Ierse gangster Gerry Hutch, alias “The Monk”, opgepakt in Spanje

16 augustus 2021 Crimesite

Donderdag jl. is in Spanje de 58-jarige Gerry Hutch opgepakt. “The Monk”, zoals de bijnaam van Hutch luidt, was al ruim 5 jaar op de vlucht voor de Ierse autoriteiten. Ook de rivaliserende Kinahan-clan was naar The Monk op zoek. Vier jaar geleden zetten de Kinahans een prijs van 1 miljoen euro op het hoofd van Hutch.

Ierse gangster Gerry Hutch, alias “The Monk”, opgepakt in Spanje

Boksers

Justitie in Ierland was naar Gerry Hutch op zoek omdat hij verantwoordelijk wordt gehouden voor een gedurfde aanslag tijdens een weigh in van boksers in het Regency Hotel in Dublin. Tijdens het in februari 2016 door Daniel Kinahan georganiseerde event trok een hit team het hotel binnen. Drie van hen waren verkleed als Ierse leden van een arrestatieteam, bewapend met AK-47’s. Daniel Kinahan, het eigenlijke doelwit, bleef ongedeerd en wist via een achterdeur van het hotel te ontsnappen, maar de 33-jarige David Byrne kwam bij de aanslag om het leven.

Brinks gelddepot

The Monk staat al sinds jaren negentig op de radar van de Ierse justitie. Zo zou hij betrokken zijn bij verschillende overvallen, zoals de overval op een geldwagen van Securicor waarbij 1,7 miljoen Ierse ponden werden buitgemaakt. Ook werd hij verdacht van een overval op een gelddepot van Brinks waarbij 3 miljoen Ierse ponden werden gestolen. Hutch werd voor deze overvallen nooit veroordeeld.

Bloedige vete

De vete tussen de Kinahans en Hutch-clan heeft waarschijnlijk zijn oorsprong in de liquidatie van Gary Hutch, de neef van The Monk. Die kwam in september 2015 bij een aanslag om het leven, nadat hij een half jaar eerder had geprobeerd Daniel Kinahan te liquideren. Kort na de fatale aanslag op Gary Hutch werd er op het Spaanse eiland Lanzarote een poging ondernomen om zijn oom The Monk te liquideren. De aanslag mislukte echter. De actie in het Regency Hotel in Dublin wordt algemeen beschouwd als een vergeldingsactie van de Hutch-clan. Sindsdien zijn er over en weer slachtoffers gevallen, vooral behorende tot de Hutch-clan. Bij de bloedige vete tussen de twee groepen kwamen tot nu toe 18 mensen om het leven.

Mink Kok

De Ierse krant The Independent schreef eerder dat de Kinahans The Monk er al langer van verdachten te praten over rips die de Kinahans op hun geweten zouden hebben. Eén bron stelde dat de Nederlandse crimineel Mink Kok die in Libanon woont, door de Kinahans bedrogen zou zijn. De krant schreef dat Mink Kok al zaken deed met Christy Kinanhan (de vader van Daniel) vanaf de vroege jaren negentig. Kok’s zwagers, de broers Koleilat Dalbi, deden ook zaken met het Kinahan-kartel. Volgens de bron van The Independent probeerde Daniel Kinahan Kok en zijn drugsconnecties in Zuid-Amerika uit te schakelen. Hij deed dat volgens de bron door in augustus 2013 ‘Kok’s bagman‘ Frank Scharrenberg (“Pannekoek”) in Marbella te laten vermoorden. Volgens de bron wist Gerry Hutch van deze moord, en ook van andere moorden en was Daniel Kinahan bang dat hij dat door zou vertellen, bijvoorbeeld aan Mink Kok, en stond hij daarom The Monk naar het leven.

Fuengirola

Gerry Hutch werd opgepakt in Fuengirola, nadat hij langdurig door de Spaanse politie was geobserveerd. The Monk wisselde de laatste jaren voortdurend van woonplaats en zou ook regelmatig in Oost-Europa hebben verbleven.

Cocaïne met straatwaarde van 900 miljoen euro onderschept in Antwerpen

5 november 2030 Telegraaf

De Belgische douane en politie hebben dinsdag 11.5 ton zuivere cocaïne in de haven van Antwerpen in beslag genomen. De gigantische partij drugs zat in een lading uit Guyana verstopt tussen schroot en had als eindbestemming een bedrijf in Nederland. Volgens het OM is de waarde van de vondst circa 450 miljoen euro. De straatwaarde na versnijding zou het dubbele bedragen.

Cocaïne met straatwaarde van 900 miljoen euro onderschept in Antwerpen

De vondst werd gedaan tijdens onderzoek naar een criminele organisatie die zich bezighoudt met internationale drugshandel vanuit Zuid-Amerika naar België. De politie ontdekte dat er een grote partij coke in vijf zeecontainers naar België onderweg was. De partij kwam aan in Zeebrugge en werd vervolgens per binnenschip naar de haven van Antwerpen vervoerd.

Er zijn woensdag drie huiszoekingen gedaan in België en twee in het Nederlandse Landgraaf en Beek. Daarbij zijn twee verdachten in België en een in Nederland gearresteerd. Van de in Nederland opgepakte persoon is de overlevering gevraagd.

Op 1 oktober maakte het federale parket op een persconferentie bekend dat er een internationale, goed gestructureerde criminele organisatie was opgerold die op zeer regelmatige basis grote partijen coke vanuit Zuid-Amerika naar België wist te verschepen. Er bleken zowel banden te zijn met de bovenwereld zoals expeditiekantoren, opslagruimtes en transportfirma’s, als met andere criminele organisaties die ieder een onderdeel van de activiteiten op zich namen.

Er waren al 22 personen aangehouden, onder wie een ex-rijkswachter. Drie verdachten wachten nog op hun overlevering vanuit Nederland. Er was tot nu toe ook 3 miljoen euro in beslag genomen.

6 november 2020 In het Nieuws

Alle in Guyana onderschepte drugs komen namelijk vanuit Suriname. De Colombiaanse cocaïne duikboot met circa 3.000 kilo cocaïne is 20 meter lang die zeker 2.5 miljoen euro kost en volgens Spaanse media gebouwd zijn in Suriname’s buurland Guyan.

Na opgeven valse naam toch gestruikeld 29 maart 2017

Oude doos (#2): Staatsgeheime container TRIU462221-6 (COLUMN)

Onder de ogen van de bejaarde Belgische oud-politiechef Willy Van Mechelen, nu opnieuw verdacht van grootschalige drugshandel, verdween in 1996 zomaar 160 kilo cocaïne uit een container. Die raadselachtige container werd een Nederlands staatsgeheim.

Oude doos (#2): Staatsgeheime container TRIU462221-6 (COLUMN)

De zaak speelde speelde precies vanaf de periode dat de Belgische politie onderzoek deed naar drugssmokkel door Martin Swennen en Rijkswachter Willy Van Mechelen tot net na de moord op Martin Swennen, in 1996 op de Haarlemmerstraat in Amsterdam. In het boek Fred en de Wet is de zaak, onder meer aan de hand van het FIOD-dossier, gereconstrueerd.

200 kilo cocaïne

In januari 1995 speelde de criminele inlichtingendienst in Amsterdam aan de FIOD anonieme informatie door over een voorgenomen cocaïnesmokkel. Vanuit Colombia zou een container met cocaïne onderweg zijn naar Europa. Fred Teeven en de FIOD startten een onderzoek. Volgens de informatie zou de container zeker 200 kilo cocaïne bevatten. Na onderzoek bleek dat de bewuste container met nummer TRIU462221-6 via Amsterdam overzee naar Antwerpen zou gaan.

Gewapende FIOD-medewerker

In het FIOD-dossier staat beschreven hoe Teeven namens het Amsterdamse parket regelde dat er in Amsterdam een gewapende FIOD-medewerker aan boord ging. Ook regelde Teeven toestemming om in België een Nederlands observatieteam te mogen inzetten. De kapitein van het schip bevestigde later in een verhoor de aanwezigheid van die gewapende ambtenaar. Eenmaal in Antwerpen maakte die gewapende FIOD-medewerker direct dat hij weg kwam. Hij werd gezien door de kapitein van het schip toen hij buiten het haventerrein in een rode Opel Ascona stapte, die daar al stond te wachten.

Niet gestackt

De container werd gelost maar niet gestackt (gestapeld) tussen de andere containers. Hij kwam apart te staan in opdracht van Willy Van Mechelen van de Bijzondere Opsporingsbrigade (BOB). Op 7 februari ging de container in opdracht van de BOB van het haventerrein af. Hij kwam op de openbare weg te staan, op de Noorderlaan in Antwerpen.

De volgende dag ging de container weer terug het haventerrein op. Daar haalde een chauffeur van de criminele organisatie de container weg om hem naar Apeldoorn te brengen. Op het “interchange-formulier” vulde de chauffeur in dat er beschadiging aan het hang en sluitwerk was, en dat het zegel van de container was verbroken. In Apeldoorn deed de politie een avondlijke inval en de container werd in beslag genomen.

Er zat geen 200 kilo cocaïne in.

De Telegraaf

Op het marineterrein in Amsterdam-Kattenburg werd door de politie de gehele container ontleed en er bleek slechts 39,75 kilo aan boord te zijn.

Maar die ochtend stond in De Telegraaf al te lezen dat er 200 kilo cocaïne was gepakt. De krant had de primeur kennelijk de avond tevoren van iemand in het onderzoek ingefluisterd gekregen: ‘mega-drugsvondst in container’. De krant schreef dat een heel speciale ‘commandokamer’ van de FIOD de container vanuit België gewapend in de gaten gehouden tot aan de ‘gecontroleerde aflevering’. De vangst maakte deel uit van ‘de verbeten jacht’ van officier van justitie Fred Teeven op Johan V., alias de Hakkelaar.

Bijsturen

Het Amsterdamse parket probeerde na de onjuiste Telegraaf-publicatie berichten in andere media bij te sturen. Het Parool schreef in de middag eerst dat het Openbaar Ministerie in Amsterdam er ‘nog niet in geslaagd’ was ‘de exacte hoeveelheid cocaïne vast te stellen’. En het ANP schreef dat ‘al zeker zestig kilo ruwe cocaïne’ was gevonden (wat ‘ruwe’ cocaïne precies inhield stond er niet bij). Het Openbaar Ministerie had het ANP verzekerd dat de hoeveelheid genoeg was om ‘honderden kilo’s voor de verkoop uit te vervaardigen’. Het Algemeen Dagblad kwam weer bij de 200 kilo uit: de krant hield het erop dat er uit die zestig kilo ‘ongeveer 200 kilo’ kon worden gemaakt.

De vangst was en bleef 39,75 kilo cocaïne.

Wie tipte wie?

Tijdens de rechtszaak sprongen de advocaten bovenop het gedoe over de hoeveelheid cocaïne. Bovendien kwam uit documenten naar boven dat de container was verplaatst en opengemaakt. Er was dus hoogstwaarschijnlijk 160 kilo gepikt. De dief moet een tip hebben gehad dat er 160 kilo cocaïne op de Noorderlaan in Antwerpen klaarstond om geript te worden. Wie had getipt uit het onderzoek? En wie was de dief?

Zaaksofficier van justitie Fred Teeven kwam in het nauw. Hoe was het nu toch mogelijk dat hij het zicht op de container met cocaïne was kwijtgeraakt terwijl er een gewapende FIOD-man én een Nederlands observatieteam door hem waren ingezet. Teeven moest het antwoord schuldig blijven.

De kamer van de voorzitter

Het zat Teeven zodanig niet lekker dat hij overging tot één van de meer ongebruikelijke en curieuze manoeuvres in zijn loopbaan. In de periode de het proces gaande was stapte hij op 15 mei 1996 in het gerechtsgebouw aan de Parnassusweg in Amsterdam de kamer van de voorzitter van de rechtbank binnen. Hij overhandigde haar persoonlijk aanvullende processtukken.

Er had een criminele burgerinfiltrant in de zaak gewerkt, vertrouwde hij haar toe. Die man had de cocaïne eruit gehaald.

Dat was pijnlijk. Teeven was immers in de IRT-affaire juist degene geweest die – onder ede – bij hoog en bij laag had bezworen dat hij nooit criminele burgerinfiltranten inzette (hij pleegde overigens meineed bij Van Traa, zo staat uitgelegd in Fred en de Wet). Teeven zei het nooit zo uit de hand te hebben laten lopen als het IRT (Teeven gaf in 2014 geen commentaar op vragen die hem werden gesteld naar aanleiding van het boek Fred en de Wet, met verwijzing naar zijn geheimhoudingsplicht).

Het was ook pijnlijk omdat Teeven in deze zaak ook nog aan de voorzitter ter zitting plechtig had verklaard dat er helemaal geen sprake was geweest van de omstreden burgerinfiltrant.

Gejokt, dus wel.

Onde ede

De voorzitter vond het tijd om Teeven ter zitting onder ede te horen. Teeven zei bijna niks. Alleen dat de infiltrant een voortvluchtige verdachte in de zaak was.

De naam van deze verdachte lekte dezelfde dag nog uit: ene Evert Tweehuizen. Tweehuizen zegt terugkijkend dat Teeven zijn naam heeft rondgebazuind en hem in levensgevaar heeft gebracht:

Ik was de informant helemaal niet. Hij wilde mij gewoon op mijn dooie rug hebben.

Willy Van Mechelen

En politiechef Willy Van Mechelen dan? Onder zijn verantwoordelijkheid was de container op de openbare weg geplaatst. Had Van Mechelen de drugs eruit laten halen? Maar welke Nederlander had Van Mechelen dan ingeseind dat er cocaïne in de TRIU462221-6 zat?

De rechtszaak speelde kort na de moord op Martin Swennen in de Blauwe Druif, precies in de periode dat een onderzoeksrechter in Antwerpen Teeven dringend verzocht om Nederlandse informatie over Van Mechelen door te geven, die Teeven nooit gaf. Het Amsterdamse parket wilde de vraagstukken rond container TRIU462221-6, en Martin Swennen en Willy Van Mechelen niet oplossen. Waarom zocht officier van justitie Teeven deze zaken niet tot op de bodem uit om de resultaten van dit onderzoek in het kader van de waarheidsvinding aan een rechtbank of het gerechtshof te overleggen?

Waterdicht

Over container TRIU462221-6 gaven Antwerpse politiebronnen voor het boek Fred en de Wet helemaal niet thuis, terwijl ze anderszins wel spraakzaam waren.

Zo is ook dit verhaal, net als de moord op Swennen, in de oude doos terechtgekomen. Een bijzondere doos, want deze doos werd ook nog eens waterdicht gemaakt. De doos werd tot staatsgeheim gemaakt.

In het boek Fred en de Wet staat beschreven hoe er in de nasleep van de IRT-affaire een bijzondere doofpot werd gemaakt: een staatsgeheim dossier.

Team 2601

Direct na het onderzoek van de Rijksrecherche en de parlementaire enquete van Maarten van Traa ging in 1996 een bijzonder onderzoeksteam aan het werk. Dat team heette “2601” (naar het eerste onderzoek van het nieuwe 26ste (landelijke) politiekorps). De taak was zuiver gericht op het verzamelen van inlichtingen over ernstige corruptie in de IRT-affaire. Kern was na te gaan of (en hoe) corrupte ambtenaren samen met criminele infiltranten drugs hadden geïmporteerd.

Onderzoek 2601 liep parallel aan een tactisch onderzoek naar de strafbare feiten die zouden zijn begaan. Het team was geheim en klein: een paar politiemensen, wat rijksrechercheurs en enkele FIOD-ambtenaren. De leiding was in handen van een advocaat-generaal.

De inventarisatie die het team maakte heette in de wandelgang het “Hak-dossier”. Leden van het team kunnen nog steeds niet spreken over de inhoud van dit dossier omdat ze dan een ernstig misdrijf zouden begaan. Eén bron heeft wel bevestigd dat er in het Hak-dossier werd gekeken naar corruptie bij FIOD- en Douanepersoneel, en naar een aantal verdachte containers en schepen. In 1997 stierf team 2601 een zachte dood. Waarom is de vraag, ‘het werd gestopt van bovenaf’, zegt de bron.

Kern van het IRT-schandaal

Container TRIU462221-6 was één van de dossiers in het Hak-dossier. De kwestie was wie aan Van Mechelen de opdracht gaf om de container apart te zetten. En waar de cocaïne was gebleven.

Een ander dossier van team 2601 behandelde een bedrijf in Hilversum: Ranja bv. Dat bedrijf kwam ook voor in het onderzoek naar container TRIU462221-6. Ranja bv is door verschillende bronnen genoemd als een toenmalige criminele frontstore van de politie. Een van die (anonieme) bronnen staat in het boek Deals met criminelen van journalist Marian Husken. Een andere (criminele) bron merkt op dat dit bedrijf ‘altijd goed’ was als je ergens een partij ‘goedkope sigaretten’ wilde aanschaffen.

Kortom: container TRIU462221-6 moest, net als de kern van het IRT-schandaal, in de vergetelheid raken. In de IRT-affaire kneep het gehele justitiesysteem een oogje toe zodat de Tweede Kamer om de tuin werd geleid. De kern van het IRT-schandaal was dat ernstige ambtelijke corruptie