4 juni 2024 Telegraaf
Nederlanders zijn geen vechtersbazen, toch lijken we voor het eerst in lange tijd weer bereid om te vechten voor het vaderland. Dat is een van de uitkomsten van een groot onderzoek door het Haagse instituut Clingendael, dat vandaag wordt gepresenteerd.
![](https://www.telegraaf.nl/images/770x433/filters:format(jpeg):quality(50)/cdn-kiosk-api.telegraaf.nl/073981de-21de-11ef-ac95-3ee7e960088b.jpg)
Bijna helft wil Nederland verdedigen in oorlog
Nederland bungelt steevast in de onderste regionen als het gaat om ’gevechts- of sneuvelbereidheid’. Maar er tekent zich een stijgende lijn af in het percentage burgers dat zich bereid verklaart om de wapens op te pakken bij een oorlog. Bijna de helft wil het land verdedigen. Een derde ziet dat niet zitten en de rest weet het niet.
Uit de nieuwe cijfers blijkt dat er behoefte is aan meer weerbaarheid: Europa moet sterker en onafhankelijker worden van Rusland, de VS of China. Het onderzoek van Clingendael laat zien dat Nederlanders de veiligheid in Europa belangrijk vinden. Het blijkt zelfs het meest bepalende onderwerp bij de Europese verkiezingen, samen met migratie.
![](https://www.telegraaf.nl/images/770x433/filters:format(jpeg):quality(50)/cdn-kiosk-api.telegraaf.nl/0739d882-21de-11ef-b2e6-3ee7e960088b.jpg)
Nederlanders koesteren weinig warme gevoelens voor de Europese Unie, maar ze willen er ook niet vanaf. Een Nexit kan op weinig enthousiasme rekenen en ook het ’weg met de euro, terug naar de gulden’ krijgt nauwelijks handen op elkaar.
Veilig binnen de EU
In gure tijden zoeken veel Nederlanders de veiligheid eerder binnen de EU dan erbuiten, zegt Clingendael-directeur Monika Sie Dhian Ho. „Je ziet die draai ook bij nationalistische partijen. Als de geopolitiek echt ruig wordt, willen ze liever greep op de zaak houden en de EU een andere richting op krijgen dan eruit te stappen. Dat is een heel interessante wending.”
![](https://www.telegraaf.nl/images/770x433/filters:format(jpeg):quality(50)/cdn-kiosk-api.telegraaf.nl/0739e8c2-21de-11ef-8c67-3ee7e960088b.jpg)
Een overweldigende meerderheid van de ondervraagden, bijna negentig procent, vindt dat Europa onafhankelijker moet worden. Het continent is te afhankelijk geworden van Russisch gas, Amerikaanse bescherming en Chinese producten.
Russische invasie van de Krim
We moeten dus meer op eigen benen staan, ook militair. Nederland bungelde altijd onderaan als het ging om wat ook wel ’sneuvelbereidheid’ heet. Een onderzoek van het tv-programma Dit is de kwestie stelde kort na de Russische invasie in februari 2022 vast dat slechts 16 procent van de Nederlanders klaar stond was om te vechten voor het land als we betrokken raken bij een militair conflict. In 2014, toen Rusland de Krim veroverde, was dat net zo laag.
Ook het wereldwijde onderzoek van World Values Survey (2017-2022) vond slechts 38 procent van de Nederlanders bereid om het land te verdedigen. Ter vergelijking: bijna negen van de tien Noren zei ’ja’ op die vraag. Pikant genoeg scoorde juist ook Litouwen laag op gevechtsbereidheid – uitgerekend het land dat de NAVO in haar nieuwe plan aan Nederland toewijst als ’ons’ stuk slagveld als er een Russische aanval komt.
Zeggen en doen zijn wel twee verschillende dingen, benadrukt Sie Dhian Ho. „Een vragenlijst invullen en zeggen dat je wilt vechten, is nog wel wat anders dan echt de wapens oppakken als de Russen komen.”
Maar waarom willen burgers niet wapenen?
Waarom burgers wel of niet onder de wapenen willen is wetenschappelijk een heet hangijzer. Op de VU en de Erasmus Universiteit loopt een groot onderzoek. Voor de hand ligt een samenhang met oorlogsdreigingen in de buurt. ’In Nederland bereikte de gevechtsbereidheid een hoogtepunt in 1990, maar die daalde scherp in de vijftien jaar daarna’, schreven onderzoekers in maart in de Clingendael Spectator.
Mogelijk hangen de verschillen tussen landen ook samen met de dienstplicht, zegt Sie Dhian Ho. „We zien meer vechtbereidheid bij Nederlanders die de dienstplicht nog hebben meegemaakt, dan bij mensen die nooit hebben meegemaakt dat grootmachten in botsing kwamen.”
Vrijwillig dienstjaar
In Zweden ligt de inzetbereidheid op 70 procent, veel hoger dan hier. Het land heeft een ’vrijwillige dienstplicht’ voor 18-jarigen ingevoerd die grote populariteit geniet. Zweden heeft ook al langer een vrijwillig dienstjaar voor alle leeftijden, waar Nederland nu mee experimenteert. Ook in Duitsland is de geestdrift voor het leger groter. Daar voert de krijgsmacht een campagne Wir. Dienen.Deutschland die jongeren aanspreekt op patriottisme. In ons land lijkt de campagne ’Generatie D’ (van Defensie) succesvol.
Uit de Clingendael Buitenland Barometer blijkt dat het enthousiasme voor het verdedigen van andere NAVO- of EU-landen duidelijk lager ligt dan voor het eigen territorium. Toch is nog steeds een kwart bereid om te vechten voor een ander EU-land. Ruim de helft ziet dat niet zitten.
Liever vechten we natuurlijk nooit en komt er vrede. Een meerderheid van de Nederlanders wil zo graag een eind aan de Oekraïne-oorlog dat ze kunnen leven met een door Rusland bezette Krim. Het na februari 2022 veroverde gebied mag wat de meeste Nederlanders betreft niet worden opgegeven. Slechts iets meer dan een kwart heeft het opgeven van gebieden als de Donbas over voor een wapenstilstand.
Dalende urgentie
Als de oorlog zich nog veel langer voortsleept kan de vechtbereidheid weer gaan dalen, voorziet onderzoeker Alexander Sorg. „Het dreigingsgevoel is nu hoog, maar als de oorlog niet escaleert en uit het nieuws gaat, daalt die urgentie weer.”
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.