Onderzoek over extreemrechts: ‘Sommige activisten in staat tot een aanslag’

18 mei 2021 NOS

De overheid heeft te weinig ogen en oren in gemeenschappen rond extreemrechtse groepen. Dat zegt oud-journalist Nikki Sterkenburg, die woensdag promoveert op onderzoek naar rechts-extremisme in Nederland. “Tegen jihadisme werd iedereen in stelling gebracht en zat de overheid in de haarvaten van de moslimgemeenschap. Bij deze groep is dit nihil.”

Onderzoek over extreemrechts: ‘Sommige activisten in staat tot een aanslag’

Sterkenburg, inmiddels plaatsvervangend hoofd analyse bij de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), sprak voor haar proefschrift de afgelopen jaren met meer dan veertig radicaal- en extreemrechtse activisten.

Ze acht enkelen van de activisten die ze sprak in staat tot een aanslag. “Dan gaat het om mensen die geloven in een aanstaande burgeroorlog, die schietles nemen en wapens hebben.”

Nieuwsuur sprak ook met twee extreemrechtse activisten uit het onderzoek. Zij willen anoniem blijven, in dit artikel noemen we ze Mick en Roel. Mick noemt zichzelf patriottisch-rechts en maakte deel uit van organisaties als Voorpost, Demonstranten tegen Gemeenten en Proud Boys, dat in Canada wordt beschouwd als een terroristische organisatie. Hij verwacht in de nabije toekomst een gewapend conflict en is, net als Roel, bereid zelf de wapens op te pakken

De eerdergenoemde actiegroepen haken vaak aan bij lokale demonstraties. In het verleden waren dat meestal demonstraties tegen asielzoekerscentra. Nu mengen rechts-extremistische groepen zich onder anti-lockdowndemonstranten, zo schrijft de AIVD eind april in zijn jaarverslag. De groepen delen een sterk anti-overheidssentiment. Volgens de inlichtingendienst bereiken extreemrechtse ideeën een steeds groter publiek.

“We gaan ook naar grote demonstraties in Duitsland”, zegt Roel, die zichzelf “gematigd extreemrechts” noemt. “Die betogingen zijn leuker want het is hard tegen hard, het komt weleens tot knokken.”

Ik zal alles doen om mijn gezin en mijn denkbeelden te beschermen. Ook als daar geweld voor nodig is.

Roel, een van activisten die met Nieuwsuur sprak

Sterkenburg ziet dat het extreemrechts gedachtengoed steeds meer wordt omarmd, en wordt aangepast aan verschillende soorten publiek. Ze verdeelt mensen in verschillende groepen, om duidelijk te maken waarom zij zich aansluiten bij rechts-extremistische groeperingen.

Het gaat volgens haar om rechtvaardigheidszoekers die boos zijn op de overheid, spanningszoekers, mensen die op zoek zijn naar vriendschap en ideologische zoekers, zoals bij studiegenootschap Erkenbrand. Over die laatste groep zegt Sterkenburg: “Het is nieuw dat een jonge groep ideologische zoekers opduikt in Nederland. Dat ze rekruteren onder hoogopgeleiden hebben we niet eerder gezien.”

Aanslag moskee Enschede

Mick en Roel kennen de daders van de terroristische aanslag op een moskee in Enschede. Vijf mannen gooiden in 2016 molotovcocktails naar het gebouw, waar moslims in gebed waren. De schuldigen werden veroordeeld tot straffen van twee jaar en twee jaar en twee maanden.

Mick vindt die straffen overdreven en Roel keurt de daad niet af: “Ik was ook wel in staat om zoiets te doen, maar ik heb te veel verantwoordelijkheden.” De AIVD en de NCTV achten een terroristische aanslag uit rechts-extremistische hoek mogelijk.

Beide activisten die Nieuwsuur sprak, zeggen hun overtuigingen in hun omgeving uit te dragen: “Als je het niet te extreem brengt, is men het grotendeels wel met me eens”, aldus Roel.

Volgens Nikki Sterkenburg weten partners, familie en werkgevers van de extreemrechtse activisten die ze sprak veelal van hun denkbeelden, maar leidt dit niet tot problemen: “Als ze andere woorden gebruiken dan ras, zoals cultuur en beschaving, worden hun uitingen niet zo snel als extreemrechts herkend.”

Sterkenburg schreef ook het boek Maar dat mag je niet zeggen naar aanleiding van haar gesprekken. Dat is vanaf donderdag verkrijgbaar.

AIVD: voedingsbodem voor extremisme groeit, ook door corona

29 april 2021 NOS

Onder de Nederlanders die afgelopen jaar protesteerden tegen coronamaatregelen bevindt zich een kleine groep die intimidatie, bedreiging of geweld goedpraat of zelfs bereid is die middelen toe te passen. Zo kan een voedingsbodem ontstaan voor extremisme. Daarvoor waarschuwt de AIVD in zijn jaarverslag over 2020.

AIVD: voedingsbodem voor extremisme groeit, ook door corona

Het coronavirus werkt bij sommige Nederlanders als een katalysator voor anti-overheidsgevoelens. Wantrouwen en verzet tegen de overheid zijn breder en veelvormiger geworden. De AIVD ziet een verschil tussen ‘denkers’ en ‘doeners’. De denkers zijn doorgaans hoger opgeleid en verspreiden antidemocratische ideeën via publicaties of podcasts. De doeners voeren acties uit in de openbare ruimte.

Sommigen roepen aanhangers via sociale media op tot extremere acties, volgens de AIVD verpakt als ‘het opperen van ideeën’. Dat verlaagt de drempel voor intimidatie, bedreiging en geweld. Agenten, wetenschappers, GGD-medewerkers, journalisten en politici zijn daarvan het slachtoffer. Ze worden lastiggevallen, thuis opgezocht of hun privéadressen worden gepubliceerd. Ook zijn daadwerkelijk teststraten in brand gestoken of vernield.

Rechts-extremisme

Rechts-extremisten sluiten zich aan bij de straatprotesten: “Extremistische ideeën bereikten ook een groter publiek omdat rechts-extremisten voet aan de grond kregen bij anti-overheidsdemonstraties. Zo bestaan er inmiddels complottheorieën over corona die een variant zijn op de zogeheten omvolkingstheorie.”

Directeur-generaal van de AIVD Erik Akerboom ziet daar een gevaar in: “We zien een kleine groep individuen die geweld goedpraat of eraan meedoet. En dat in een cocktail met complottheorieën, dat zijn voedingsbodems die kunnen leiden tot extremisme.”

De AIVD is bezorgd dat rechts-extremisten verder radicaliseren. “Dat maakt dat terroristische aanslagen door rechts-extremisten in Nederland op dit moment mogelijk zijn.”

Jihadistisch terrorisme

Toch gaat de grootste dreiging voor de veiligheid in Nederland nog steeds uit van jihadisten, denkt de AIVD. De lockdown dempte weliswaar de jihadistische dreiging omdat jihadisten in binnen- en buitenland vaker thuis zaten en elkaar minder konden ontmoeten. Hun zichtbaarheid nam daardoor af.

Maar ook de inlichtingendiensten waren beperkt in wat ze fysiek konden: “Reisbeperkingen maakten in- en uitreizen een deel van het jaar moeilijker voor inlichtingenofficieren. Dat probeerden diensten te compenseren door vaker digitaal te spioneren”, zo meldt het jaarverslag.

“We hebben nog steeds een grote groep in Nederland met jihadistische ideeën, zo’n 600 mensen”, zegt Akerboom. “En nog zo’n 100 personen in het buitenland die druppelsgewijs terugkomen, dus die dreiging blijft actueel.”

Spionage

De AIVD waarschuwt opnieuw voor de gevaren van spionage door China, Rusland, Iran en Noord-Korea. Die landen proberen technologie en kennis te stelen en bedreigen zo de Nederlandse economische veiligheid en welvaart. “Een offensieve strategie”, aldus Akerboom.

De dienst kondigt aan dit jaar structureel onderzoek te doen naar de economische veiligheid van ons land en de komende jaren extra te investeren in effectief gebruik van technologie, data en medewerkers die daarmee aan de slag kunnen.