendiensten die zijn sporen de afgelopen jaren hebben gevolgd. In 2015 was hij in Bulgarije toen de wapenhandelaar Emilian Gebrev het doelwit was van twee moordpogingen. In 2016, voor en na het “ Brexit”-referendum – een stemming over de vraag of het Verenigd Koninkrijk binnen de Europese Unie moet blijven – werd hij ontdekt in Groot-Brittannië, volgens een diepgaand onderzoek uitgevoerd door de gespecialiseerde mediakanalen Bellingcat , The Insider en Respekt.

Een zoektocht naar de valse naam die hij gebruikte in de Passenger Name Record (PNR)-database – gebruikt door luchtvaartmaatschappijen om informatie over al hun reizigers vast te leggen – bracht ook twee reizen naar Barcelona aan het licht . Op de eerste keer arriveerde Fedotov op 5 november 2016 in de Catalaanse hoofdstad en vloog na een verblijf van zes dagen via Zürich terug naar Moskou. De tweede vond bijna een jaar later plaats, op 29 september 2017, slechts twee dagen voor het illegale referendum op 1 oktober. Bij die gelegenheid bleef de Russische functionaris tot 9 oktober in Spanje en keerde via Genève terug naar Moskou. Er zijn geen aanwijzingen voor verdere bezoeken aan Spanje.

Er is vrijwel niets over hem bekend sinds maart 2018, kort na de vergiftiging op Britse bodem van de voormalige Russische spion en Britse inlichtingenmedewerker Sergei Skripal en zijn dochter Yulia. Inlichtingenrapporten geloven dat het Sergeev was die toezicht hield op de mislukte operatie tegen Skripal. Ze stellen ook dat de agenten behoren tot een groep binnen de GRU die bekend staat als Unit 29155, die zich toelegt op bijzonder gevoelige operaties in het buitenland.

Sergeev werd voor en na het Brexit-referendum in Groot-Brittannië ontdekt

Het Britse onderzoek identificeerde eerst de twee vermeende daders van de mislukte moordaanslag,  Anatoli Tsjepiga en Aleksandr  Misjkin , die tijdens hun verblijf in het Verenigd Koninkrijk ook valse identiteiten hadden gebruikt. Later werd een derde lid van de groep genoemd: Sergeev, volgens informatie gepubliceerd door Bellingcat.

Volgens bronnen dicht bij het onderzoek dat in Spanje is geopend, is deze informatie opgenomen in het onderzoek dat onlangs is geopend door de rechter van het Hooggerechtshof, Manuel García-Castellón , en dat momenteel wordt verzegeld en waarvan het bestaan ​​donderdag werd onthuld door EL PAÍS. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de Algemene Inlichtingendienst van de Nationale Politie, gespecialiseerd in terrorismebestrijding. Het onderzoek, dat zich nog in de beginfase bevindt, suggereert dat de Russische spionageactiviteiten in Catalonië niet werden gecoördineerd met pro-onafhankelijkheidscijfers, maar eerder bedoeld waren om van de crisis te profiteren om Spanje te destabiliseren.

Félix Arteaga, senior analist bij het Elcano Royal Institute, stelt dat de activiteiten van Sergeev’s groep passen binnen “het patroon van Russische activiteit” binnen Europa. Arteaga benadrukt dat sinds 2014 de verschillende geheime diensten uit dat land hun activiteiten in het buitenland hebben uitgebreid . “Ze zijn overgestapt van geheime acties om informatie te bemachtigen naar anderen die meer open zijn met als doel hun vermogen tot invloed te tonen.”

Britten klagen derde verdachte aan in zaak-Skripal

21 september 2021 NOS

Het Openbaar Ministerie in het Verenigd Koninkrijk heeft een derde Rus aangeklaagd voor de poging tot moord op de oud-dubbelspion Sergei Skripal. Volgens het OM staat nu vast dat de drie verdachten voor de Russische militaire geheime dienst GRU werkten.

Britten klagen derde verdachte aan in zaak-Skripal

“We kunnen geen details geven, maar we hebben bewijs dat de drie verdachten aan de GRU gelinkt kunnen worden”, zei de Britse Nationaal coördinator voor de bestrijding van terrorisme Dean Haydon.

Tegen de drie is een internationaal arrestatiebevel uitgevaardigd, maar ze zitten waarschijnlijk in Rusland en dat land heeft geen uitleveringsverdrag met het Verenigd Koninkrijk.

Aanval met novitsjok

De Russische voormalige dubbelspion Sergei Skripal  werd in 2018 samen met zijn dochter  Yulia Skripal vergiftigd met het zenuwgas Novichok. Het middel is vermoedelijk in vloeibare vorm op de voordeur van hun huis in de Engelse stad Salisbury aangebracht.

In maart van dat jaar werden de twee in bewusteloze toestand op een bank in een park aangetroffen. Beiden overleefden de aanval, net als een politieagent die bij een onderzoek van hun huis met het middel in aanraking kwam. Een vrouw die een parfumflesje vond waarin het middel vermoedelijk het land is binnengesmokkeld, kwam wel te overlijden.

In september 2018 werden al twee verdachten aangeklaagd, Russen die het Verenigd Koninkrijk onder een valse naam waren binnengekomen. De Britse politie zegt nu dat ze in werkelijkheid Aleksandr Misjkin en Anatoli Tsjepiga heten. Ze zijn op dit moment vermoedelijk in Rusland.

Dit zou een foto van  Denis Sergeev zijn, gemaakt bij zijn bezoek aan Engeland in 2018 AFP

Dat geldt waarschijnlijk ook voor de nu aangeklaagde derde verdachte, de ongeveer 50 jaar oude Denis Sergeev. Samen met Aleksandr Misjkin en Anatoli Tsjepiga zou hij een driekoppig team hebben gevormd dat door de GRU op pad was gestuurd om Sergei Skripal  te liquideren.

Het onderzoekscollectief Bellingcat kwam in 2019 al tot dezelfde conclusie. De Britse politie zegt nu dat Denis Sergeev  in het weekend van de aanslag in het Verenigd Koninkrijk was en geregeld contact had met Aleksandr Misjkin en Anatoli Tsjepiga, die de aanslag uitvoerden. Volgens Bellingcat had Denis Sergeev waarschijnlijk de leiding bij de operatie.

Spionnenruil

Sergei Skripal, zelf een oud-GRU-officier, zou rond de eeuwwisseling namen van Russische geheim agenten in het buitenland aan de Britten hebben doorgegeven. Dat kwam uit: hij werd gearresteerd en veroordeeld, maar kon zich in 2010 na een spionnenruil in het Verenigd Koninkrijk vestigen.

Rusland ontkent dat het iets met de poging tot moord op Sergei Skripal  te maken heeft. Aleksandr Misjkin en Anatoli Tsjepiga verklaarden in 2018 onder hun valse namen dat ze op het moment van de aanslag in Salisbury waren, maar er niets mee te maken hadden.

Vladimir Poetin bejubelde op 2 november 2018 de ‘unieke capaciteiten’ van de GRU die sinds de gifgasaanval op Sergei Skripal in het Westen in het middelpunt van de belangstelling staat

Hoe GRU-sabotage- en moordoperaties in Tsjechië en Bulgarije Oekraïne probeerden te ondermijnen

26 april 2021 Bellingcat

  • Bellingcat maakte voor het eerst melding van de aanwezigheid van leden van GRU-eenheid 29155 in Bulgarije op het moment dat een Bulgaarse wapenfabrikant in coma raakte na wat werd geïdentificeerd als vergiftiging door een onbekende stof. Tegelijkertijd werden ook de zoon van de ondernemer en de productieleider van zijn fabriek vergiftigd. Een mogelijke tweede vergiftiging – opnieuw met een overlappende reis naar Bulgarije door leden van GRU-eenheid 29155 – leek een maand later te zijn geprobeerd, dagen nadat Gebrev en zijn zoon uit het ziekenhuis waren ontslagen.
  •  We hebben eerder de operaties van een elitesabotage-eenheid binnen GRU-eenheid 29155 geïdentificeerd en beschreven. Deze eenheid voert clandestiene operaties overzee uit, en we hebben eerder vastgesteld dat zij, naast de reeks vergiftigingen in Bulgarije, betrokken was bij de annexatie van de Krim (2014) , destabilisatiepogingen in Moldavië (2014) , een mislukte staatsgreep in Montenegro (2016) , WADA-gekoppelde bewakingsoperaties in Zwitserland (2016-2017) , mogelijke destabilisatieoperaties in Spanje tijdens het referendum over onafhankelijkheid van Catalonië (2017 ) en de moordaanslag op voormalige Russische spion Sergei Skripal in Salisbury, VK (2018).
  • In het eerste deel van dit onderzoek hebben we in totaal zes agenten van deze GRU-eenheid geïdentificeerd die direct of indirect verband hielden met de sabotage van munitiedepots in Tsjechië in oktober 2014 en mogelijk ook in december 2014. Bellingcat ontdekte ook dat Gen Andrey Averyanov – de commandant van eenheid 29155 – reisde undercover naar Oostenrijk en waarschijnlijk door naar Tsjechië gedurende de tijd dat de operatie plaatsvond. Dit was de hoogste betrokkenheid van een GRU-officier bij een clandestiene operatie die tot dusver is vastgesteld.
  • Dit onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met The Insider en Respekt.cz

Hoe GRU-sabotage- en moordoperaties in Tsjechië en Bulgarije Oekraïne probeerden te ondermijnen

In het vorige deel van dit onderzoek onthulde Bellingcat dat de explosies van 2014 van het Vrbetice-munitiedepot het product waren van een ongekende GRU-missie in termen van schaal en anciënniteit van de deelnemende officieren. Minimaal zes senior GRU-undercoveragenten van eenheid 29155 – inclusief de commandant en twee officieren onder diplomatieke dekking – werden naar Centraal-Europa gestuurd om de missie te vergemakkelijken. Ten minste twee van de deelnemers, Alexander Mishkin en Anatoliy Chepiga, ontvingen de hoogste staatsprijs van Rusland – Held van Rusland – en ten minste vier teamleden ontvingen gratis appartementen van de regering in de onmiddellijke nasleep van de operatie, wat het belang van deze missie verder onderstreept. aan de Russische autoriteiten.

Twee open vragen blijven onderwerp van speculatie door de pers: ten eerste, of de sabotageoperatie in Tsjechië in 2014 verband houdt met de vergiftiging van de wapenfabrikant Emilian Gebrev en twee andere Bulgaarse burgers in het voorjaar van 2015 – een connectie gemaakt door de Tsjechische autoriteiten, maar uitgedaagd door Emco, het bedrijf van dhr. Gebrev. Ten tweede, wat zou de onderliggende motivatie kunnen zijn geweest van de sabotageoperatie – en van de daaropvolgende aanslag op het leven van Emilian Gebrev.

Gegevens die door Bellingcat zijn geanalyseerd, ondersteunen de hypothese dat de explosies in Tsjechië in 2014 deel uitmaakten van een GRU-operatie op langere termijn die erop gericht was de capaciteiten van Oekraïne om wapens en munitie aan te schaffen die cruciaal zijn voor de verdediging tegen Russische troepen en door Rusland gesponsorde militanten in de oorlog in Oost-Oekraïne, te verstoren. . De operatie lijkt te zijn begonnen kort na juli 2014, toen de Russische autoriteiten de ongelijksoortige, door Rusland gesteunde militante groepen in de Donbas-regio in Oost-Oekraïne onder centrale controle en militair toezicht van de GRU ondergeschikt maakten. De missie, die lijkt te zijn geleid door de subversie en sabotage-subeenheid van GRU’s Unit 29155, omvatte verschillende aaneengesloten operaties, waaronder de explosies in de Vrbetice-depots, de moordaanslag op Emilian Gebrev,

Deze versie van de gebeurtenissen wordt bevestigd door de overlap van het kleine sabotageteam in de Tsjechische en Bulgaarse operaties; de aaneengesloten opdrachten van de teamleden in de twee landen; en de banden met EMCO – een belangrijke factor in de defensiestrategie van Oekraïne in 2014 en begin 2015 – in beide reeksen operaties. Bovendien blijkt uit telefoongegevens die door Bellingcat zijn geanalyseerd dat verschillende leden van eenheid 29155 in 2014 en 2015 actief hebben gecommuniceerd met Russische militaire officieren die in de Donbas waren ingezet, en met lokale militante commandanten die vochten tegen de centrale regering van Kiev.

Deze hypothese leent zich ook voor redenering, aangezien de enige lopende grootschalige militaire activiteit van Rusland op dat moment in Oekraïne plaatsvond. Van een clandestiene sabotage-eenheid onder leiding van het ministerie van Defensie wordt natuurlijk verwacht dat deze prioriteit geeft aan de afnemende defensieve capaciteiten van de tegenstanders van Rusland in oorlogstijd.

Tegelijkertijd geeft een analyse van de correspondentie tussen EMCO en de depotoperator Imex uit 2014 aan dat het doelwit van de GRU-sabotageoperatie mogelijk niet (uitsluitend) de munitievoorraad van Gebrev was. De gegevens die door Bellingcat zijn beoordeeld, werpen ook twijfel op over de Tsjechische officiële versie van de gebeurtenissen – meest recent gepromoot door de Tsjechische president Miloš Zeman – volgens welke de GRU-eenheid had gepland dat de explosie zou plaatsvinden op Bulgaars grondgebied na repatriëring van de door EMCO gekochte munitie.

Motivatie voor de GRU-aanslagen op Tsjechische depots

Na de aankondiging van de conclusies van de Tsjechische autoriteiten dat de sabotageoperaties in Vrbetice gericht waren op voorraden die eigendom waren van de Bulgaarse wapenfabrikant en handelaar EMCO – die volgens Tsjechische officiële bronnen bedoeld waren voor export naar Oekraïne – bracht het bedrijf een persverklaring uit waarin dit verhaal werd betwist. Het zei dat het ten tijde van de explosies niet van plan was om inventaris van de Vrbetice-depots naar Bulgarije te verplaatsen, noch om het te exporteren naar een land in oorlog – of dat nu Oekraïne of Syrië is.

In eerdere communicatie met de media heeft EMCO gezegd dat de verkoop van munitie aan Oekraïne beperkt was in omvang en tijd .

Deze verklaringen van EMCO lijken overeen te komen met bedrijfsdocumenten en correspondentie met de depotoperator Imex Group, verkregen en gecontroleerd door Bellingcat. Vanaf oktober 2014 was EMCO niet van plan om zijn voorraad in Tsjechië te repatriëren of te verkopen. Dit werd ook expliciet bevestigd door vertegenwoordigers van Imex waarmee contact werd opgenomen door Bellingcat’s Tsjechische onderzoekspartner Respekt .

Echter, zoals het Bulgaarse bedrijf zelf al in februari 2019 erkende, verkocht het eind 2014 munitie aan Oekraïne, en volgens twee bronnen die in 2014 en 2015 dicht bij Oekraïne lagen, militaire aanbestedingen die om anonimiteit vroegen om commentaar te geven op een vertrouwelijke kwestie, het speelde een cruciale rol bij het versterken van het defensievermogen van Oekraïne in een tijd dat zijn territoriale integriteit op het spel stond. Cruciaal was dat EMCO volgens deze bronnen een van de slechts twee EU-bedrijven was die gespecialiseerd waren in het vervaardigen van ultramoderne munitie die compatibel is met wapens uit het Sovjettijdperk, vooral in het bereik met grote boring (120 mm tot 152 mm). Volgens een van de bronnen waren er in 2014 slechts twee fabrieken die compatibele munitie produceerden, en ” het andere bedrijf stond onder effectieve Russische controle.”, Waardoor EMCO de enige mogelijke in het buitenland gevestigde leverancier van munitie voor het Oekraïense leger wordt.

Een van de bronnen beschreef ook een praktijk van de Russische militaire inlichtingendienst die bestond uit het benaderen van wapenhandelaren die munitie hadden die compatibel was met de Oekraïense artillerie, en hen “aanzienlijk boven de marktprijs” aanboden om hun aandelen te kopen, om de toegang van Oekraïne tot de markt te verhinderen. De bron beschreef ook drie scheepsladingen munitie vervaardigd of opgewaardeerd door EMCO die met succes in Oekraïne waren geïmporteerd, hoewel de bron niet specificeerde of EMCO zelf aan Oekraïne verkocht of dat de munitie via een derde land kwam.

EMCO bevestigde aan Bellingcat dat Oekraïne zijn munitie in het bereik van 120 mm tot 152 mm voor Oekraïne heeft geïmporteerd in de periode december 2014 – februari 2015, op basis van een contract ondertekend op 10 november 2014. Het bedrijf zegt dat een deel van de contractuele toezegging niet is gerealiseerd, aangezien het zegt dat het zich heeft onthouden van verzending naar Oekraïne na de ondertekening van de de-escalatieovereenkomst van Minsk-2 in februari 2015 .

Bellingcat heeft een lijst verkregen van de munitie die in november 2014 met EMCO was gecontracteerd uit een van de voormalige Oekraïense aan aanbestedingen gekoppelde bronnen. Het merendeel van de munitie, inclusief de 5.000 munitie met grote diameter van 152 mm, werd geëxporteerd in januari 2015, waarbij de laatste zending werd gerealiseerd op 26 februari 2015. Alleen de munitie van 152 mm werd vervaardigd door EMCO; terwijl de rest van de munitie werd aangekocht bij andere Bulgaarse wapenfabrikanten in staatseigendom.

De totale waarde van het contract bedroeg meer dan 25 miljoen euro (30 miljoen dollar). Niet al het gecontracteerde volume werd echter verkocht aan Oekraïne. De laatste twee items op de lijst – die goed waren voor bijna 20 miljoen euro van de contractwaarde – werden nooit geëxporteerd.

Item  Aantal stuks Toestand  
Ronde voor 2A38-wapens voor 2C6 Tunguska-systeem, 30 × 165 mm, granaten voor 2A42-kanon       60.000 Geleverd koppeling
VOG-25 rond voor granaatwerper GP25 / GP30, 30 mm       10.000 Geleverd koppeling
VOG-25P rond voor granaatwerper GP25 / GP30, 30 mm       10.000 Geleverd koppeling
OG-7V rond voor voor RPG-7V, 40 mm       10.000 Geleverd koppeling
Rond met granaatscherven-explosief langdurig projectiel, volledige lading 152 mm           5.000 Geleverd koppeling
GTB-7VS rond met GTB-7S thermobarische granaat               1.500 Geleverd koppeling
Jet-aangedreven schaal M-21OF voor BM-21 GRAD-systeem, 122 mm       10.000 Niet geleverd koppeling
HEI rond 23 × 115 mm met OF3-lading     250.000 Niet geleverd koppeling

Toen EMCO werd benaderd door Bellingcat, bevestigde het de waarheidsgetrouwheid van de munitielijst inclusief soorten en hoeveelheden. EMCO ontkende berichten in de media dat het extra munitie heeft geëxporteerd via routes naar derde landen.

Eerste twee afbeeldingen: niet-geëxplodeerde Bulgaarse gemaakte OG-7V RPG-raket met 2014 als fabricagedatum, naar verluidt gevonden in de “DNR” na gebruik door de Oekraïense strijdkrachten in de zomer van 2017. Andere Bulgaarse munitie, waarvan sommige ook 2014 als fabricagedatum, werden in april 2017 ook aan het publiek getoond door een separatistische groepering.

Ongeacht het exacte volume van de geëxporteerde munitie, het waargenomen belang van de productie van EMCO als cruciaal voor de defensiebehoeften van Oekraïne tijdens de oorlog met Rusland – niet alleen in termen van de reeds gerealiseerde zendingen maar ook met het oog op de totale contractwaarde – en de mogelijke toekomst invoer – zou waarschijnlijk voldoende zijn geweest om het belang van de GRU om de voorraden van het bedrijf te saboteren te verklaren, evenals hun daaropvolgende aanslag op het leven van Emilian Gebrev en van EMCO’s productiedirecteur.

Gerichte depots

Als EMCO niet van plan was munitie uit zijn opslag in Tsjechië naar Oekraïne te exporteren, zoals zowel EMCO, IMEX als bedrijfscorrespondentie die door Bellingcat wordt gezien suggereert, rijst de vraag: waarom viel de GRU het Vrbetice-depot nr. 16 aan en vernietigde het onder andere , EMCO’s inventaris?

IMEX-vertegenwoordigers bevestigden dat Emco een van de in totaal vier bedrijven was die hun muntion in 2014 op dit depot hadden opgeslagen (twee waren Bulgaars en de overige twee waren Tsjechisch). In de dagen voorafgaand aan de explosie hadden de twee Imex-medewerkers die omkwamen de kratten van een van de twee Tsjechische eigenaren opnieuw geëtiketteerd. Volgens Imex was alleen deze voorraad bedoeld om de volgende dagen uit de opslag te worden gehaald, maar waren er geen exportplannen bekend.

Evenzo werd de munitie opgeslagen in depot nr. 12, dat op 3 december 2014 explodeerde, in voorraad gehouden die eigendom was van verschillende bedrijven, waaronder ook EMCO. Niets van deze inventaris was bedoeld om in 2014 te worden geëxporteerd, vertelde Imex ons.

Het ontbreken van plannen voor EMCO om zijn voorraad te repatriëren, doet twijfels rijzen over de beweringen van de Tsjechische autoriteiten dat de GRU van plan was om de munitie van EMCO op een later tijdstip tot ontploffing te brengen, nadat de voorraden naar Bulgarije waren overgebracht.

Het is daarom mogelijk dat de GRU zich niet specifiek richtte op de munitie-inventaris van EMCO, maar op alle voorraden die in Vrbetice waren opgeslagen als een preventieve maatregel tegen EU-wapenhandelaren die naar Oekraïne exporteren. Dit is een plausibele hypothese, aangezien Tsjechië en Bulgarije beide munitie naar Oekraïne hebben geëxporteerd.

Een alternatieve verklaring kan liggen in het feit dat GRU onjuiste informatie en verwachtingen had over de bedoelingen van EMCO met betrekking tot zijn voorraad opgeslagen in Vrbetice. Uit correspondentie tussen het bedrijf en de Imex Group van begin oktober 2014, verkregen door Bellingcat, blijkt dat Imex – tevergeefs – heeft geprobeerd het Bulgaarse bedrijf te overtuigen zijn munitie op te halen en te repatriëren.

In een brief van 3 oktober 2014 schreef de CEO van Imex, Petr Bernatik, aan de voorzitter van EMCO, Emilian Gebrev, om te klagen dat EMCO nog geen bezit had genomen van de munitie die het bedrijf eerder had gekocht van de Tsjechische wapenhandelaar. Het verzocht om betaling van achterstallige opslagvergoedingen en drong er bij EMCO op aan om zijn voorraad tegen 15 oktober 2014 uit de depots te repatriëren. 10.000 van EMCO’s 120 mm mortiergranaten en meer dan 16.000 van zijn 152 mm grote rondes (volgens andere brieven die tussen de twee bedrijven werden uitgewisseld, vertegenwoordigde dit alle voorraden van EMCO in Tsjechië, met uitzondering van ongeveer 5.000 125 mm tankgranaten).

Bernatik vroeg Gebrev of hij dit aandeel terug zou verkopen aan IMEX voor een verdere verkoop aan de niet-bekendgemaakte klanten:

Volledige brief van 3 oktober 2014

 

 

In een reactie van 7 oktober 2014 heeft Gebrev Imex afgewezen en meegedeeld dat hij de beschikbare voorraad niet wilde verkopen. Hij schreef ook dat hij niet van plan was om de voorraad naar Bulgarije te vervoeren en bood aan om het naar een andere Tsjechische depotoperator te verplaatsen als Imex niet bereid was om het op te slaan:

Volledige brief van 7 oktober 2014

De Tsjechische onderzoekspartner van Bellingcat, Respekt, benaderde Imex Group en vroeg of de “geïnteresseerde klanten” waarnaar in de brief van 3 oktober 2014 wordt verwezen, diegenen waren waarvan wordt aangenomen dat ze de Volkswacht van Tadzjikistan vertegenwoordigen. Zoals de Tsjechische politie en media meldden, waren deze potentiële kopers in feite de GRU-agenten Alexander Mishkin en Anatoliy Chepiga, die valse Moldavische en Tadzjiekse identiteiten gebruikten bij het registreren van hun interesse in een bezoek aan het Vrbetice-depot.

Inschrijving voor Mishkin’s vluchtboeking van Moskou Sheremetyevo naar Praag, 8 oktober 2010, onder zijn schuilnaam “Alexander Petrov”

Imex antwoordde dat deze zaak onderwerp is van lopend strafrechtelijk onderzoek en dat het bedrijf deze vraag niet mag beantwoorden zonder goedkeuring van de aanklagers. De timing van het ongevraagde bod (dat volgens EMCO ongebruikelijk was en niet voor of na dit incident plaatsvond), evenals het feit dat een dag na de weigering van EMCO zes leden van de GRU-eenheid hun vluchtboekingen bevestigden aan Tsjechië, suggereert dat het “aanbod” mogelijk deel uitmaakte van de modus operandi van de GRU om te proberen verkoop aan Oekraïne te voorkomen door preventieve aanbiedingen te doen, zoals beschreven door de Oekraïense bron. De weigering van EMCO om een ​​verkoopdiscussie aan te gaan, kan de (schijnbaar onjuiste) conclusie van de GRU hebben gewekt dat deze voorraad al vooraf was vastgelegd voor een verkoop aan Oekraïne.

De Tsjechische autoriteiten zijn van mening dat de explosies in het Vrbetice-depot voortijdig werden veroorzaakt, en het plan van de GRU was om specifiek de munitie van EMCO op een later tijdstip tot ontploffing te brengen, toen de GRU dacht dat de voorraad in Bulgarije zou zijn geweest. Tsjechische functionarissen hebben echter nog niet het bewijs aangedragen dat hen tot een dergelijke conclusie heeft geleid. Het is onwaarschijnlijk dat deze bevinding is gebaseerd op de ontdekking van enige vertragingsactie of op afstand geactiveerde explosieven die op de plaats delict zijn aangetroffen, omdat de enorme explosies waarschijnlijk geen waarneembaar spoor van enig elektronisch apparaat zouden hebben achtergelaten. Het is mogelijk dat een dergelijke conclusie eenvoudig is gebaseerd op de veronderstelling dat er een plan bestond om de inventaris naar Bulgarije te repatriëren. Zoals blijkt uit de correspondentie tussen EMCO en Imex, het Tsjechische bedrijf leek niet bereid de Bulgaarse voorraad verder op te slaan en nodigde Gebrev uit om de ophaling te regelen. Desalniettemin lijkt de reactie van EMCO dergelijke terugkeerplannen teniet te doen.

Bovendien geeft een volgende brief van Imex aan EMCO uit november 2014 aan dat EMCO zelfs na de explosies niet was begonnen met het verwijderen van (eventuele) munitie naar Bulgarije.

Volledige brief van 11 november 2014

 

 

 

Dit alles doet twijfels rijzen over de hypothese van de Tsjechische autoriteiten dat de GRU van plan was geweest de explosie uit te stellen totdat de munitie terug was in Bulgarije.

De jacht van de GRU op ​​Emilian Gebrev

Of de GRU al dan niet van plan was de munitie in Tsjechië of Bulgarije op te blazen, en of de voorraad van EMCO al dan niet het enige doelwit was van hun sabotage, het lijdt geen twijfel dat dezelfde subgroep van eenheid 29155 die was gekoppeld aan de De explosies van Vrbetice verschoven vervolgens het zwaartepunt naar Bulgarije, en in het bijzonder naar Emilian Gebrev.

Afbeelding: Bellingcat / Yordan Tsalov

Zoals we eerder meldden , vlogen aan de vooravond van de Tsjechische operatie van 25 september 2014 twee leden van eenheid 29155, Denis Sergeev en Egor Gordienko, naar de omgeving van de logistieke basis van GRUnabij de Frans-Zwitserse grens. Daar aangekomen hadden ze regelmatig contact met generaal Andrey Averyanov, commandant van eenheid 29155. Op de ochtend van 13 oktober 2014, toen de sabotageoperatie in Vrbetice haar kritieke fase inging, voegden deze twee agenten zich niet bij hun collega’s in Tsjechië, maar in plaats daarvan. keerde terug naar Moskou. De dag ervoor, zo blijkt uit reisverslagen, was Emilan Gebrev in Moskou geland, samen met zijn vrouw, die aan kanker in een vergevorderd stadium leed, voor een dringende medische behandeling. De twee agenten verbleven in Moskou tijdens het verblijf van het paar daar. Vanwege de lange tijd die sindsdien is verstreken, heeft Bellingcat geen telefoongegevens met geolocatie verkregen om licht te werpen op de vraag of Sergeev en Gordienko bezig waren met surveillance op Gebrev (technisch gezien heeft de GRU geen mandaat om operaties op Russisch grondgebied uit te voeren).

Desalniettemin waren het precies dezelfde twee officieren (vergezeld van een derde undercoverofficier – Sergey Lyutenko) die op 15 februari naar Bulgarije vlogen en – volgens bevindingen van Bulgaarse onderzoekers – een week verbleven in het Hill-hotel naast de kantoren van EMCO, waarbij tenminste één van de drie een kamer aanvraagt ​​met zicht op de ingang van de ondergrondse garage van het bedrijf. Bij een volgend bezoek van de drie GRU-undercoveragenten – van 24 tot 29 april, bleven ze opnieuw in het zicht van Gebrev’s kantoor – in het Kempinski Hotel – en een van hen boekte een kamer met uitzicht op het EMCO-gebouw.

Een week na het vertrek van het trio op 22 februari arriveerde een nieuwe ploeg collega’s van dezelfde GRU-eenheid in Sofia. Dit team bestond uit een van de belangrijkste leden van de Tsjechische sabotageoperatie: Nikolai Yezhov, de officier die generaal Averyanov had vergezeld tijdens zijn verblijf in Oostenrijk en Tsjechië en pas op 3 november was teruggekeerd naar Rusland, iets meer dan twee weken na de eerste operatie. , en een maand voor de tweede explosie in Vrbetice.

Net als bij de vorige ploeg, verbleef het trio in een hotel in de buurt van de kantoren van EMCO en vroeg opnieuw om kamers met een passend uitzicht. Een opmerkelijke toevoeging aan deze tweede ploeg was kolonel Ivan Terentyev, die reisde onder de dekmantel van “Ivan Lebedev”. Zoals blijkt uit het CV van Terentyev, verkregen door Bellingcat, diende hij op dat moment als de commandant van speciale operaties van eenheid 29155 – in feite de plaatsvervanger van generaal Averyanov voor geheime operaties. Net als generaal Averyanov was zijn plaatsvervangend kolonel Terentyev geen frequente clandestiene reiziger – en zijn aanwezigheid in Sofia in 2015 onderstreepte eens te meer het belang van deze missie voor de leiding van de GRU.

Kolonel Ivan Terentyev, ook bekend als “Ivan Lebedev”, foto bij een cv dat door Terentyev werd gebruikt om te solliciteren naar een overheidspositie in 2019, verkregen door Bellingcat.

Dit trio verbleef opnieuw tien dagen in Bulgarije en keerde op 8 maart 2015 terug naar Moskou.

De diplomatieke buidel 2.0

Zoals eerder gemeld , werd het derde bezoek van deze GRU-eenheid dat jaar bijna fataal voor Emilian Gebrev, zijn zoon en EMCO’s productiedirecteur. Op 23 april 2015 keerden Sergeev, Gordienko en Lyutenko terug naar Sofia. Volgens onderzoekers boekte Lyutenko wat nu zijn favoriete kamer leek te zijn met uitzicht op het Hill Hotel – kamer nr. 305 – en de andere twee vonden accommodatie op loopafstand. Op 28 april 2015 kwam een ​​van de drie – vermoedelijk Sergeev– werd vastgelegd op beelden van beveiligingscamera’s die meanderend, in filmische vermomming, tussen de auto’s in de ondergrondse garage waar Gebrev en zijn medewerkers hun auto’s bewaarden. Enkele uren later zouden Gebrev, zijn zoon en zijn productiemanager bezwijken met symptomen van ernstige organofosfaatvergiftiging. Een tweede vergiftigingspoging lijkt een maand later te zijn gedaan – waarbij twee van de drie bovengenoemde GRU-officieren opnieuw in Bulgarije aanwezig waren.

Bulgaarse onderzoekers zijn ervan overtuigd dat een van de drie GRU-officieren op 28 april 2014 een dodelijk gif van de organofosfaatgroep – waartoe Novichok behoort – heeft aangebracht op de deurklinken van auto’s die worden gebruikt door Gebrev en zijn productiedirecteur, de heer Tahchiev. De zoon van Emilian Gebrev is waarschijnlijk die dag blootgesteld aan het gif door incidenteel contact met de auto van zijn vader. Onderzoekers hebben nog niet ontdekt hoe het gif het land is binnengebracht.

Een mogelijk antwoord op deze slepende vraag kan liggen in nog een, eerder niet bekendgemaakte reis door een lid van eenheid 29155 naar een locatie in de buurt van de plaats delict. In het vorige deel van dit onderzoek meldden we dat twee leden van de GRU-sabotage-eenheid onder diplomatieke dekking naar Boedapest reisden aan de vooravond van de Tsjechische depotexplosies, en terugkeerden naar Moskou de dag voordat de sabotage plaatsvond.

Een van diezelfde twee GRU-officieren – kolonel Alexey Kapinos – reisde aan de vooravond van de vergiftigingen in april, wederom onder diplomatieke dekking, naar een locatie op iets meer dan drie uur rijden van Sofia. Op 25 april 2015 vloog kolonel Kapinos naar de luchthaven van Thessaloniki in Griekenland. Op dat moment waren zijn collega’s Sergeev, Gordienko en Lyutenko al in Sofia, 300 km verderop. Uit de gegevens van Russische grensovergangen, gezien door Bellingcat, blijkt dat Kapinos “bezoek van diplomatieke instelling” als doel van zijn reis noemde. Het door Kapinos gekochte retourticket was voor 28 april 2015. Dat was de dag waarop de drie Bulgaren werden vergiftigd.

Boekingen van tickets voor kolonel Alexey Kapinos

Bulgaarse grensregistraties houden niet bij welke diplomaten het land zijn binnengekomen, dus het is niet mogelijk geweest om na te gaan of Kapinos op 25 april Bulgarije is binnengekomen. Wat echter zeker is, is dat Kapinos niet de geplande retourvlucht vanuit Thessaloniki heeft genomen, wat twijfel doet rijzen over zijn “diplomatieke missiebezoek”. In feite, op de avond van 28 april 2015, om 8:55 uur, kwam hij ver weg in Finland op de luchthaven van Helsinki, vanwaar hij een Aeroflot-vlucht naar Moskou nam, volgens Russische grensregistraties. De verblijfplaats van Kapinos tussen zijn aankomst in Thessaloniki op 25 april en zijn verschijning in Helsinki op de avond van de vergiftiging (28 april) is nog niet vastgesteld.

Onderscheidingen en appartementen

Bellingcat heeft kunnen vaststellen dat veel van de deelnemers aan de aangrenzende Tsjechische en Bulgaarse operaties in de periode van november 2014 tot mei 2015 verschillende prestigieuze militaire onderscheidingen hebben ontvangen. Bellingcat heeft eerder gemeld dat zowel Mishkin als Chepiga de hoogste militaire en politieke onderscheiding van Rusland hebben ontvangen, “Held van Rusland”, verleend via geheime presidentiële decreten eind 2014. Foto’s van Gordienko en Terentyev laten zien dat de twee in mei 2015 een aantal medailles hadden ontvangen, waaronder de Orde van Moed. Een CV van Lyutenko gezien door Bellingcat laat zien dat hij deze medaille in 2015 ontving. Verder hebben we bevestigd dat ten minste vier leden van het GRU-team die aan deze twee operaties hebben deelgenomen – Mishkin, Chepiga, Gordienko en Vladimir Moiseev (die de omslagidentiteit “Vladimir Popov” tijdens een GRU-operatie in Montenegro) – ontving gratis appartementen, waarvan drie in hetzelfde appartementencomplex in Moskou, in de periode tussen november 2014 en mei 2015.

 

Vastgoedinvoer voor de nieuwe appartementen in Moskou (van links naar rechts): Mishkin, Gordienko en Moiseev

Deze appartementen waren voorheen eigendom van de gemeente Moskou. Volgens de Russische wet hebben de ontvangers van Hero of Russia-onderscheidingen recht op verschillende secundaire arbeidsvoorwaarden , waaronder gemeentelijke appartementen. Het is daarom waarschijnlijk dat niet alleen Mishkin en Chepiga, maar ook andere leden van de twee GRU-operaties Hero of Russia-onderscheidingen hebben ontvangen, wat de hoge prioriteit van deze missies naar het Kremlin nog meer onderstreept.

Dit onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met Der Spiegel en Respekt.cz

Christo Grozev, Pieter van Huis en Yordan Tsalov waren de primaire onderzoekers voor Bellingcat.

Tsjechië zet achttien Russen het land uit om explosie in munitiedepot 18 april 2021

Hoge GRU-leider rechtstreeks betrokken bij explosie van Tsjechische wapenopslagplaatsen

20 april 2021 Bellingcat

  • In 2018 identificeerden Bellingcat en zijn onderzoekspartner The Insider de twee personen die de Britse politie beschuldigde van de Novichok-vergiftiging van Sergey en Yulia Skripal als GRU-officieren, kolonel Aleksandr Misjkin en kolonel Anatoli Tsjepiga. In 2019 identificeerde Bellingcat een derde GRU-officier die betrokken was bij de vergiftigingsoperatie, generaal-majoor Denis Sergeev. 
  • In een volgend onderzoek identificeerde Bellingcat Denis Sergeev als de senior agent van GRU’s Unit 29155 die toezicht hield op de vergiftigingsoperatie van Emilian Gebrev, een Bulgaarse wapenfabrikant in 2015.
  • In 2020 kondigde Bellingcat aan dat leden van eenheid 29155 – waaronder Chepiga en Mishkin – aanwezig waren in Tsjechië in de periode dat een groot wapendepot explodeerde in Noord- Moravië.
  • Op 17 april 2021 maakten de Tsjechische autoriteiten hun eigen bevindingen bekend dat GRU-eenheid 29155 achter de explosies van Tsjechische munitiedepots in 2014 zat. De Tsjechische politie baseerde haar conclusie op recent ontdekte e-mailcorrespondentie waarin Alexander Petrov en Anatoly Chepiga, gebruikmakend van valse identiteiten, om toegang vroegen tot de munitieopslagfaciliteiten op exact hetzelfde moment dat de explosie plaatsvond
  • Dit onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met The Insider, Der Spiegel en Respekt.cz

Bellingcat heeft vastgesteld dat bij de GRU-operatie die de Tsjechische autoriteiten in verband hebben gebracht met de explosie van het munitiedepot in Vrbetice op 16 oktober 2014 ten minste zes agenten van GRU-eenheid 29155 betrokken waren. , een senior plaatsvervanger van het hoofd van de GRU, die op het exacte tijdstip van de operatie undercover naar Centraal-Europa reisde en slechts enkele uren na de explosie terugkeerde naar Moskou. Dit was een van de slechts twee bekende clandestiene operaties waarvoor generaal Averyanov persoonlijk naar het buitenland is gereisd, wat aangeeft hoe belangrijk deze subversieve missie voor de Russische regering is. Generaal Andrey Averyanov is een hoge militaire ambtenaar die, op basis van telefoongesprekken beoordeeld door Bellingcat,  

Hoge GRU-leider rechtstreeks betrokken bij explosie van Tsjechische wapenopslagplaatsen

Bij de operatie waren ook ten minste twee GRU-officieren betrokken die onder diplomatieke dekking naar Boedapest reisden, op ongeveer vijf uur rijden van het munitiedepot, kort voor de explosies. Met name reisde ten minste een van dezelfde diplomaten enkele maanden later naar een regio binnen een vergelijkbaar bereik van de Bulgaarse hoofdstad, tijdens de dagen dat Emilian Gebrev werd vergiftigd met een chemisch wapen door de leden van dezelfde GRU-eenheid.

Reisgegevens die door Bellingcat zijn ontdekt, wijzen er ook op dat de operatie aanvankelijk waarschijnlijk op een eerdere datum was gepland, maar vanwege onbekende omstandigheden met ongeveer een week werd uitgesteld. De operatie schijnt te hebben geleid tot verschillende gecoördineerde reizen van leden van eenheid 29155 naar Tsjechië via naburige landen, evenals een voorbereidingsmissie in Zwitserland.

De voorbereiding

Op 25 september 2014 vlogen generaal-majoor Denis Sergeev en luitenant-kolonel Egor Gordienko van Moskou naar Genève en checkten in bij het Nash Airport Hotel. Ze reisden onder de door GRU uitgegeven cover-identiteiten van “Sergey Fedotov” en Georgy Gorshkov. Bellingcat zou Sergeev later identificeren als de “derde man” in de Skripals-vergiftigingsoperatie van 2018, en zowel hij als “Gorshkov” zouden zes maanden later naar Bulgarije reizen om Emilian Gebrev, de Bulgaarse wapenfabrikant, te vergiftigen. 

De ochtend na aankomst in Genève huurden Sergeev en Gordienko een BMW 116i van Sixt. Tegen de tijd dat de twee de auto vijf dagen later bij de verhuurder inleverden, hadden ze 545 kilometer afgelegd, blijkt uit documenten verkregen door Bellingcat. Een eerder onderzoek van Bellingcat had uitgewezen dat Sergeevs telefoon zich tijdens reizen naar Genève in de buurt van Chamonix bevond , een Frans skioord op 60 km van Genève. Franse media berichtten laterdat westerse inlichtingendiensten hadden ontdekt dat eenheid 29155 hier een verborgen logistieke basis had opgezet. Het is niet zeker wat het doel van deze reis was, maar gedurende deze dagen communiceerde Sergeev actief met zijn baas – kolonel generaal Andrey Averyanov. Telefoongegevens die eerder door Bellingcat zijn verkregen, laten zien dat Sergeev altijd nauw contact hield met Averyanov (beide mannen die brandertelefoons gebruikten) tijdens al zijn overzeese operaties – ook tijdens de Skripal-vergiftigingsoperatie.

Generaal Andrey Averyanov

Op 2 oktober 2014 boekte de commandant van de twee spionnen – generaal Andrey Averyanov – vliegtickets van Moskou naar Lissabon voor een vlucht twee dagen later, op zaterdag 4 oktober. Averyanov reisde als toerist onder zijn schuilnaam Andrej Overyanov – die slechts een enkele letter verschilde van zijn echte naam. Het is niet duidelijk of de GRU-generaal iemand in de Portugese hoofdstad moest ontmoeten of gewoon de Schengenruimte moest betreden via het land dat een visum had afgegeven aan zijn cover persona. Hij had op 7 oktober een doorreisbiljet van Lissabon naar Wenen gekocht, maar maakte er geen gebruik van. In plaats daarvan nam Averyanov later diezelfde dag – 4 oktober 2014 – een vlucht naar Genève, waar Sergeev en Fedotov zaten te wachten. Twee dagen later – 6 oktober – keerde hij terug naar Moskou met een aansluitende vlucht via Warschau.

De volgende dag meldden generaal Averyanov en vier andere leden van eenheid 21955 zich te werken bij Khoroshevskoe Shosse 76B, het GRU-hoofdkwartier in Moskou. Ze kochten allemaal kaartjes voor verschillende vluchten die hen de week daarop binnen een paar uur rijden van het Tsjechische munitiedepot zouden plaatsen.

Links: een foto van GRU-commandant Andrey Averyanov uit het Odnoklassniki-account van een familielid. Rechts: een foto van luitenant-kolonel Egor Gordienko.

Vliegen in formatie

Op 7 oktober 2014 boekte generaal Averyanov – opnieuw gebruikmakend van zijn paspoort onder de naam “Overyanov”, een vlucht van Aeroflot naar Wenen met aankomst op 13 oktober 2014. De terugvlucht duurde twee dagen later, op 15 oktober.

Tegelijkertijd kocht luitenant-kolonel Nikolay Yezhov, ook lid van eenheid 29155, een kaartje naar Wenen voor 11 oktober 2014 en was hij van plan om twee dagen eerder dan zijn baas aan te komen. Net als Averyanov kocht hij op 15 oktober een retourticket. Hij zou reizen onder zijn alias, Nikolay Kononikhin.

Op hetzelfde moment kochten twee andere leden van eenheid 29155 – Dr. Alexander Mishkin en kolonel Anatoly Chepiga, hun eigen kaartjes voor Centraal-Europa. Net als Jezjov zouden ze op 11 oktober vliegen, maar naar Praag, niet naar Wenen. Ze boekten hun kaartjes onder hun nep-identiteit van verkopers van sportvoeding: “Alexander Petrov” en “Ruslan Boshirov” – dezelfde persona’s die vier jaar later als ongemakkelijke toeristen op de RT-televisiezender zouden verschijnen. Uit ticketgegevens blijkt dat ze geen retourtickets hadden gekocht, waardoor hun retourdatum open bleef.

Nog twee leden van eenheid 29155 kochten die ochtend ook vliegtickets. In tegenstelling tot de anderen zouden ze echter onder hun eigen naam vliegen: Alexey Kapinos en Evgeniy Kalinin. Bovendien zouden de twee reizen onder de dekmantel van diplomaten met diplomatieke post – op een officiële reis naar de Russische ambassade in Boedapest. De tickets voor de heenreis van de twee agenten naar Boedapest waren voor 10 oktober 2014 en de terugkeer zou, net als die van Averyanov en Jezjov, plaatsvinden op 15 oktober 2014.

Een afbeelding met details over de bewegingen van GRU-agenten in de dagen vóór een explosie in een munitiefabriek in Vrbetice, Tsjechië.

De bedevaart naar Vrbetice

De volgende dagen kwamen de vijf GRU-agenten samen in Centraal-Europa. “Petrov” en “Boshirov” landden op 11 oktober in Praag, checkten in in een hotel en plaatsten zelfs een foto op sociale media vanuit het oude stadscentrum. Dit bericht zou uiteindelijk het volgen van het paar mogelijk maken in de nasleep van de Skripal-vergiftigingen.

Ongeveer tegelijkertijd landde Nikolay Jezjov in Wenen. Op 13 oktober arriveerde Jezjovs baas, Andrej Averyanov, in Wenen. Op dezelfde dag verhuisden “Boshirov” en “Petrov” van Praag naar Ostrava, ongeveer een uur rijden van het munitiedepot, waar ze incheckten in Hotel Corrado. Uit telefoongegevens blijkt dat de telefoon van Averyanov slechts een paar uur na zijn aankomst op 13 oktober verbinding had gemaakt met Oostenrijkse netwerken en pas in de middag van 16 oktober opnieuw verbinding maakte. Een werkhypothese is dat Jezjov en Averyanov naar Ostrava reden – iets meer dan drie uur met de auto vanuit Wenen – waar de twee agenten opnieuw bijeenkwamen met Mishkin en Chepiga, evenals – waarschijnlijk met de twee diplomatieke dekmantelofficieren Kapinos en Kalinin – om te helpen bij de voorbereidingen voor het planten van op afstand bestuurbare explosieven in het magazijn van Vrbětice. 

Het is nog niet duidelijk wanneer en hoe het GRU-team toegang heeft gekregen tot de locatie van het munitiedepot om de explosieven te planten. Zoals onthuld door de Tsjechische politie en media, vroegen Chepiga en Mishkin, die zich voordeden als potentiële kopers van wapens van de Volkswacht van Tadzjikistan, toegang tot de beperkte site van het depot voor de periode 13-17 oktober 2014 van Imex, een van de belangrijkste opslag operators bij het munitiedepot. Het is onduidelijk of de twee toegang hebben gekregen tot de site via hun contact met Imex (vertegenwoordigers van het bedrijf zeggen dat de twee nooit zijn komen opdagen), of via een andere route – ook via een andere opslagoperator. Echter, om 9.45 uur op 16 oktober 2014 ontplofte munitiedepot nr.16 in Vrbetice, waarbij 58 ton munitie werd vernietigd, gebouwen werden gewist en twee medewerkers van de door Imex gerunde opslagfaciliteit werden gedood.

Pasfoto’s die Mishkin en Chepiga hebben gebruikt om hun belangstelling voor een bezoek aan een wapendepot in Vrbetice te tonen.

De terugkeer

Minuten nadat het munitiedepot in Vrbetice explodeerde, gingen Anatoly Chepiga en Alexander Mishkin aan boord van hun Aeroflot-vlucht van Wenen naar Moskou. De Aeroflot-vlucht vertrok om 10.05 uur.

De andere twee GRU-officieren, generaal Averyanov en luitenant-kolonel Nikolay Yezhov, reden later die dag terug naar Wenen en gingen rechtstreeks naar het vliegveld. Averyanov – die de vorige dag zijn terugvlucht had gemist – kocht om 18:17 uur een nieuw ticket op de luchthaven van Wenen en vloog die avond om 22:46 uur terug naar Moskou. 

Nikolay Jezjov, die een dag eerder ook zijn terugvlucht had gemist, vloog enkele dagen niet terug naar Moskou. Hij bleef achter in Oostenrijk en maakte verschillende voorlopige boekingen voor een retourvlucht tussen 27 oktober en 2 november, om uiteindelijk op 3 november 2014 terug te vliegen naar Moskou. Op dit moment hebben we geen informatie of hij tijdens deze periode in Oostenrijk verbleef of terugkeerde naar Tsjechië. periode. 

Een verfijnde operatie

De bevindingen van Bellingcat in dit eerste onderzoek naar de explosie van het Tsjechische munitiedepot in 2014 bevestigen de verklaringen van de Tsjechische autoriteiten die eenheid 29155 van GRU in verband brengen met de explosies in 2014. Ze schetsen ook het beeld van een veel geavanceerdere operatie dan eerder werd gedacht, waarbij niet alleen ten minste zes undercover GRU-officieren betrokken waren, maar die de directe deelname van de commandant van eenheid 29155, generaal Averyanov, schijnen te vereisen. Hoge inlichtingencommandanten van deze rang reizen niet routinematig undercover vanwege operationele risico’s, en onze analyse van reisgegevens toont aan dat Averyanov in 2015 slechts op één andere missie reisde, onder dekking van identiteit. 

De directe betrokkenheid van generaal Andrey Averyanov houdt ook nauw verband met het politieke leiderschap in Rusland. Averyanov is niet alleen een hoge commandant van de Russische militaire inlichtingendienst die – op basis van door ons geanalyseerde telefoongegevens – rechtstreeks rapporteert aan de directeur van GRU. Hij communiceert ook rechtstreeks met het Kremlin, waaronder – zoals blijkt uit Averyanovs telefoongesprekken – met het kantoor van minister van Buitenlandse Zaken Lavrov, met wie hij herhaaldelijk communiceerde voor en na de Skripal-vergiftiging. 

Met name lijkt de omvang en het belang van de operatie voor het Kremlin te worden onderstreept door een aantal militaire onderscheidingen die zijn toegekend aan leden van de eenheid die direct hebben deelgenomen aan de onmiddellijke nasleep van de missie. We hebben eerder gemeld dat Alexander Mishkin en Anatoly Chepiga in december 2014 de hoogste militaire onderscheiding van Rusland ontvingen, terwijl andere leden van het team, waaronder Gordienko en Jezjov, ongeveer tegelijkertijd andere militaire onderscheidingen ontvingen, blijkt uit gelekte documenten die door ons zijn beoordeeld. Deze omstandigheden samen impliceren het belang van deze operatie voor het militaire en politieke leiderschap van Rusland, evenals de perceptie van de missie als een succes.

In een volgend rapport zullen we de waarschijnlijke motieven voor deze operatie analyseren, evenals het verband met de daaropvolgende vergiftiging van drie Bulgaarse burgers in 2015.

Dit onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met The Insider, Der Spiegel en Respekt.cz

Christo Grozev en Yordan Tsalov dienden als de primaire onderzoekers voor Bellingcat.

Ruslands Clandestiene Chemische Wapenprogramma en de GRU Eenheid 29155

23 oktober 2020 Bellingcat

Op 15 oktober 2020 legde de Europese Unie sancties op aan zes hoge Russische functionarissen en een vooraanstaand Russisch onderzoeksinstituut vanwege het vermeende gebruik van een zenuwgas van de familie Novichok bij de vergiftiging van oppositieleider Alexej Navalny.

Ruslands Clandestiene Chemische Wapenprogramma en de GRU Eenheid 29155

Rusland verwierp de aantijgingen van de EU dat het niet had voldaan aan zijn verplichtingen uit hoofde van het in 1997 geratificeerde verdrag om zijn programma voor chemische wapens stop te zetten als ongegrond. Russische functionarissen zeiden dat Rusland niets te maken had met Navalny’s vergiftiging en suggereerden dat als een partij zenuwgassen tegen hem had gebruikt, het westerse geheime diensten zouden zijn geweest. Vladimir Poetin, die in 2017 persoonlijk toezicht had gehouden op de vernietiging van de laatst overgebleven Russische voorraad chemische wapens, belachelijk gemaakt de bevindingen van vier afzonderlijke laboratoria, bevestigd door de OPCW, dat een organoposfaatgif van het Novichok-type werd geïdentificeerd in het bloed van Alexej Navalny.

Twee jaar eerder, in 2018, had Rusland de beschuldigingen dat zijn militaire inlichtingendienst Novichok had gebruikt om de voormalige Russische spion Sergei Skripal en zijn dochter te vergiftigen, als ongegrond afgewezen. Evenzo had Rusland toen verklaard dat het geen lopend programma voor chemische wapens had en al zijn eerdere arsenalen had vernietigd; terwijl ze erop wijzen dat Britse agentschappen mogelijk hun eigen voorraad Novichok hebben gebruikt om de Skripals te vergiftigen in een valse vlagoperatie.

Een onderzoek van een jaar door Bellingcat en zijn onderzoekspartners The Insider en Der Spiegel, met bijdragen van onderzoeken van RFE / RL, heeft bewijs gevonden dat Rusland zijn Novichok-ontwikkelingsprogramma heeft voortgezet tot ver na de officieel aangekondigde sluitingsdatum. Uit gegevens blijkt dat militaire wetenschappers, die betrokken waren bij het oorspronkelijke programma voor chemische wapens terwijl het nog werd geleid door het ministerie van Defensie, verspreid waren over verschillende onderzoeksinstituten die onderling bleven samenwerken in een clandestien, verspreid R & D-programma. Hoewel sommige van deze instituten geïntegreerd waren met het ministerie van Defensie – maar hun werk als onderzoek naar tegengif tegen organofosfaatvergiftiging camoufleerden – verhuisden andere onderzoekers naar civiele onderzoeksinstituten, maar zijn ze mogelijk onder dekking van civiel onderzoek blijven werken aan het vervolgprogramma.

Ons onderzoeksteam is van mening dat het St. Petersburg State Institute for Experimental Military Medicine van het Ministerie van Defensie (“GNII VM”), waarschijnlijk met de hulp van onderzoekers van het Scientific Center Signal (“SC Signal”), sinds 2010 de leiding heeft genomen rol in de voortdurende R&D en bewapening van het Novichok-programma uit het Sovjettijdperk.

Cruciaal voor onze conclusies is dat we bewijs hebben gevonden dat wijst op een nauwe coördinatie tussen deze twee instituten en een geheime subeenheid van militaire eenheid 29155 van de Russische militaire inlichtingendienst, de GRU. Deze eenheid is eerder in verband gebracht met de vergiftigingspogingen op Emilian Gebrev in Bulgarije in 2015 en Sergey en Yula Skripal in het Verenigd Koninkrijk in 2018. Telecomgegevens die we hebben verkregen laten zien dat het in St. Petersurg gevestigde instituut intensief communiceerde met leden van de moordteam tijdens de planningsfase van de Skripal-missie, terwijl ze ook – op sterk gecorreleerde momenten – communiceerde met wetenschappers van SC Signal.

De twee onderzoeksinstituten lijken ook samenwerken met de 33 ste Centraal Experimentele Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek van het Ministerie van Defensie, gelegen in het centrum van Shikhany. Dit bureau was oorspronkelijk betrokken bij het onderzoeken en testen van het Russische programma voor chemische wapens.

Bovendien heeft ons onderzoek aangetoond dat deze twee instituten – ook tijdens de planning van de operatie Skripal – veelvuldig in contact stonden met het Russische Wetenschappelijk Instituut voor Organische Chemie en Technologie (“GosNIIOHT”), de instantie die belast was met het toezicht op de vernietiging van Ruslands arsenaal aan zenuwgassen en zorgen voor de beëindiging van het CW-programma van het land.

De rol van het 33 ste Centraal Instituut en het GosNIIOHT bij de ontwikkeling van het Russische zenuwstelselprogramma was eerder bekend, en deze twee instituten werden gesanctioneerd door de Europese Unie. Noch GNII VM noch SC Signal zijn echter gesanctioneerd door Europese of Amerikaanse regeringen, en het lijkt erop dat hun werk buiten de focus van de westerse inlichtingendiensten is gebleven.

Extreme toxicologie bij GNII VM

Het uitgestrekte complex van het Instituut voor Experimentele Militaire Geneeskunde buiten St. Petersburg. Foto: The Insider

GNII VM, het Instituut voor Experimentele Geneeskunde van het Ministerie van Defensie, is een geheime militaire onderzoekseenheid net buiten Sint-Petersburg. Er is weinig openbare informatie over de structuur, het personeel en de projecten van dit etablissement. Een beknopte lijst van de geschiedenis en functies van het instituut op de website van het ministerie van Defensie suggereert dat het vóór 2015 bestond als een aanvullend onderzoekscentrum binnen de Russische militaire medische academie Kirov, en was gericht op onderzoek naar ‘ de ergonomische eigenschappen van Russische bewapening. “Vanaf mei 2015 kreeg het instituut echter autonomie en een nieuwe focus, waaronder” organisatie van wetenschappelijk onderzoek in het belang van de Russische defensie en nationale veiligheid “en”testen van de ontwikkelde producten. ”Een interne presentatie van het instituut in 2017, verkregen door ons team, toont aan dat – althans officieel – de belangrijkste functies het ontwikkelen en testen van medische noodapparatuur, medicatie en behandelingstechnieken voor gebruik in oorlogstijd waren. In het bijzonder meldde het instituut dat het een tegengif aan het ontwikkelen was tegen organofosfaatvergiftiging, waarvan de ontwikkeling zich – in 2017 – in een “preklinische testfase” bevond. Een zeldzame aankondiging van een openbare lezing uit 2018 laat zien dat vooraanstaande onderzoekers van het instituut zich specialiseerden in de effecten van organofosfaatvergiftenop het menselijk lichaam – en volgden de internationale ontwikkeling van tegengiffen daarvoor. (Gifstoffen uit de Novichok-groep vallen in de grotere groep van organofosfaten – waartoe ook bepaalde pesticiden behoren).

 

Het St. Petersburg instituut wordt geleid door Sergey Chepur, een 50-jarige militaire arts en expert in extreme toxicologie, met een speciale interesse in de effecten van organofosfaatvergiften op het menselijk lichaam . Er zijn geen open-sourcefoto’s van de regisseur Sergey Chepur, en een zeldzame openbare vermelding van zijn naam is opgenomen in een aankondiging in september 2020 van een prestatieprijs voor zijn bijdrage aan de militaire geneeskunde.

Sergey Chepur en Unit 29155’s

Als onderzoeksinstituut ten dienste van het ministerie van Defensie heeft het Sint-Petersburgs instituut een legitiem en aannemelijk belang bij het ontwikkelen van antidota voor zenuwgassen, waaronder organofosfaten. Telecomgegevens die we hebben verkregen, laten echter zien dat belangrijke onderzoekers van het instituut geïntegreerd zijn met de Russische militaire inlichtingendienst, inclusief de eenheid voor zwarte operaties (een clandestiene subeenheid van eenheid 29155 van GRU) in een mate die niet kan worden verklaard uit puur defensieve overwegingen. Nadat hij aanvankelijk het telefoonnummer van de voorzitter van het instituut, Sergey Chepur, tegenkwam in telefoongesprekken van de commandant van eenheid 29155, generaal-majoor Andrey Averyanov, bleef hetzelfde nummer opduiken in de telefoongegevens van andere leden van het black-ops-team, waaronder de hoofdverdachten bij de vergiftigingen in Bulgarije en het VK. Dit bracht ons ertoe om Chepur’s eigen telefoongegevens op te halen. Ze toonden aan dat hij herhaaldelijk had gecommuniceerd met ten minste vier leden van het clandestiene team, en dat de communicatie een hoogtepunt bereikte vlak voor de undercover internationale operaties van de GRU-officieren. Bovendien bevatten de telefoongegevens metadata die aantoonden dat Sergey Chepur het hoofdkantoor van de GRU bezocht tijdens wat leek op voorbereidingsbijeenkomsten aan de vooravond van de operatie in Salisbury in 2018.

In de periode van november 2017 tot begin maart 2018 – wanneer de Skripal-vergiftigingsoperatie gepland zou zijn door de GRU – sprak Chepur herhaaldelijk met leden van eenheid 29155. Hij sprak of sms’te met de commandant van de eenheid, Andrej Averyanov, minstens 65 keer ( de gegevens over deze interacties werden verwijderd uit de telefoongegevens van Averyanov, maar bleven zichtbaar in de metagegevens van de telefoon van Chepur). In deze periode communiceerde hij ook herhaaldelijk met generaal-majoor Denis Sergeev, ook bekend onder zijn schuilnaam “Sergey Fedotov”, die toezicht hield op zowel de Gebrev-vergiftigingsoperatie in 2015 als de Skripal-vergiftiging in 2018. Chepur sprak en sms’te ook vele malen met Alexander Mishkin (ook bekend als “Alexander Petrov”), een van de twee verdachten die door de Britse wetshandhaving werden gezocht vanwege de Skripal-vergiftigingen, evenals met kolonel Alexander Kovalchuk. Zowel Kovalchuk als Mishkin maken deel uit van het GRU-team voor clandestiene operaties en zijn artsen die zijn afgestudeerd aan de medische militaire academie Kirov in Sint-Petersburg. Alexander Kovalchuk reisde niet naar het Verenigd Koninkrijk tijdens de missie in Salisbury, maar bleef op het hoofdkwartier van de GRU gedurende de drie dagen van de operatie die zich uitstrekte tot in het weekend.

Uit telefoongegevens voor 2017 en 2018 blijkt dat Sergey Chepur drie maanden voor de Skripal-vergiftiging voor het eerst contact opnam met Aleksandr Misjkin , op 30 december 2017. De volgende dag nam Mishkin, die onder de valse identiteit van ‘Alexander Petrov’ reisde, een vlucht van Rusland naar Zwitserland, blijkt uit zijn reisgegevens. Op de dag dat Mishkin naar Genève vertrok, kwam kolonel Anatoly Chepiga – ook bekend als ‘Ruslan Boshirov’, de tweede verdachte in de Skripal-vergiftigingen – terug van Genève naar Moskou. In de periode van Kerstmis 2017 tot eind februari 2018 reisden ten minste vijf leden van eenheid 29155 volgens een gespreid schema naar Zwitserland, waarbij gewoonlijk ten minste twee undercoveragenten tegelijkertijd in het land waren. Het laatste lid van het team vertrok op 1 maart 2018 van Genève naar Moskou, dezelfde dag waarop Sergeeev,

Bellingcat heeft eerder gerapporteerd over de relevantie van Zwitserland als een veelbezochte locatie door eenheid 29155 en heeft de hypothese gesteld dat de Skripal-aanval daar mogelijk was voorbereid, of dat de GRU misschien had verwacht dat Sergei Skripal tijdens de vakantieperiode naar Zwitserland zou reizen. De telefoontjes tussen Chepur en Mishkin in de onmiddellijke aanloop naar de “nieuwjaarsreizen” bevestigen onze eerdere hypothese. Het is onwaarschijnlijk dat het relatief kleine GRU-eliteteam de capaciteit zou hebben gehad om in zo’n korte tijd aan twee afzonderlijke operaties te werken.

 

Onmiddellijk na Mishkin’s terugkeer uit Zwitserland op 12 januari 2018, had Sergey Chepur verschillende telefoontjes met Mishkin en zijn baas Andrey Averyanov, op 13, 14, 17 en 18 januari. Een maand voor de operatie in Salisbury, op 2 en 3 februari 2018, Chepur werd voor het eerst benaderd door Denis Sergeev. Serveev, zoals we eerder meldden , hield toezicht op de vergiftigingsmissie vanuit een hotelkamer in Londen, waar hij continu communiceerde met het telefoonnummer van een brander in Rusland. Op de avond van 12 februari 2018 nam Chepur in de loop van 17 minuten (van 20:59 tot 21:16) contact op met drie GRU-officieren van de clandestiene eenheid: Mishkin, Sergeev en Kovalchuk.

Op 18 januari maakte Chepur een eendaagse reis naar Moskou en bracht de dag door op het GRU-hoofdkantoor. Metadata van Mishkin, Sergeev en Kovalchuks telefoon laten zien dat ze zich op hetzelfde moment op dezelfde locatie bevonden. De vorige dag was Denis Sergeev teruggekeerd uit Genève, waar hij een week had doorgebracht.

Chepur had ook een groot aantal interacties met het GRU-team op 23 februari 2018. In Rusland wordt deze datum gevierd als Dag van de Verdediger van het Vaderland en het is gebruikelijk dat het leger feestelijke berichten naar elkaar stuurt. Chepur’s communicatie met de GRU-teamleden onderscheidt zich echter van de rest, aangezien ze tot laat in de avond doorgaan en eindigen met een gesprek om middernacht (23:59) met Alexander Kovalchuk. Het aantal interacties en de nachtelijke uitwisselingen suggereren dat ze waarschijnlijk verband hielden met de planning van de Skripal-operatie, die slechts een week later zou plaatsvinden.

Cruciaal was dat Chepur op 27 februari 2018, slechts drie dagen voordat het GRU-trio naar Londen vertrok, voor een eendaagse reis naar Moskou vloog. Bij aankomst in Moskou communiceerde hij met verschillende GRU-officieren en met leden van een ander onderzoeksinstituut, SC Signal. Daarna vertrok hij naar het hoofdkwartier van de GRU waar hij enkele uren doorbracht. Sergeev, Mishkin en Kovalchuk waren tegelijkertijd ook aanwezig op het GRU-hoofdkwartier.

Na zijn verblijf van drie uur pleegde Chepur nog twee telefoontjes met een belangrijke onderzoeker van SC Signal. Chepur dan verplaatst naar het grondgebied van de 27 ste Militaire Wetenschappelijk Centrum op Baumanskaya St. Tijdens dit bezoek, die duurde iets meer dan een uur, had hij verschillende andere gesprekken met één van SC Signal lood wetenschappers en organofosfaten specialisten, Victor Taranchenko.

Onze hypothese is dat tijdens deze dag – 27 februari 2018 – de laatste voorbereidingen werden getroffen voor de aanstaande moordmissie in Salisbury in Moskou, inclusief de levering van het gif en de gereedschappen voor de applicators, aan de GRU black-ops-eenheid.

SC-signaal: van Novichok tot sportdrankjes

Een belangrijk onderdeel van het officiële Russische programma voor chemische wapens voordat het werd beëindigd, werd uitgevoerd door het 33ste Centraal Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek van het Ministerie van Defensie. Dit instituut, gevestigd in de voorheen gesloten militaire stad Shikhany-2 nabij Saratov, was de R & D-basis voor de ontwikkeling van een bijzonder krachtige streng van organofosfaat zenuwgassen die gewoonlijk “Novichoks” worden genoemd. Een ander militair instituut dat een ondersteunende rol had bij de ontwikkeling en het testen van zenuwgassen was het 27 ste Wetenschappelijk Centrum (dat kortstondig werd opgenomen in het 33 ste Centrum); dit instituut houdt toezicht op een van de twee Russische chemisch-analytische laboratoria die zijn geaccrediteerd door de OPCW.

Bij het analyseren van de metagegevens van Sergey Chepur, hebben we een verband vastgesteld tussen zijn oproepen en bezoeken met eenheid 29155 van GRU en oproepen met verschillende onderzoekers die voorheen voor het 27e Wetenschappelijk Centrum hadden gewerkt. Deze omvatten de voormalige voorzitter van het centrum – Artur Zhirov, evenals zijn voormalige collega’s Andrey Antokhin en Victor Taranchenko. Chepur sprak met Artur Jirov op 11, 18 en 30 januari 2018, op een van de dagen – de 18 – niet lang na een telefoontje met Alexander Mishkin. De meest opvallende correlatie is echter met Chepur’s communicatie met Viktor Taranchenko. Taranchenko was de eerste persoon die Chepur belde toen hij op 27 februari in Moskou landde en vlak voordat hij naar het GRU-hoofdkwartier vertrok. Toen hij eenmaal bij de GRU was en vermoedelijk tijdens de planningsbijeenkomst voor de komende operatie in Salisbury,

Terwijl ze nog in het 27e Wetenschappelijk Centrum werkten, hadden Taranchenko en zijn collega Antokhin zich gespecialiseerd in onderzoek naar cholinesteraseremmers, een brede klasse waartoe de Novichok en andere krachtige zenuwgassen behoren . Artur Zhirov daarentegen was gespecialiseerd in onderzoek naar nano-inkapseling: een innovatieve techniek waarmee chemische verbindingen kunnen worden ingebed in een celachtige membraanbedekte structuur die is gemaakt van andere verbindingen. Deze techniek bleek een veelbelovende oplossing voor de noodzaak om het optreden van de effecten van bepaalde geneesmiddelen uit te stellen.

Taranchenko was, net als Antokhin en verschillende andere belangrijke onderzoekers van het 27e Wetenschappelijk Centrum, hun voormalige baas gevolgd in 2010 toen hij het Centrum verliet om de oprichter en CEO te worden van een nieuw wetenschappelijk onderzoekscentrum dat werd opgericht door middel van een presidentieel decreet , het algemeen genoemde Wetenschappelijk Centrum. Signaal.” SC Signal is opgenomen in de structuur van het Russische exportcontrolebureau en de officiële functie ervan is om te zorgen voor technische en wetenschappelijke controle over de export van Russische materialen, inclusief ‘chemicaliën en technologieën die kunnen worden gebruikt bij de productie van chemische wapens ‘

SC Signal en het instituut voor experimentele geneeskunde in St. Petersburg werken aan twee publiek bekende projecten die in theorie de interactie tussen Sergey Chepur en de Signal-onderzoekers zouden kunnen verklaren. De correlatie tussen de oproepen met SC Signal en leden van Unit 29155, evenals een bezoek van Chepur aan een van de adressen van SC Signal op 31 januari 2018, waarna hij doorging naar het GRU-hoofdkantoor, suggereren dat de contacten tussen Chepur en het SC-signaal houden waarschijnlijk verband met de planning van de operatie in Salisbury.

Een van de laboratoria van SC Signal bevindt zich aan Natatinskaya 16 in Moskou. Op hetzelfde adres is een van de Russische militaire instituten gevestigd die belast is met de vernietiging van het Russische chemische wapenarsenaal.

Volgens verschillende experts waarmee ons team contact heeft opgenomen, kan de techniek van nano-inkapseling – die het specialisatiegebied lijkt te zijn van veel van de onderzoekers die bij SC Signal werken – met succes worden toegepast bij de toepassing van organoposfaatzenuwgassen zoals de Novichoks. Door deze methode, zeggen experts, kunnen drie effecten worden bereikt die de efficiëntie en het gemak van toediening van het gif zouden verbeteren. Ten eerste kan nano-inkapseling het begin van het gif met enkele uren vertragen, wat wenselijk kan zijn bij clandestiene operaties. Ten tweede kan het de snelheid en snelheid van absorptie door de huid van het doelwit verbeteren. Ten derde kan het de mogelijkheid bieden om de aanwezigheid van de actieve ingrediënten van Novichok te maskeren, door de (overweldigende) aanwezigheid in het lichaam van het slachtoffer van chemische verbindingen uit het “membraan” van de cel – wat een andere, afleidende giftige stof kan zijn. Met name zowel in de gevallen van de vergiftiging van Emilian Gebrev in 2015, als in het geval van Navalny, werd de aanwezigheid van andere, niet-Novichok – en veel minder gevaarlijke vergiften – in het bloed van de doelwitten gemeld.

Toen ons team door ons team werd benaderd om commentaar te leveren op het mogelijke verband tussen het SC-signaal en het voortgezette programma van het ministerie van Defensie voor de ontwikkeling van Novichok, legde de voorzitter van het instituut Artur Zhirov de telefoon op nadat hij de vraag had gehoord en zonder een woord te zeggen. Telefonisch bereikt en gevraagd naar zijn mogelijke betrokkenheid bij de ontwikkeling van organoposfaatvergiften, ontkende de heer Taranchenko en zei dat hij niet eens een expert was in organoposfaten – wat lijkt te worden tegengesproken door zijn hoeveelheid gepubliceerd onderzoek.

Toen hij telefonisch werd geconfronteerd met zijn frequente interacties met leden van GRU-eenheid 29155, zei de heer Sergey Chepur dat hij nog nooit met Alexander Mishkin, Denis Sergeev of Andrey Averyanov had gesproken. Hij leek zich ook duidelijk te herinneren dat hij op 27 februari 2018 het GRU-hoofdkwartier niet bezocht. Voordat hij ophing, adviseerde hij ons “te stoppen met liegen tegen iedereen, ook tegen jezelf”.

Navalny in interview: Poetin zit achter vergiftiging

1 oktober 2020 Telegraaf

De Russische oppositieleider Aleksej Navalny denkt dat president Vladimir Poetin achter zijn recente vergiftiging zit, vertelt hij in een interview met het Duitse blad Der Spiegel. „Ik heb geen andere versie van wat er is gebeurd”, aldus de Kremlincriticus.

Navalny in interview: Poetin zit achter vergiftiging

De oppositieleider werd in augustus erg ziek tijdens een binnenlandse vlucht in Rusland. Hij mocht naar Duitsland om daar behandeld te worden. Onderzoekers stelden vast dat hij is vergiftigd met een Novichok-zenuwgif. Westerse landen eisen opheldering van Moskou, maar het bewind van president Poetin ontkent elke betrokkenheid.

„Mijn taak is om onbevreesd te blijven”, zegt Navalny tegen Der Spiegel. „En ik ben onbevreesd.” Na weken in het Berlijnse Charité-ziekenhuis is Navalny herstellende van de vergiftiging en verblijft hij nog altijd in Duitsland. Hij heeft eerder al aangegeven dat hij terug naar Rusland wil gaan.

Volgens Der Spiegel maakte Navalny tijdens het gesprek een opgeruimde indruk, lachte hij veel en maakte hij grappen. „Bij de eerste blik zie je niet dat deze man dagenlang in coma heeft gelegen en op het randje van de dood heeft gebalanceerd”, aldus het blad. Maar als Navalny dan een slok uit een flesje water wil nemen, gaat dat met moeite omdat zijn handen heftig trillen.

„Je voelt geen pijn, maar je weet dat je doodgaat”, omschrijft Navalny het moment dat het zenuwgif zijn werk begon te doen. Het gesprek van Navalny met Der Spiegel was woensdagochtend vroeg in Berlijn en duurde twee uur.

2 oktober 2020 In het Nieuws

De aanslag op Aleksej Navalny met Novichok komt overeen met de zaak Emilian Gebrev en de dood van Dawn Sturgess in 2018

Emilian Gebrev – zijn zoon – en twee anderen werden bij een receptie in Sofia ziek op 28 april 2015 en opgenomen met symptomen van ernstige vergiftiging. De vergiftiging van Sergei Skripal en Yulia Skripal is om te onderzoeken of Novichok ook verantwoordelijk was voor de vergiftiging van Emilian Gebrev in Bulgarije in 2015. 

Het eerste lid van de GRU-subeenheid die Bulgarije vaak bezocht was Vladimir Popov. Vladimir Popov is een van de twee GRU-officieren die door Montenegro zijn aangeklaagd voor het orkestreren van de destabilisatie van het land eind 2016 voorafgaand aan zijn toetreding tot de NAVO. Vladimir Popov is geidentificeerd als Vladimir Moiseev. Vladimir Moiseev is de tweede GRU-officier die is ontmaskerd en aangeklaagd voor de Montenegrijnse staatsgreep in 2016 voorafgaand aan zijn toetreding tot de NAVO.

Denis Sergeev Egor Gordienko en Sergey Pavlov kwamen op zondag 15 februari 2015 aan in Sofia maar gebruikten drie verschillende vluchten en aankomstlanden. Denis Sergeev arriveerde in Sofia op zondag 16 februari 2015 om 15.58 uur op Air Serbia-vlucht JU122 vanuit Belgrado. Egor Gordienko arriveerde in Sofia op zondag 16 februari 2015 om 12.23 uur op Aeroflot-vlucht SU2060 vanuit Moskou. Sergey Lyutenko = Sergey Pavlov arriveerde in Sofia op zondag 16 februari 2015 om 18.08 uur vanuit Athene.

Op zondag 4 maart 2018 zijn Sergei Skripal en zijn dochter Yulia Skripal in de stad Salisbury Groot-Brittanië in contact waren gekomen met het zenuwgas Novichok.

Bellingcat onderzoekspartner The Insider en BBC Newsnigh onderzochten de Londense bewegingen en de potentiële rol van Denis Sergeev in de tijd dat Sergei Skripal werd vergiftigd met Novichok. Aleksandr Misjkin en Anatoli Tsjepiga worden verantwoordelijk gehouden voor de Novichok aanval op Sergei Skripal en Yulia Skripal. Aleksandr Misjkin is kolonel arts van de Russische geheime dienst GRU. Anatoli Tsjepiga is kolonel van de GRU.

Aleksandr Misjkin is lid van Team 29155.

Anatoli Tsjepiga is lid van Team 29155.

Team 29155 is een departement van de GRU.

Nu is er het vermoeden dat Team 29155 wordt aangestuurd door Vladimir Poetin om West-Europa te destabiliseren door middel van propaganda cyberaanvallen en het verspreiden van nepnieuws.  Team 29155 is een elite-eenheid binnen de GRU die zich bezighoudt met clandestiene overzeese operaties. Team 29155 is een topgeheime inlichtingenploeg bestaande uit ongeveer 20 undercover officieren. Team 29155 zou gespecialiseerd zijn in creëren van onrust ombrengen van mensen en saboteren van evenementen. Team 29155 zou al decennium actief zijn in Europa. Team 29155 zou in 2015 ook in Bulgarije zijn geweest toen de wapenhandelaar Emilian Gebrev werd vergiftigd. Team 29155 zou tijdens de presidentiële verkiezingen in 2016 accounts van de Hillary Clinton-campagne zijn binnengedrongen en gevoelige informatie hebben gepubliceerd. Team 29155 zou verkiezingen in Moldavië hebben beïnvloed en een mislukte staatsgreep in Montenegro hebben georganiseerd.

Vladimir Poetin benoemde Anatoli Tsjepiga in 2014 persoonlijk tot Held van de Russische Federatie de hoogste staatsonderscheiding. Anatoli Tsjepiga is door Bellingcat geïdentificeerd als een onderscheiden lid van de Spetsnaz een speciale eenheden van de GRU.

Denis Sergeev is een generaal-majoor van de GRU. Denis Sergeev verplaatste zich van huis naar Narodnoe Opolchenie 50 Moskou en Khoroshevskoye Shosse 76B Moskou.

Denis Sergeev reisde naar Londen om toezicht te houden de Skripal-vergiftigingsoperatie onder de naam Sergey Fedotov.  Denis Sergeev staat in vermomming op bewakingsbeelden waar hij verschillende auto’s nadert in een ondergrondse garage waar de auto’s van de gif slachtoffers en Emilian Gebrev geparkeerd stonden. Georgy Gorshkov en Denis Sergeev reisden naar Sofia in de tijd dat Emilian Gebrev en zijn zoon in april 2015 waren vergiftigd. Bellingcat The Insider Respekt konden vaststellen dat Sergey Fedotov = Denis Sergeev zijn geboekte vluchten van Londen naar Moskou oversloeg na de Skripals-vergiftiging en van Sofia naar Moskou na de Gebrev-vergiftig

Georgy Gorshkov is de cover-identiteit van Egor Gordienko. Egor Gordienko is kolonel van de GRU. na de mislukte aanslag op Emilian Gebrev is Egor Gordienko naar Genève was uitgezonden als een hoge Russische diplomaat waar hij tot eind 2018 diende.

Sergey Pavlov is de cover-identiteit van Sergey Lyutenko. Sergey Lyutenko is luitenant-kolonel van de GRU.

Aleksei Morenets Evgenii Serebriakov Ivan Yermakov Artem Malyshev Dmitriy Badin Oleg Sotnikov en Alexey Minin zijn officieren in de Russische Main Intelligence Directorate GRU. De MIVD heeft op 13 april 2018 een hackaanval door Aleksei Morenets Evgenii Serebriakov Oleg Sotnikov en Alexey Minin GRU verhinderd op de OPCW

Post-mortem van een drievoudige vergiftiging: nieuwe details duiken op in de mislukte moordpogingen van GRU in Bulgarije

4 september 2020 Bellingcat

  • In een reeks eerdere onderzoeken hebben we acht officieren van de clandestiene overzeese operatie-eenheid van de GRU (een elite-subeenheid van militaire eenheid 29155) geïdentificeerd die eind 2014 en begin 2015 onder valse identiteit naar Bulgarije reisden in groepen van elk twee of drie personen. tijd. De timing van de laatste twee reizen van deze groepen spionnen viel samen met twee ernstige vergiftigingsincidenten in april en mei van dat jaar waarbij een Bulgaarse wapenfabrikant, zijn zoon en de productiechef van zijn groep fabrieken betrokken waren. In 2015 waren de vergiftigingen onopgelost gebleven. Een analyseonderzoek in particulier opdracht in een OPCW-gecertificeerd laboratorium in Finland had sporen gevonden van een onbekende stof uit de organofosfaatfamilie.
  • Een van de GRU-spionnen die tijdens beide vergiftigingen in Bulgarije aanwezig was, was “Sergey Fedotov”, de cover-identiteit van Denis Sergeev, een GRU-generaal-majoor die ook in het VK was tijdens de aanslag in 2018 op het leven van Sergei Skripal en zijn dochter.
  • Naar aanleiding van onze onthullingen en een verzoek van het slachtoffer Emilian Gebrev hebben de Bulgaarse opsporingsautoriteiten in 2019 de cold case uit 2015 heropend. Vervolgens hebben ze drie van de GRU-functionarissen aangeklaagd en op de Interpol Red Notice-lijst geplaatst. Deze drie aangeklaagde mannen waren generaal-majoor Denis Sergeev (“Sergey Fedotov”), luitenant-kolonel Sergey Lyutenko (“Sergey Pavlov”) en kolonel Egor Gordienko (“Georgy Gorshkov”).
  • We ontdekten dat Egor Gordienko na de mislukte aanslag naar Genève was uitgezonden als een hoge Russische diplomaat, waar hij tot eind 2018 diende.
  • De Bulgaarse autoriteiten hebben ook bewakingsbeelden vrijgegeven waarop een van de drie – vermoedelijk Denis Sergeev – in vermomming staat en verschillende auto’s nadert in een ondergrondse garage waar de auto’s van de gif slachtoffers geparkeerd stonden.
  • Op 26 augustus 2020 schortte het Bulgaarse openbaar ministerie de strafrechtelijke procedure tegen de drie aangeklaagde verdachten op. De redenen die in het besluit werden gegeven, waren de onmogelijkheid om door te gaan met feitenonderzoek in afwezigheid van gedetineerde verdachten, en de lange vertragingen bij het verkrijgen van internationale juridische bijstand van derde landen. Hoewel deze stap geen beëindiging van de strafprocedure inhoudt, betekent dit dat de zaak in de nabije toekomst “bevroren” zal blijven.

Post-mortem van een drievoudige vergiftiging: nieuwe details duiken op in de mislukte moordpogingen van GRU in Bulgarije

Ons onderzoeksteam, waaronder Bellingcat en The Insider Russia , heeft een kopie van het opschortingsbesluit ontvangen, dat een samenvatting bevat van de bevindingen van Bulgaarse onderzoekers, waarvan er vele voorheen onbekend waren bij het publiek. Deze werpen meer licht op wie precies de GRU het doelwit was voor moord, evenals op de gang van zaken rond de pogingen tot vergiftiging, inclusief de tijd tussen blootstelling aan het gif en het begin van de eerste symptomen. In combinatie met nieuwe boekings- en reisgegevens die zijn verkregen door ons onderzoeksteam, werpen deze bevindingen meer licht op de modus operandi van het elite kill-team van de GRU.

Deze nieuwe bevindingen kunnen met name relevant zijn in de context van de onthulling dat de vergiftiging van de Russische oppositieleider Aleksej Navalny ook werd veroorzaakt door blootstelling aan een stof uit de familie Novichok. De bevindingen tonen ook de extreme roekeloosheid aan van deze moordmethode die willekeurige mensen blootstelt aan de dodelijke substantie – zoals zowel in de zaak met Gebrev’s zoon als in de dood van Dawn Sturgess in 2018.

We hebben ook nieuwe gegevens verkregen over de interactie van Bulgaarse onderzoekers met internationale instanties zoals de OPCW, het Finse laboratorium en Finse onderzoeksautoriteiten, die suggereren dat niet alle mogelijkheden voor het opsporen van feiten volledig zijn onderzocht, en dat sommige inspanningen om onduidelijke redenen geblokkeerd door derden. Bovendien merken we op dat de rol van ten minste één medeplichtige bij de misdaad niet is onderzocht, ondanks geloofwaardig bewijs van zijn betrokkenheid.

Anatomy of a Murder Attempt: The Long Stakeout

De drie GRU-undercoveragenten worden aangeklaagd door de Bulgaarse autoriteiten

Het document van de Bulgaarse Aanklager beschrijft de chronologie van de gebeurtenissen die leidden tot de opzettelijke organoposfaatvergiftiging van drie Bulgaarse burgers in april 2015, met een herhaalde aanslag op hun leven een maand later. De feiten die in de zaak worden gepresenteerd – die in grote lijnen overeenkomen met de eerder door ons geïdentificeerde tijdlijn, aangevuld met onze aanvullende bevindingen, wijzen op een goed voorbereide, langlopende operatie die een voorbereidende fase omvatte met meerdere reizen en verschillende teams.

De eerste geplande reis die in het document van de aanklager werd genoemd, was op 15 februari 2015. De drie aangeklaagde GRU-officieren kwamen op dezelfde datum aan in de Bulgaarse hoofdstad Sofia, maar gebruikten drie verschillende vluchten en aankomstlanden: “Gorshkov” (Gordienko) arriveerde als eerste om 12 uur. : 23 op Aeroflot-vlucht SU2060 vanuit Moskou, “Fedotov” (Sergeev) vloog om 15:58 vanuit Belgrado op Air Serbia-vlucht JU122 en “Pavlov” (Lyutenko) arriveerde om 18:08 vanuit Athene, Griekenland.

Volgens de aanklachten boekte “Sergey Pavlov” Hotel Hill voor de week van 15 februari 2015 en vroeg om een ​​kamer op de derde verdieping met uitzicht op de parkeerplaats. Hotel Hill grenst aan het hoofdkantoor van Emilian Gebrev in Emco Ltd, en een uitzicht op de parkeerplaats voor het hotel zou ook zorgen voor uitzicht op de volledige loopbrug vanaf de ingang van Emco naar de ondergrondse garage waar Gebrev en zijn medewerkers hun auto parkeren. .

Onderzoekers stelden ook vast dat “Gorshkov” in dezelfde periode verbleef in Hotel Marinella, op korte loopafstand van het Hill Hotel en de Emco-kantoren. Hij vroeg om een ​​kamer op de 15e verdieping, met direct zicht op de ingang van de ondergrondse garage. Terwijl Bulgaarse onderzoekers zeggen dat ze geen gegevens hebben gevonden waaruit blijkt dat “Fedotov” in hetzelfde hotel verbleef, heeft Bellingcat gegevens gevonden waaruit blijkt dat hij daar samen met “Gorshkov” verbleef.

 

Zowel “Gorshkov” als “Pavlov” huurden bij aankomst een auto. Het is onduidelijk wat hun reisschema doordeweeks was, maar uit de winkelgegevens van de VISA-creditcard van “Gorshkov” (uitgegeven op naam van zijn identiteitsbewijs) blijkt dat hij in deze periode tenminste binnen de grenzen van de hoofdstad Sofia bleef. Zijn totale aantal kilometers tijdens de week waren echter 128 km, wat suggereert dat hij korte ritten buiten Sofia heeft gemaakt. De kilometerstand van “Pavlov” was zelfs nog lager, namelijk 87 km. Onderzoekers geloven dat deze hele week was gewijd aan het volgen van hun belangrijkste doelwit – Emilian Gebrev – en het identificeren van patronen van zijn dagelijkse routine.

Gorshkov’s autoverhuurreservering, verkregen door ons onderzoeksteam

Vreemd genoeg tonen de creditcardgegevens van “Gorshkov” meerdere souveniraankopen uit Sofia, waaronder boetiekcosmetica, sportartikelen en kinderspeelgoed. Het lijkt erop dat persoonlijk winkelen op een door de belastingbetaler gefinancierde creditcard binnen de GRU niet wordt afgekeurd – mogelijk gerechtvaardigd als alibi-verzekerend gedrag.

Aan het einde van dit voorbereidende bezoek vertrokken de drie officieren terug naar Rusland – met “Fedotov” en “Pavlov” deelden een Aeroflot-vlucht naar Moskou op 22 februari 2015, en “Gorshkov” vertrok diezelfde dag met een andere Aeroflot-vlucht.

Herhaal toeristen

Hetzelfde trio van schijnbaar onafhankelijk reizende toeristen keerde slechts twee maanden later terug naar Bulgarije. Op 22 april 2015 vloog “Pavlov” van Moskou naar Sofia. Twee dagen later, op 24 april 2015, vlogen “Gorshkov” en “Fedotov” naar de badplaats Bourgas, kennelijk voor meer operationele veiligheid. Pavlov had aanvankelijk een appartement gehuurd op ongeveer 50 meter van de Emco-kantoren, en twee dagen later – op de dag dat de andere twee leden arriveerden – verhuisde hij naar hetzelfde Hill Hotel als tijdens zijn eerste reis, waarbij hij specifiek om dezelfde kamer vroeg met uitzicht op de derde verdieping.

De andere twee kozen voor een meer omslachtige aankomst op de plaats delict. Bij de landing in Bourgas huurden “Fedotov” en “Gorshkov” een auto op naam van Gorshkov en reden 140 km naar het noorden in de richting van Varna, de andere grote stad aan zee in Bulgarije. Daar hebben ze allebei voor één nacht ingecheckt in het Best Western Park hotel. Ze reden de volgende dag door naar Sofia, maar bleven daar op verschillende locaties. Gorshkov boekte een driekamerappartement in het centrum van Sofia, ongeveer 3 km van het Emco-kantoor. De reservering werd gemaakt tot 30 april – en zowel hij als “Fedotov” hadden voor die dag retourtickets naar Moskou gekocht. In dezelfde periode had “Fedotov” een appartement gehuurd op ongeveer 300 meter van de kantoren van Emco.

Geen van de drie zou blijven tot het einde van hun vooruitbetaalde periode, of hun gekochte retourtickets gebruiken. Ze kochten nieuwe, eerdere retourtickets – en vlogen in de avond van 28 april 2015 via Istanbul terug naar Moskou, zodra ze (dachten) dat ze hun missie hadden volbracht.

De vrucht van de giftige drie

Emilian Gebrev werd ernstig ziek en raakte in coma op de avond van 28 april 2015, tijdens een zakendiner met Poolse partners die hij organiseerde in een restaurant van het Marinella Hotel – dezelfde plaats waar ‘Gorshkov’ en ‘Fedotov’ verbleven in februari. De productiemanager van zijn bedrijf – Valentin Tahchiev – werd twee dagen later ernstig ziek en Emilian’s volwassen zoon Hristo Gebrev vertoonde op 4 mei 2015 mildere vergiftigingsverschijnselen. De gespreide timing van de vergiftiging van de drie – evenals de keuze van doelen – was bleef een bron van mysterie voor waarnemers. Videobeelden van een ondergrondse garage die door het bedrijf van Gebrev wordt gebruikt, kunnen echter antwoorden op deze raadselachtige vragen bevatten.

Bulgaarse zakenman Emilian Gerbev. Foto (c) Capital.bg, gebruikt met toestemming

Bulgaarse opsporingsautoriteiten zijn van mening dat een nog niet geïdentificeerd type organofosfaat zenuwgas werd aangebracht op de deurklinken van de auto’s van de slachtoffers terwijl ze geparkeerd stonden in een openbare garage net achter het Hill Hotel. De garage is open voor het publiek op basis van een abonnement en is de belangrijkste parkeerplaats die wordt gebruikt door werknemers van Emco, de holdingmaatschappij van Gebrev’s wapenproductie en handelsactiviteiten. Een analyse van de beelden van de beveiligingscamera’s van de garage geeft een overtuigende argumenten voor deze hypothese.

Op de dag waarop Emilian Gebrev voor het eerst ziek werd, 28 april 2015, reed hij de garage binnen en parkeerde om 11:07 uur zijn Nissan GTR, waarna hij prompt te voet vertrok naar zijn kantoor. In de volgende twee uur parkeerden de productiemanager van zijn bedrijf, Valentin Tahchiev, en zijn persoonlijke chauffeur, Oleg Lazarov, hun eigen auto’s – respectievelijk een Toyota Land Cruiser en een Mercedes S-klasse, in dezelfde garage.

Om 13:58 legden de bewakingscamera’s de aanwezigheid in de garage vast van een persoon die een vilten hoed en zwarte handschoenen droeg en iets in de hand hield. Hij benaderde aanvankelijk de Land Cruiser van Valentin Tahchiev en bleef er een paar seconden naast hangen – zijn handen buiten het gezichtsveld van de camera. Toen draaide hij zich om naar de Nissan GTR van Gebrev – die naast de Toyota geparkeerd stond – en bleef daar ook een paar seconden hangen. Ook hier liet de camerahoek zijn manipulatie van de auto niet zien. Hij omcirkelde elk van de twee auto’s drie keer in de loop van 2 minuten.

Toen begon de figuur naar de uitgang van de garage te lopen. Een andere camera registreerde dat hij stopte en bleef hangen bij de Mercedes die gewoonlijk werd bestuurd door de chauffeur van Gebrev. Hier bleef de persoon een paar seconden aan de rechter (passagiers) kant van de auto, alvorens verder te rijden richting de uitgang. Om 14:02 – slechts vier minuten na zijn eerste verschijning in de garage – maakte de figuur gebruik van de schuifdeur van de garage die werd geopend door een nieuwe binnenkomende auto en verliet de parkeerplaats op dezelfde manier als hij vier minuten was binnengekomen eerder.

Iets meer dan tien minuten nadat de figuur de garage verliet, om 14:15 uur, kwam de persoonlijke chauffeur van Gebrev binnen en reed weg met zijn Mercedes S. Kort daarna haalde hij Emilian Gebrev op op weg naar een zakelijke bijeenkomst. Gebrev voelde de eerste symptomen van ernstige intoxicatie vlak voor het eten en viel om ongeveer 20.30 uur in een coma in het restaurant in het Marinella-hotel.

De heer Tahchiev, de productiemanager van Emco, haalde zijn auto pas twee dagen later op, in de vroege ochtend van 30 april. Hij reed de garage uit en bracht de auto er drie uur later, om 9.40 uur, in terug. Kort daarna stortte hij ook in met symptomen die vergelijkbaar waren met – maar milder dan – die van Gebrev. Hij checkte dezelfde dag om 18.00 uur in het Tokuda-ziekenhuis in Sofia. Zijn symptomen waren onder meer onduidelijke spraak, wazig zien, uitbundig zweten, ernstig vernauwde pupillen, extreem hoge bloeddruk en voortdurend braken. Na drie dagen sypmotmatische behandeling was zijn toestand enigszins verbeterd, maar hij had geen herinnering aan de voorgaande dagen. Nadat zijn familie de gelijkaardige symptomen had ontdekt die Emilian Gebrev ervoer, werd hij overgebracht naar een ander ziekenhuis en werd de diagnose organofosfaatvergiftiging gesteld.

Om ongeveer 10.30 uur op dezelfde ochtend kwam de zoon van Emilian Gebrev, Hristo Gebrev, de garage binnen en naderde de auto van zijn vader. Hij opende de kofferbak en leek hem te inspecteren; liep toen om de auto heen. Hij kon gezien worden met iets dat lijkt op een in de hand meetinstrument bij het raam aan de bestuurderskant. Hij deed hetzelfde met de auto van de productiedirecteur die naast die van Gebrev stond.

Hoewel het vervolgingsdocument geen hypothese voorstelt voor de activiteit van Gebrev’s zoon – en hem blijkbaar niet eens ondervroeg tijdens het onderzoek – lieten bronnen dicht bij de slachtoffers ons weten dat Hristo Gebrev een geleende, draagbare ‘snuffelaar’ voor gevaarlijke stoffen gebruikte. apparaat in een wanhopige poging om de oorzaak van de kritieke dronkenschap van zijn vader te achterhalen. In die tijd worstelden artsen om de bron van de vergiftiging te vinden om de juiste behandeling voor Emilian Gebrev te selecteren.

Hristo Gebrev zelf werd vier dagen later, op 4 mei 2015, ziek. Zijn symptomen waren beduidend milder dan die van zijn vader en Valentin Tahchiev, en dit kan verklaard worden door de minimale blootstelling aan het organoposfaat tijdens de keuring van twee auto’s.

“Missie gefaald. Probeer het opnieuw?”

Zowel Emilian Gebrev als Valentin Tahchiev werden onder kritieke omstandigheden opgenomen: Gebrev in het ziekenhuis van de Militair-Medische Academie van Sofia en Tahchieve in de noodkliniek “Pirogov” – en werden behandeld voor ernstige vergiftiging met een onbekende stof. Toen in 2015 het publieke bewustzijn van het hernieuwde gebruik van organoposfaten van het Novichok-type door Rusland onbestaande was, overleefden zij – en met name Gebrev, die veel ernstigere symptomen ervoer – alleen de agressieve symptomatische behandeling door ervaren artsen met hands-on medische ervaring in oorlogsgebied.

De ziekenhuisdiagnose van Pirogov in het geval van de heer Tahchiev luidt: “Intoxicatie met een organoposfatische stof. Cholinomimetisch syndroom M en N “

Half mei werden zowel Gebrev als Tahchiev uit het ziekenhuis ontslagen en begonnen ze thuis aan hun herstelperiode. Slechts drie dagen later, op 18 mei 2015, blijkt uit boekingsgegevens verkregen door ons onderzoeksteam dat het GRU-kill-team een ​​nieuwe poging begon te plannen om hun mislukte missie te voltooien. Hotels werden geboekt en tickets gekocht op 18 mei, en vijf dagen later, op 23 mei 2015, keerden twee van de hardnekkige drietal toeristen voor de derde keer dat jaar terug naar Bulgarije. “Sergey Fedotov” en “Georgy Gorshkov” vlogen van Moskou naar Sofia op een gezamenlijke Aeroflot-vlucht SU2060. Deze keer kregen ze echter geen gezelschap van “Sergey Pavlov”.

In het tenlasteleggingdocument wordt geen derde persoon genoemd tijdens de herstellende, derde reis van het GRU-kill-team. Zoals we eerder meldden, ontdekten we op basis van door ons beoordeelde gelekte reis- en hotelboekingsgegevens dat tijdens dit bezoek het trio werd aangevuld met een nieuw lid. Hij arriveerde van Moskou in Sofia op dezelfde dag als “Fedotov en” Gorshkov “. De nieuwe inzending was “Danil Stepanov”, de coveridentiteit van een ander lid van het elite GRU kill-team wiens echte naam Danil Kapralov is.

Danil Kapralov, ook bekend als “Danil Stepanov”. Links foto uit een profiel op sociale media van Kapralovs familielid, rechts foto uit “Stepanovs” reispaspoort.

In tegenstelling tot Lyutenko (“Pavlov”) had Kapralov naast zijn Spetsnaz- vaardigheden ook medische opleiding genoten . Net als “Pavlov” was “Stepanov” echter een liefhebber van hotelkamers met uitzicht. Een reservering van Booking.com die hij heeft gemaakt – verkregen door ons onderzoeksteam – laat zien dat hij letterlijk “een kamer met een goed uitzicht” vraagt in het Hill Hotel.

 

Net als tijdens de vorige GRU-reis in april, was slechts één lid – “Stepanov” – gestationeerd nabij het kantoor van Gebrev. Het geplande verblijf in het Hill Hotel was van 23-29 mei 2015. “Fedotov” en “Gorshkov” namen opnieuw hun intrek voor dezelfde periode in een relatief afgelegen hotel , ongeveer 3 km verderop.

Bij aankomst in Sofia werd het GRU-trio echter geconfronteerd met een onverwachte ontwikkeling. Emilian Gebrev en zijn zoon hadden besloten naar het huis aan zee van de familie te rijden, waar ze dachten dat de schone, met jodium gevulde lucht het herstelproces zou versnellen.

De roadtrip

De exacte route voor het GRU-trio voor de komende vijf dagen is niet duidelijk. Ze huurden een auto voor de periode 23-30 mei – opnieuw op naam van “Gorshkov” – die geen ingebouwd gps-systeem had en daarom niet kon worden getraceerd door onderzoekers (met name koos het GRU-team in beide gevallen een relatief oud en / of goedkoop automodel dat geen GPS-tracking aan boord had). Uit creditcardgegevens blijkt dat het trio ten minste de eerste dag na aankomst in Sofia verbleef, aangezien aankopen bij een sportwinkel die avond werden geregistreerd.

Waar onderzoekers van overtuigd lijken te zijn, is dat de GRU-officieren op 28 mei 2015 de Gebrevs hadden ingehaald aan de kust, ongeveer vier uur rijden van Sofia. Op die dag voelde Emilian Gebrev een herhaling van de bekende symptomen en begon zijn toestand te verslechteren. Bij het begin van de symptomen reed zijn zoon hem rechtstreeks terug naar het Militair Medisch Ziekenhuis in Sofia en controleerde hem opnieuw op de spoedafdeling.

De volgende dag, 29 mei, staken “Gorshkov” en “Fedotov” de Bulgaars-Servische grens over met hun gehuurde auto en brachten hem de volgende dag terug op de luchthaven van Belgrado. Ze vlogen diezelfde dag terug naar Moskou. “Stepanov” was op 29 mei 2015 met een rechtstreekse vlucht vanuit Sofia naar Moskou teruggekeerd.

Onbeantwoorde vragen

Het besluit van de vervolging om onderzoeken op te schorten – dat vermoedelijk het tenlasteleggingdocument in het feitelijke deel ervan nauwlettend volgt – vormt een overtuigende zaak voor het directe causale verband tussen de drie genoemde verdachten en de bijna fatale vergiftiging van de drie Bulgaarse burgers. De tot dusver afgeronde onderzoeken laten echter een aantal open vragen die moeten worden beantwoord.

  • Identiteit van de man met de hoed

Bulgaarse onderzoekers noemen de identiteit van de figuur in de ondergrondse garage niet, maar concluderen dat hij een krachtig zenuwgas van de organofosfaatgroep heeft aangebracht op de deurgrepen van de auto’s die waarschijnlijk door Emilian Gebrev en zijn productiemanager zullen worden gebruikt. Zoals we eerder hebben gemeld , hebben de Bulgaarse autoriteiten hulp gevraagd aan Amerikaanse onderzoekers bij het verbeteren van de kwaliteit van de bewakingsvideo om de identiteit van de persoon vast te stellen. Dit heeft naar verluidt geen resultaten opgeleverd.

Onze vorige rapportageheeft geconcludeerd dat de figuur hoogstwaarschijnlijk generaal-majoor Denis Sergeev is, ook bekend als “Sergey Fedotov”. Hij is het oudste lid van de missie die ook tijdens beide reizen strengere operationele veiligheidsmaatregelen heeft genomen (enkele boekingen van hotels of appartementen en geen van de autoverhuurbedrijven stonden op zijn naam; er werden ook geen creditcardaankopen gedaan op zijn kredietkaart. kaart). Hij was ook het enige lid waarvan bekend was dat hij deel uitmaakte van een andere soortgelijke moordpoging – als senior lid van de Skripal-vergiftigingsmissie in 2018. Deze vaststelling is echter niet overtuigend, en het is mogelijk dat een van de andere twee teamleden werd belast met de last-mile-taak om de giftige stof toe te passen. Een argument tegen de hypothese voor “Fedotov” zou het feit zijn dat hij in de Skripal-zaak een superviserende rol had en junior teamleden – Col.

Het bepalen van de identiteit van de persoon in de garage is niet alleen belangrijk voor het toeschrijven van schuld in de Bulgaarse zaak, maar ook om de MO van Russische geheime dienstprotocollen bij soortgelijke moordoperaties beter te begrijpen – kennis die waarschijnlijk nuttig zal blijken bij het ontcijferen van andere moordpogingen .

Mogelijke benaderingen om de identiteit te bepalen – afwezige gezichtsgegevens – zijn onder meer verder onderzoek naar telecomgegevens – het identificeren van het aantal en de resterende metadata van de telefoons die door de drie leden worden gebruikt, evenals ganganalyse en vergelijking op basis van videofragmenten van de drie bekende verdachten.

  • Gedeeltelijke lijst met verdachten

De Bulgaarse autoriteiten hebben drie verdachten aangeklaagd voor het misdrijf. Er zijn echter aanwijzingen dat ten minste drie andere leden van dezelfde GRU-eenheid aan de tijd en plaats van de operatie zijn gekoppeld. Zoals we eerder  schreven , bleken ten minste zes van de undercoveragenten van Unit 21955 betrokken te zijn geweest bij de planning van de Gebrev-operatie, gebaseerd op de timing van hun gesynchroniseerde “gespreide” aankomsten en vertrekken in de periode van februari tot mei 2015. De De Bulgaarse autoriteiten hebben drie van hen aangeklaagd en de beschuldigingsdocumenten bevatten geen details van het onderzoek naar de mogelijke rol van een van de anderen.

In het geval van minstens één extra persoon (“Stepanov” / Kapralov), zijn de verbanden moeilijk weg te verklaren met een andere hypothese dan directe betrokkenheid bij de beschuldigde operatie. Bulgaarse onderzoekers zouden de hypothese van betrokkenheid van de andere leden relatief gemakkelijk kunnen bewijzen of weerleggen door gegevensverzameling toe te passen die vergelijkbaar is met die van de drie belangrijkste. Dit lijkt niet te zijn gebeurd.

  • Niet-attributie

Het vervolgingsdocument verwijst alleen naar de drie aangeklaagde verdachten op basis van hun identiteit. Zoals eerder door ons onthuld, zijn dit kunstmatig gecreëerde identiteiten die niet bestaan; verdachten onder deze identiteiten beschuldigen is dus weinig meer dan een leeg gebaar. De echte identiteit achter de schuilnamen van de verdachten is door ons openbaar gemaakt en Bulgaarse rechercheurs hebben naar verluidt Interpol-bevelen uitgevaardigd onder beide namen, in overeenstemming met onze identificaties.

Het niet opnemen van de echte namen, evenals het feit dat de acties van de drie aangeklaagden niet worden toegeschreven aan de militaire inlichtingendienst van Rusland, leidt er ook toe dat er geen motief voor de misdaad kan worden vastgesteld. Daarom worden motieven, zoals te voorspellen, niet eens besproken in de beslissing van de aanklager.

Op basis van informatie van de slachtoffers hebben de vervolgingsautoriteiten niet eens een formeel verzoek ingediend bij de Russische autoriteiten met betrekking tot de feitelijke identiteit van de verdachten. Hoewel een reactie van Rusland – in overeenstemming met een recent precedent – waarschijnlijk niet zal resulteren in bruikbare informatie, zal een niet-overtuigende reactie de onderzoeksautoriteiten in Bulgarije in staat stellen alternatieve methoden te gebruiken, waaronder inlichtingen, om de echte identiteit vast te stellen.

In het vervolgingsdocument wordt met name vermeld dat het informatie heeft ontvangen van de Zweedse inlichtingendienst dat een van de aangeklaagde verdachten – “Sergey Fedotov” – begin 2014 een door Zweden afgegeven Schengenvisum voor korte duur ontving op basis van een gezamenlijke aanvraag met “Alexander Petrov ”. De geboortedatum van “Petrov” komt overeen met die van Alexander Mishkin, een van de twee belangrijkste verdachten in de Skripal-poging tot moordzaak – die de Britse autoriteiten officieel zijn toegeschreven aan de GRU. Terwijl Bulgaarse aanklagers wijzen op deze directe link met de Skripal-zaak als bevestiging voor de schuld van “Fedotov”, schrikken ze ervoor terug te gaan met de logische conclusie dat dezelfde groep – GRU – achter de Bulgaarse operatie moet hebben gezeten.

Onze Russische opsporingspartner The Insider heeft de Russische opsporingsautoriteiten aangesproken met de vraag of zij een formeel verzoek om hulp hebben ontvangen bij het vaststellen van de identiteit van de verdachten en hen voor de rechter brengen.

Internationale disfunctie

Hoewel een deel van het gebrek aan vooruitgang bij het onderzoek naar de Gebrev-vergiftigingszaak kan worden toegeschreven aan de schijnbaar schuchtere acties van Bulgaarse openbare aanklagers, lijken andere aspecten te worden veroorzaakt door impasses en inefficiënties in de internationale juridische samenwerking. Een cruciale impasse in dit geval is het ontbreken van een definitieve bepaling van de gebruikte giftige stof.

De schuchtere pogingen van Bulgaarse openbare aanklagers om de expertise van de OPCW in te zetten bij het bepalen van de stof, belandden in een juridische doodlopende weg, aangezien de Bulgaarse autoriteiten aandrongen op de toepassing van het Bulgaarse wetboek van strafvordering op de betrokkenheid van de OPCW, terwijl de organisatie weigerde te voldoen en verwezen naar bestaande regelgeving die een peer-to-peer-benadering (staatspartij) vereist voor interacties met de OPCW. Hoewel vanuit een legalistisch perspectief het standpunt van de OPCW juist lijkt, zou het (mondiale) publieke belang in deze zaak een grotere proactieve betrokkenheid veronderstellen door de enige internationale organisatie die de beschikbare expertise kan benutten om de aard en herkomst te bepalen. van een bijzonder gevaarlijke chemische stof.

De inspanningen van Bulgaarse onderzoekers om hulp te krijgen van Verifin – het OPCW-geaccrediteerde laboratorium in Finland dat in 2015 de eerste analyse van bloedmonsters van Emilian Gebrev uitvoerde – lijken ook te zijn vastgelopen. Hoewel het oorspronkelijke rapport van Verifin een toezegging bevatte dat monsters gedurende vijf jaar zullen worden bewaard en beschikbaar zullen zijn – tot juni 2020 – leverde een officiële vraag uit 2019 van Bulgaarse onderzoekers aan Verifin, gezien door ons, een veel late reactie op dat er geen monsters meer beschikbaar zijn. In de reactie is geen verdere toelichting gegeven. In de tussentijd is de oorspronkelijke bewaartermijn van vijf jaar verstreken, waardoor Bulgaarse onderzoekers geen duidelijke weg vooruit hebben om de exacte gebruikte stof te bepalen. Een persoonlijke poging van Emilian Gebrev om de hulp in te roepen van het Finse laboratorium VERIFIN– voor wiens analyse hij in 2015 had betaald – leverde geen reactie op. Vervolgens vroeg hij de Finse aanklager om hulp om vast te stellen hoe en waarom zijn eigen bloedmonsters – waarvoor hij een verplichting tot opslag voor 5 jaar had gekregen – uit VERIFIN waren verdwenen – ook dit leverde geen resultaten op. In een formeel antwoord dat hij ontving, wijzen Finse aanklagers hem op de Bulgaarse wetshandhaving omdat “het misdrijf op Bulgaars grondgebied is gepleegd”.

Het gebrek aan proactieve internationale samenwerking in deze zaak lijkt systemisch te zijn en heeft gevolgen die veel verder gaan dan de individuele strafrechtelijke procedures in Bulgarije. Het stelt mogelijk ook de waarheidsvindingbelangen van de slachtoffers tegenover ondoorzichtige en mogelijk politieke belangen van staatspartijen. De verdwijnende testmonsters in de zaak van Gebrev trekken parallellen met een andere recente zaak waarin een Russische oppositiefiguur die vermoedelijk het doelwit van Russische veiligheidsdiensten was, zijn testresultaten had achtergehouden en ‘geclassificeerd’ door de FBI, waardoor hij onzeker bleef over wat er echt met hem is gebeurd, en hoe hij kan voorkomen dat het weer gebeurt.

Gezien het toenemende bewijs van staatspartijen zoals Rusland die chemische wapens en zenuwgassen gebruiken voor buitengerechtelijke moorden – zowel in het buitenland als, zoals blijkt uit de zaak-Navalny, thuis – kan er weinig vooruitgang worden verwacht bij het oplossen of voorkomen van misdaad zonder een veel meer gestroomlijnde , technocratisch systeem van internationale juridische samenwerking dat ondoordringbaar is voor politieke belangen.

Bestrijdingsmiddelen als vergif: analyse van de zaak Gebrev 19 februari 2019