Volgt behandeling Moiwana na vonnis 8 decembermoorden?

23 december 2023 De Ware Tijd


André Ajintoena, voorzitter van Stichting Moiwana  86 is zeer ingenomen met het feit dat er eindelijk een vonnis is in de zaak van de 8 decembermoorden. Daarmee is volgens hem het geloof van de nabestaanden in de Surinaamse rechtsstaat enigszins hersteld. “Het heeft lang geduurd en bijna geloofden we niet meer dat het zou gebeuren, maar nu het is gekomen is er een klein beetje optimisme.”

Volgt behandeling Moiwana na vonnis 8 decembermoorden?

Ajintoena zegt er snel achteraan dat het gevoel van blijdschap nooit helemaal terug zal zijn bij de nabestaanden. “Want niets brengt onze vermoorde familieleden terug.” De nabestaanden van de Moiwana-moorden hebben tegen de staat Suriname een zaak aanhangig gemaakt bij het Inter-Amerikaans hof voor de rechten van de mens omdat Suriname het bloedbad dat zich in 1986 voordeed in Moiwana maar niet onderzocht.

Vonnis: Moorden minutieus gepland en uitgevoerd

21 december 2023 Starnieuws

De kamer van het Hof van Justitie bestond uit de rechters Dinesh Sewratan (midden), Anand Charan (links) en kolonel Dennis Kamperveen. Het vonnis heeft nu ‘kracht van gewijsde’. Er is geen beroep meer mogelijk in Suriname. (Foto’s: Ranu Abhelakh)

De kamer van het Hof van Justitie heeft het verweer van Irvin Kanhai, raadsman van ex-legerleider Desi Bouterse, verworpen. De hoogste rechtbank acht het onomstotelijk bewezen dat Bouterse en zijn medestanders een vooropgezet plan hadden beraamd om de 15 tegenstanders te doden. Alles is minutieus voorbereid. Bouterse besliste als bevelhebber en regeringsleider in december 1982 wat er moest gebeuren, ook al heeft hij de trekker niet persoonlijk overgehaald, is het oordeel. 

Vonnis: Moorden minutieus gepland en uitgevoerd

Een oorlogssituatie gericht tegen de leiding van het land of een op handen zijnde invasie, is uit het onderzoek niet gebleken, stelde het hof. De kamer bestond uit de rechters Dinesh Sewratan (voorzitter) en de leden Anand Charan en kolonel Dennis Kamperveen. Aangevoerd werd door de verdediging dat onder andere de Nederlandse militair Peter van Haperen ontlastende verklaringen heeft afgelegd, die niet zijn gebruikt door de Krijgsraad bij het wijzen van vonnis. Daarom is beroep aangetekend. Het hof voerde aan dat Van Haperen zelf heeft verklaard bij de rechter-commissaris dat hij niets weet over 7, 8 of 9 december 1982, omdat hij niet ter plekke aanwezig was. Hij heeft alles via de media vernomen. 
 
Ook heeft Henk Venoaks verklaard dat hem geen opdracht is gegeven om een vliegtuig in orde te maken om de slachtoffers naar het buitenland te vervoeren. Hij was de verbindingsman tussen de legerleiding en de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij. Bouterse had verklaard dat de gevangen genomen mannen gedeporteerd zouden worden. Het was niet de bedoeling om hen te vermoorden. Toen Venoaks verklaarde dat hij niks wist van het klaarmaken van een vliegtuig, zei Bouterse dat Paul Bhagwandas dat in orde moest maken.
 
De lege stoelen bestemd voor de vijf verdachten die besloten het vonnis niet zelf aan te horen.
Bouterse heeft ook verklaard dat hij een onderzoek had gelast, omdat hij niet geloofde dat de mannen op de vlucht waren doodgeschoten. Hij heeft dat wel aan de toenmalige regering meegedeeld en ook op de televisie verklaard op 10 december 1982, omdat het een officiële verklaring was van Bhagwandas die de leiding had in Fort Zeelandia bij afwezigheid van Bouterse. Volgens het hof houdt deze verklaring geen stand. De toenmalige procureur-generaal René Reeder heeft verklaard dat er geen dossier was en geen enkel onderzoek heeft plaatsgevonden. Hij heeft daartoe geen opdracht gegeven, omdat hij bang was voor zijn leven. Er was ook geen dossier in bewaring op het Parket, zoals tijdens het proces werd aangegeven.
 
Ook Ramon Abrahams, die commandant was van de Militaire Politie en in januari 1983 de dienst heeft verlaten, heeft verklaard bij proces-verbaal, dat hij niemand gevraagd heeft om een onderzoek in te stellen. Ook andere leden van de Militaire Politie hebben geen onderzoek ingesteld. Bouterse heeft formeel  op 4 september 2000 schriftelijk om een onderzoek gevraagd aan de toenmalige procureur-generaal Heloïse Rozenblad. Dat is 18 jaren na het gebeurde.
 
Het hof stelde over de verklaring van Bouterse dat hij slechts de politieke verantwoordelijkheid op zich neemt, dat die stelling voor de rechtbank niet op gaat. Ook mensen in hoge staatsrechtelijke functies zijn strafrechtelijk aansprakelijk, zeker als het om mensenrechtenschendingen gaat. Uit het bewijsmateriaal is niet gebleken dat de slachtoffers met hulp van het buitenland voornemens waren een coup te plegen. Als dit zelfs waar zou zijn, moest er een strafrechtelijk onderzoek volgen door het Openbaar Ministerie. 
 
Bouterse heeft nimmer oprecht spijt betuigd en geen teken van berouw getoond naar de nabestaanden toe. Het is volgens het hof belangrijk om normen te handhaven. Er was sprake van een geschokte maatschappelijke rechtsorde, waar bij grote delen van de samenleving vrees was en gevoelens van onveiligheid. Er is gewetenloos beslist over leven en dood. De lijst van personen die opgehaald moesten worden, was veel langer. Enkelen zijn niet thuis aangetroffen. Ook zijn de radiostations RadikaABC, drukkerij/krant De Vrije Stem en het gebouw van de Moederbond, in brand gestoken. De brandweer werd verhinderd deze te blussen. Het hof acht voorbedachte rade en kalm beraad bewezen. De moorden hebben op verschillende tijdstippen plaatsgevonden, waarbij er nog voldoende tijd was om zich te beraden, maar ook dat is niet gebeurd. 
 
Alles in overweging nemend stelde het hof dat de opgelegde straf door de Krijgsraad van 20 jaar gevangenisstraf onvoorwaardelijk, passend is. Deze straf werd bevestigd in hoger beroep. Het vonnis heeft nu ‘kracht van gewijsde’ gekregen, stelde het hof.  De medestanders van Bouterse, Ernst Gefferie, Stephanus Dendoe, Benny Brondenstein en Iwan Dijksteel, kregen 15 jaar onvoorwaardelijke cel opgelegd voor medeplegen van moord. Het hof achtte het niet nodig om onmiddellijke gevangenneming te gelasten. De uitvoering van het vonnis moet op basis van de wettelijke bepalingen plaatsvinden.

Oud-journalist AD maakte foto’s na bloedbad Moiwana: ‘Dít was bewijs dat daar gemoord werd’

29 november 2023 AD.nl

Oud-journalist AD maakte foto’s na bloedbad Moiwana: ‘Dít was bewijs dat daar gemoord werd’ © Marlies Wessels

Surinaamse leger richtte op 29 november 1986 een bloedbad aan bij een zuiveringsactie in het bosnegerdorp Moiwana.

Oud-journalist AD maakte foto’s na bloedbad Moiwana: ‘Dít was bewijs dat daar gemoord werd’

Ouderen, kinderen en zwangere vrouwen werden doodgeschoten. Pas afgelopen zomer startte justitie een onderzoek. Dit zijn getuigenissen van een overlevende, nabestaanden én de toenmalig AD-journalist die ter plekke was.

Bloedbad van Moiwana Wikipedia 29 november 2023

Het Bloedbad van Moiwana was een bloedbad dat op 29 november 1986 werd aangericht in het Oost-Surinaamse marrondorp Moiwana door het Nationaal Leger van Suriname.

Troepen van Bouterse waren geïnformeerd dat rebellenleider Ronnie Brunswijk zich in het dorpje bevond. Maar toen de militairen Brunswijk niet konden vinden en geen van de dorpelingen kon of wilde vertellen waar hij was, schoten de militairen ten minste 39 onschuldige dorpelingen, onder wie voornamelijk vrouwen en kinderen, dood. Ook werden veel huizen in het dorp (waaronder dat van Brunswijk) in brand gestoken.

Deze gebeurtenis markeert het dieptepunt van de Binnenlandse Oorlog in Suriname tussen het Nationale Leger onder leiding van Desi Bouterse en het Junglecommando onder leiding van Ronnie Brunswijk. Nog niet eerder waren zoveel onschuldige burgerslachtoffers in deze oorlog gevallen. Meteen na dit drama kwam een enorme vluchtelingenstroom op gang. De meeste mensen (ongeveer 5000) vluchtten naar het nabije Frans-Guyana, waar door de Franse autoriteiten diverse kampen voor hen werden ingericht. Men mocht echter niet werken of onderwijs volgen, met als gevolg dat een hele generatie schoolkinderen hun schooltijd heeft overgeslagen. Pas begin jaren 90 kwam een voorzichtige repatriëring op gang.

Op 15 augustus 2005 werd bekend dat het Inter-Amerikaans Hof voor de Mensenrechten de regering van Suriname heeft veroordeeld inzake de massamoord

Constitutioneel Hof: Amnestiewet 1989 ook in strijd met grondwet en mensenrechtenverdragen

3 augustus 2023 Waterkant

Het Constitutioneel Hof (CHof) heeft vandaag geoordeeld dat de wet van 19 augustus 1992, ook wel de Amnestiewet 1989, in strijd is met de grondwet en mensenrechtenverdragen. Suriname is gebonden aan internationale verdragen die geratificeerd zijn.

Constitutioneel Hof: Amnestiewet 1989 ook in strijd met grondwet en mensenrechtenverdragen

Het oordeel is vandaag in een openbare zitting van het CHof voorgehouden door voorzitter Gloria Stirling. Naar oordeel van het CHof is de Amnestiewet in strijd met de artikelen 8, 10, 14 en 131 lid 3 van de grondwet van Suriname.

Verder is deze wet ook in strijd met de artikelen 2 en 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR) en de artikelen 1, 8 en 25 van het Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens (AVRM).

Het CHof is breedvoerig ingegaan op het verzoek van advocaat Shanti Sheombar en heeft gebruik gemaakt van zowel nationale als internationale wetgeving.

Stirling merkte op dat de verlening van amnestie de mensenrechtenschendingen eventueel stopt voor de schuldigen, maar dat dit hierdoor in de toekomst juist een aanmoediging voor anderen zou kunnen zijn voor herhaling van deze schendingen.

4 augustus 2023 In het Nieuws

Het proces over de Decembermoorden werd opgeschort nadat in 2012 de omstreden Amnestiewet door het parlement werd aangenomen.

Chandrikapersad Santokhi benadrukt dat de Amnestiewet van 2012 getypeerd kan worden als inmenging in een lopende strafzaak wat volgens de grondwet van de Republiek Suriname verboden is.

De rechters van de krijgsraad vinden dat de Amnestiewet van tafel moet omdat de wet ingrijpt in een lopend proces.

Decembermoorden op 8 en 9 december 1982 werden vijftien prominente Surinamers gemarteld en gefusilleerd. Decembermoorden vonden plaats in Fort Zeelandia.

Desi Bouterse is de hoofdverdachte van de Decembermoorden.

Desi Bouterse was tijdens de Decembermoorden legerleider van het militaire regime in Suriname.

 

BREAKING: OM eist opnieuw 20 jaar tegen Bouterse en gevangenneming

31 januari 2023 De Ware Tijd

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft dinsdag in hoger beroep opnieuw 20 jaar gevangenisstraf geëist tegen ex-bevelhebber van het Nationaal Leger Desi Bouterse. Ook is zijn gevangenneming gevorderd.

BREAKING: OM eist opnieuw 20 jaar tegen Bouterse en gevangenneming

Hij hoorde opnieuw een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twintig jaar tegen zich eisen voor zijn vermoedelijke rol bij de standrechtelijk executie van vijftien weerloze mannen op 8 december 1982 in Fort Zeelandia. Bouterse was toen regeringsleider nadat hij op 25 februari 1980 een succesvolle militaire staatsgreep had gepleegd met vijftien onderofficieren van het leger.

Tegen de medeverdachten Ernst Gefferie, Iwan Dijksteel, Benny Brondenstein en Stephanus Dendoe zijn ook gevangenisstraffen van twintig jaar gevorderd. In november 2019 werden deze vier verdachten door de krijgsraad veroordeeld tot celstraffen van tien en vijftien jaar. Zij gingen in hoger beroep tegen hun veroordeling.

Regisseur van de moord

Bouterse wordt door het OM vanwege zijn hoge functie destijds als bevelhebber en regeringsleider die toen de ‘absolute’ macht had als hoofdverantwoordelijke voor de slachting aangemerkt. Tijdens de berechting door de krijgsraad zei de auditeur-militair dat Bouterse zich had opgesteld als God en besliste over leven en dood. Hoewel niet bewezen is dat de toenmalige legerleider zelf slachtoffers heeft doodgeschoten wordt hij als de hoofdverantwoordelijke aangemerkt.

Tijdens het proces gaf Bouterse aan dat hij op de momenten dat de mannen werden doodgeschoten niet in het fort aanwezig was. Hij was gaan slapen bij zijn buitenvrouw. De leiding van de manschappen die ter plekke waren, had hij in handen gelaten van toenmalig bataljonscommandant Paul Bhagwandas, nu wijlen. Verschillende getuigen hebben tijdens het proces aangegeven dat op momenten waarop sommige slachtoffers werden doodgeschoten Bouterse wél aanwezig was. Ook zouden de slachtoffers eerst bij een tribunaal, waar hij de leiding aan gaf, zijn voorgeleid voordat ze om het leven werden gebracht.

Bij zijn verhoor gaf Bouterse aan dat het nimmer de bedoeling was de mannen om het leven te brengen. Het plan was om hen uit het land te zetten. Er zouden door hem al instructies zijn gegeven om een vliegtuig gereed te maken om de arrestanten naar het buitenland te brengen. Volgens de ex-bevelhebber waren de mannen betrokken bij plannen om zijn regering met geweld omver te werpen. Zij zouden, aldus Bouterse, de bruggenhoofden in Suriname zijn van vreemde mogendheden die het niet eens waren met zijn beleid en de politieke koers die Suriname toen opging.

“Uiteindelijke uitspraak Decemberstrafproces moet worden uitgevoerd”

9 december 2021 Suriname Herald

De uiteindelijke uitspraak in het Decemberstrafproces, wanneer het vonnis onherroepelijk is geworden, moet onbevreesd ten uitvoer worden gelegd, zodat een eind wordt gemaakt aan de angst en vrees in onze maatschappij, laat Sunil Oemrawsingh van Stichting 8 December 1982, weten tijdens de bloemenhulde gisteren in Fort Zeelandia.

“Uiteindelijke uitspraak Decemberstrafproces moet worden uitgevoerd”

Hij geeft aan dat de nabestaanden bemoedigend zijn door het feit dat in Suriname zelf uiteindelijk voldoende moed, integriteit en daadkracht ten toon zijn gespreid om het strafproces aan te vangen, door te zetten en de schuldigen te veroordelen. Voor de nabestaanden, maar ook voor de samenleving als geheel, is het van onschatbare waarde dat aldus een groot onrecht is hersteld.

”Wij stellen met trots vast dat de Republiek Suriname heeft gehandeld met geweten tot heling van de onderdrukten”, zegt Oemrawsingh. Hij constateert dat Suriname aan de vooravond staat van een nieuw hoofdstuk in de voortdurende strijd voor gerechtigheid. Volgens hem moet het fundament blijven verstevigen door de jonge generaties te sterken met kennis van de feiten uit het verleden en met de kracht om met de lessen die daaruit kunnen worden getrokken de toekomst vorm te geven. Dit is broodnodig zegt Oemrawsingh om onwankelbare tegenstand te bieden tegen intimidatie en bruut geweld.

Hij geeft verder aan dat het moeizaam opgebouwde raamwerk van de rechtsstaat niet verbrijzeld mag worden. De Surinaamse rechtsstaat mag geen ruimte laten voor straffeloosheid. Er is geen andere optie dan de strijd voort te zetten en zij die schuldig zijn aan deze gruweldaden, de volle verantwoording daarvoor te laten dragen, meent hij.

Om nieuwe vertragingstactieken in hoger beroep te voorkomen, bieden de leerstukken van misbruik van procesrecht en berechting binnen een redelijke termijn het Hof van Justitie voldoende mogelijkheden om daar resoluut mee af te rekenen. Oemrawsingh roept het Hof op de teugels van deze leerstukken, in het belang van gerechtigheid, strak aan te halen om zo iedere verdere poging tot vertraging van de zijde van de verdachten in de kiem te smoren.

“Wanneer wij het hoofdstuk 8 december 1982 afsluiten zijn wij er nog niet als natie”, zegt Oemrawsingh. Er zijn nog de slachtingen van Moiwana in november 1986 en een jaar later, in Pokigron en langs de Tjongalangapasi, alsmede naar de vele pogingen de waarheid daarover toe te dekken, onder andere door politie-inspecteur Herman Gooding in koelen bloede te vermoorden en tal van andere mensenrechtenschendingen, gedurende de militaire dictatuur.

Een einde maken aan het tijdperk van straffeloosheid betekent volgens Oemrawsingh ook dat het Openbaar Ministerie serieuzer werk moet maken van het strafrechtelijk onderzoek naar de mensenrechtenschendingen. Het kan ook niet anders aangezien Suriname thans de mensenrechten weer omarmt en die het internationaal heeft onderschreven.

Krijgsraad: Bouterse heeft oneigenlijk gebruik gemaakt van zwijgrecht

17 september 2021 Dagblad de West

Het vonnis door de Krijgsraad gewezen op 30 augustus 2021 tegen hoofdverdachte Desi Bouterse in het 8 Decemberstrafproces, is nu openbaar op de website van het Hof van Justitie. In het vonnis volhardt de Krijgsraad bij de inhoud van de eerder door hem gegeven en uitgesproken beslissing d.d. 31 maart 2021 op de door Bouterse opgeworpen preliminaire verweren betreffende nietigheid van de dagvaarding, de bevoegdheid van de Krijgsraad en de niet-ontvankelijkheid van de auditeur-militair.

Krijgsraad: Bouterse heeft oneigenlijk gebruik gemaakt van zwijgrecht

Auditeur-militair

De Krijgsraad heeft kennisgenomen van het statement van Bouterse, de vordering van de auditeur-militair bij requisitoir en repliek, van hetgeen de raadsman van de hoofdverdachte naar voren heeft gebracht bij pleidooi en dupliek, en van het laatste woord van de Bouterse. De auditeur-militair heeft gepersisteerd bij al hetgeen in de verstekprocedure in het requisitoir en het repliek is gesteld, overwogen en gevorderd op basis van de door de auditeur-militair aangedragen bewijsmiddelen en overwegingen. De auditeur-militair heeft geconcludeerd, dat Bouterse en diens raadsman geen nieuwe gezichtspunten naar voren hebben gebracht die de vervolging nopen tot andere overwegingen met betrekking tot de bewezenverklaring, en gevorderd dat de Krijgsraad het bij verstek gewezen en uitgesproken vonnis d.d. 29 november 2019 bekrachtigt.

Raadsman

De raadsman van de hoofdverdachte in het 8 Decemberstrafproces, heeft evenals de auditeur-militair, gepersisteerd bij al hetgeen in het pleidooi en het dupliek in de verstekprocedure is aangevoerd, waarbij het verzoek is gedaan om alles als herhaald te willen aanmerken op grond waarvan hij vrijspraak dan wel ontslag van rechtsvervolging voor Bouterse vordert.

Aan dit vonnis is als bijlage III gehecht een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van het op 29 november 2019 door de Krijgsraad bij verstek gewezen en in het openbaar uitgesproken vonnis tegen Bouterse. De Krijgsraad is in het verstekvonnis – en zoals dat uit de inhoud ervan blijkt – breedvoerig ingegaan op de juridische standpunten van de auditeur-militair en de raadsman van Bouterse met betrekking tot de bewijsmiddelen c.q. de bewijswaardering. De Krijgsraad heeft op basis van de door hem gebezigde bewijsmiddelen in de verstekprocedure het aan de hoofdverdachte ten laste gelegde feit, te weten medeplegen van moord, wettig en overtuigend bewezen verklaard en heeft aan Bouterse een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twintig jaren opgelegd.

Verstekprocedure

De auditeur-militair en de raadsman van Bouterse hebben in de onderhavige verzetprocedure vanwege het blijven volharden in de standpunten die zij in de verstekprocedure hadden aangevoerd, de Krijgsraad geen nieuwe inzichten verschaft over de bewijsmiddelen die zijn gebezigd in het verstekvonnis. Voor wat betreft de door Bouterse in zijn statement van 30 november 2020 en zijn laatste woord op 30 juli 2021 gehuldigde juridische standpunten over de door de Krijgsraad gebezigde bewijsmiddelen in het door hem gewezen en uitgesproken verstekvonnis, benadrukt de Krijgsraad dat hij niet in de gelegenheid is geweest om deze ter terechtzitting te toetsen dan wel aan een nader onderzoek te onderwerpen. Dit, vanwege het uitdrukkelijk beroep van Bouterse op het gebruik maken van het aan hem toekomende zwijgrecht.

Zwijgrecht

De Krijgsraad wenst te benadrukken dat Bouterse de bevoegdheid toekomt om het rechtsmiddel van verzet aan te wenden, doch heeft hij naar het oordeel van de Krijgsraad met het zich daarna beroepen op zijn zwijgrecht, oneigenlijk gebruik van dit rechtsmiddel gemaakt. Dit, omdat Bouterse met het aanwenden van dit rechtsmiddel de indruk heeft doen wekken dat hij – in het kader van de waarheidsvinding – alle feitelijke en juridisch relevante zaken die hij vanwege zijn niet verschijning in de verstek procedure heeft kunnen aandragen, bij de behandeling van de strafzaak in verzet procedure aan de orde zou stellen.

Op grond van al hetgeen hiervoor is overwogen, heeft de Krijgsraad geen andere keus dan deze strafzaak zonder nader onderzoek af te doen op grond van de processtukken die zich in het strafdossier bevinden. Nu de Krijgsraad in het door haar op 29 november 2019 gewezen en uitgesproken verstekvonnis al breedvoerig en ampel is ingegaan op al de juridische standpunten van de auditeur-militair en de raadsman van Bouterse en bij de inhoud van het verstekvonnis blijft volharden, zal de Krijgsraad het bij verstek gewezen en uitgesproken vonnis, waarvan thans verzet, bekrachtigen.

Het vonnis kunt u in zijn geheel lezen op: https://rechtspraak.sr/sru-2021-1/

Bouterse zit als een rat in de val na nieuw vonnis

6 september 2021 Knipselkrant Curacao KKC

Oud-president Desi Bouterse woont de zitting van krijgsraad bij op 31 maart dit jaar in de Surinaamse hoofdstad Paramaribo. Foto Ranu Abhelakh / ANP

Na de nieuwste uitspraak van de Surinaamse krijgsraad sluit het rechtsstatelijke net zich om Bouterse, denkt . Maar de Surinaamse justitie is nog niet klaar met hem. Opnieuw heeft de krijgsraad de Surinaamse oud-president Desi Bouterse wegens het medeplegen van moord veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twintig jaar.

Bouterse zit als een rat in de val na nieuw vonnis

Dat is de maximumstraf voor moord. Dit vonnis, in een verzetprocedure gewezen, ligt in het verlengde van een eerder verstekvonnis van 29 november 2019. Toen werd eveneens twintig jaar opgelegd voor hetzelfde feit. Bouterse heeft nog de mogelijkheid binnen veertien dagen hoger beroep tegen dit laatste verzetvonnis in te stellen.

De zaak wordt dan in hoger beroep door het Hof van Justitie te Paramaribo behandeld. Evenals de krijgsraad bestaat dit hof uit drie rechters. Wie de uitvoerige bewijsmiddelen in het bekrachtigde verstekvonnis leest, ontkomt niet aan de indruk dat Bouterse ook in hoger beroep voor de bijl gaat. Het is de zoveelste juridische tegenslag die Bouterse moet incasseren.

Geen amnestie

Vrij recent, op 22 juli 2021, besliste immers het Constitutioneel Hof, dat de in 2012 gewijzigde Amnestiewet van 1989 in strijd is met een aantal artikelen over het recht op leven in de Surinaamse Grondwet en met een aantal artikelen uit het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten (IVBPR) en het Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens (AVRM). Het gevolg van deze uitspraak van het Constitutioneel Hof is dat Bouterse geen amnestie voor zijn misdaden in de wacht kan slepen.

De Surinaamse wetgever heeft inmiddels deze onverbindend geachte wet ingetrokken en wel met een grote stemmenmeerderheid van 32 stemmen voor en 12 tegen. Dat ruimt mooi op.

Zijn advocaat reageerde met van dik hout zaagt men planken. Want volgens hem neigt deze uitspraak naar „landverraad op vrij hoog niveau” en de uitspraak zou Suriname tot een ‘paria-staat’ hebben gemaakt.

Los van de tuchtrechtelijke vraag of een beschuldiging door een advocaat van landverraad door de beugel kan, betreft dat allemaal juridische kletskoek van het zuiverste water. Want dit Surinaamse Constitutioneel Hof heeft de lijn voortgezet van vele soortgelijke uitspraken in tal van Zuid-Amerikaanse landen, als Argentinië, Peru, Chili en Equador, die alle eensgezind het primaat van het recht op leven voorop stelden en de vloer aanveegden met amnestiebesluiten bij ernstige schendingen van mensenrechten. De Peruaanse ex-president Fujimori kan erover meepraten.

De krijgsraad heeft verder zijn overwegingen over het medeplegen van Bouterse herhaald. In het kader hiervan heeft de raad overwogen dat Bouterse een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de uitvoering van een draaiboek voor de moorden en dat hij degene was die het beleid bepaalde. Overeenkomstig dat draaiboek werden de slachtoffers, terwijl hij achter zijn bureau zat, voor hem geleid om hun naderende executie aan te horen. Het vermoorden werd onder betrokkenen eufemistisch „afwerken” genoemd.

Opmerkelijk is dat de krijgsraad geen bevel gevangenneming heeft gelast. De crux lijkt te zitten in het gevaar voor vlucht.

BOUTERSE HEEFT EEN WEZENLIJKE BIJDRAGE GELEVERD AAN DE UITVOERING VAN EEN DRAAIBOEK VOOR DE MOORDEN

Onbedoeld uiteraard, draagt het Nederlandse strafvonnis wegens drugshandel tot een 11-jarige gevangenisstraf gevolgd door een internationale signalering ertoe bij dat geen gevaar voor vlucht kan worden aangenomen. In zoverre zit Bouterse als een rat in de val. Een binnenlandse vlucht naar zijn junglevilla te ‘Brokobaka’ is ook nog mogelijk. Naar mag worden aangenomen zal dit stulpje evenals zijn woonhuis uitpuilen van wapentuig en dus aardig gefortificeerd zijn.

Het ging bij hem thuis om een respectabele hoeveelheid wapens, zoals drie Styer rifles, drie RPG’s (granaatwerpers), twee multi function heavy machine guns, 25 AK-47-geweren, een mitrailleur, vijf karabijnen, zes Taurus pistolen, een Browning pistool, honderd handgranaten, zestig RPG-raketten en nagenoeg 35.000 patronen. Deze hoeveelheid is een klemmende indicatie dat Bouterse ook niet van zins is de benen te nemen, maar veeleer gewapend verzet tegen een arrestatie nastreeft.

Omdat dit buitenverblijf algemeen bekend is, zou gezegd kunnen worden dat hierin geen gevaar voor vlucht gelegen is. Zo bezien fungeert dan ook het Nederlandse strafvonnis met bijbehorende signalering als een hinderpaal voor Surinaamse voorlopige hechtenis. Kennisneming van het uitvoerige en gedetailleerde strafvonnis maakt echter aannemelijk dat slechts sprake is van uitstel van executie.

Wrede bloedbaden

Langzaam maar zeker sluit het rechtsstatelijk net zich om Bouterse, wiens tijdperk onherroepelijk ten einde loopt. Daarmee is echter de Surinaamse justitie nog lang niet klaar met hem. De onverjaarbare wrede bloedbaden die hij in het binnenland te Moiwana (1986) en Pokigron (1987) heeft aangericht moeten immers alsnog vervolgd worden. Dit is ook in november 2018 door het Inter Amerikaanse Hof voor de Rechten van de Mens klip en klaar beslist. Bij deze bloedbaden werden in tegenstelling tot de 8-decembermoorden ook tientallen vrouwen en kinderen vermoord. Mannen moesten hun eigen graf graven.

Ook valt nog te noemen de laffe moord op de politie-inspecteur Herman Gooding (1990) die het politieonderzoek naar de executies in Moiwana leidde. Hij werd op straat niet ver van het beruchte Fort Zeelandia waar de Decembermoorden plaatsvonden doorzeefd met kogels.

Kortom, dit strafvonnis kan worden beschouwd als een opmaat naar verdere strafrechtelijke vervolging van Bouterse voor andere slachtingen. De rechtspraak van het Inter Amerikaanse Hof voor de Rechten van de Mens laat er immers geen twijfel over dat deze misdaden onderzocht en vervolgd moeten worden.

Mogelijk hintte president Santokhi in zijn toespraak op 28 augustus in het Surinaams parlement ter gelegenheid van de intrekking van de (gewijzigde) Amnestiewet hier op toen hij benadrukte dat zijn regering de ‘rule of law’ hoog in het vaandel had staan. Bedacht moet worden dat dankzij oud-president Ronald Venetiaan deze moorden nooit verjaren. Hij bekrachtigde namelijk een wet die met ingang van 17 november 2004 de oude verjaringstermijn voor moord (18 jaar) afschafte. De moorden in Moiwana en Pokigron waren toen nog net niet verjaard. Waarschijnlijk was deze presidentiële bekrachtiging van Venetiaan een van zijn meest gedenkwaardige heldendaden.

6 september 2021 In het Nieuws

Desi Bouterse werd in 2000 door het Haagse gerechtshof tot 11 jaar cel veroordeeld voor een drugstransport van 474 kilo coke. de 474 kilo coke van Desi Bouterse was verstopt in een zeiljacht en werd in 1997 onderschept in de haven van Stellendam in Zuid-Holland. Desi Bouterse wordt internationaal gezocht door Interpol voor smokkelen van 474 kilo coke naar Nederland.

30 juli 2021 Suriname Herald

In de wapendiefstalzaak zijn in de nacht van 29 juli op 30 juli vier verdachten aangehouden. Op 23 juni is er aangifte gedaan bij de militaire politie terzake diefstal van wapens en munitie uit de wapenkamer van ex-president Desi Bouterse.

Het betreft in deze diefstal van:
– drie styer rifles
– twee RPG’s
– twee multi-function heavy machine guns
– 25 AK-47 geweren
– een mitrailleur
– vijf karabijnen
– zes Taurus pistolen
– een Browning pistool

Bouterse liet voor regeringsoverdracht meer wapens thuis opslaan 21 augustus 2021

Desi Bouterse heeft tijdens zijn verhoor bij de Surinaamse politie verklaard dat er sedert 2010 wapens en munitie in zijn wapenkamer waren opgeslagen.

Voor de regeringswisseling in Suriname op 16 juli 2020 werden meer wapens en munitie in de wapenkamer van Desi Bouterse opgeslagen.

Joël Martinus kreeg ook een vuurwapenbadge plus Glock-pistool van DNV en wel op 10 juli 2020 kort vóór het aantreden van de regering Santokhi

Krijgsraad Suriname bevestigt veroordeling Bouterse: 20 jaar cel voor Decembermoorden

30 augustus 2021 NOS
 
Bouterse komt in juli aan bij de Krijgsraad ANP

De Surinaamse krijgsraad heeft voormalig president Desi Bouterse opnieuw veroordeeld tot 20 jaar cel voor zijn rol in de Decembermoorden. Bouterse was in verzet gegaan tegen de uitspraak van de krijgsraad uit 2019, maar die komt nu tot dezelfde conclusie als destijds. Volgens de krijgsraad zijn er geen nieuwe feiten boven tafel gekomen.

Krijgsraad Suriname bevestigt veroordeling Bouterse: 20 jaar cel voor Decembermoorden

De veroordeling van Bouterse is niet definitief. Er is nog beroep mogelijk tegen de uitspraak. Bouterses advocaat Irvin Kanhai heeft al aangekondigd dat hoger beroep te zullen aantekenen.

De verzetszaak werd behandeld door dezelfde rechters die Bouterse ook in eerste aanleg veroordeelden, maar de beroepszaak zal worden behandeld door het Hof van Justitie.

Net als bij de vorige uitspraak, toen hij nog president was, was Bouterse niet aanwezig. Hij had zich ditmaal ziek gemeld. De krijgsraad heeft geen gevangenneming van Bouterse bevolen, meldt de Surinaamse website Starnieuws.


Eigen verklaring doet Bouterse das om

30 november 2019 De Ware Tijd

Zijn eigen verklaringen tegenover de rechter-commissaris tijdens het gerechtelijk vooronderzoek (gvo) naar de Decembermoorden hebben de verdachte Desi Bouterse de das omgedaan. Zo verklaarde Desi Bouterse dat de toenmalige legerleiding met een ‘draaiboek’ had gewerkt om een couppoging tegen zijn bewind de kop in te drukken. Bouterse werd vrijdag bij verstek tot een gevangenisstraf van twintig jaar veroordeeld door de Krijgsraad. Hij heeft veertien dagen de gelegenheid om in verzet te gaan tegen de uitspraak.

Eigen verklaring doet Bouterse das om

Volgens de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat onder regie van Bouterse op 8 december 1982 zestien critici van zijn regering door militairen zijn opgehaald, naar Fort Zeelandia overgebracht, waar vijftien gearresteerden zijn doodgeschoten. Bouterse had tegen de afspraken met Roy Horb en Paul Bhagwandas in beslist dat vakbondsleider Fred Derby, die ook was opgepakt, gespaard zou worden.

De ex-bevelhebber is veroordeeld wegens “medeplegen van moord”. Uit geen enkele getuigenverklaring is naar voren gekomen dat Bouterse zelf iemand heeft doodgeschoten. Wel is komen vast te staan dat hij in het Fort Zeelandia aanwezig was toen de standrechtelijke executies werden uitgevoerd.

“Verdachte heeft samen met Horb en Bhagwandas opgetreden als drie-eenheid”, zei president van de Krijgsraad Cynthia Valstein-Montnor. Omdat hij de politieke macht niet wilde teruggeven aan een burgerregering zoals was beloofd na het plegen van de staatsgreep in februari 1980, werd besloten critici te elimineren, door ze te liquideren of te laten liquideren.

Volgens de rechtbank zijn de strafbare feiten niet in een opwelling begaan. Nadat de slachtoffers waren opgepakt en ook niet uit het fort konden vluchten hoefden zij niet om het leven gebracht te worden. “Verdachte was bij machte om het doden te voorkomen. Hij heeft zijn macht getoond door Derby weg te sturen”, stelde Valstein-Montnor. Ze voegde eraan toe dat Bouterse geen gevolg heeft gegeven aan de smeekbede van Derby om drie gevangenen te laten gaan die nog in leven waren toen hij werd heengezonden.

Ook had hij vanwege zijn macht na het bloedbad opdracht kunnen geven een justitieel onderzoek in te stellen. Dat heeft hij echter nagelaten. Daarnaast heeft de verdachte nimmer berouw getoond. In tegendeel verklaarde hij via zijn raadsman, dat als zij niet om het leven waren gebracht nog meer bloed zou hebben gevloeid. De Krijgsraad kwam tot de conclusie dat na kalm beraad en overleg werd besloten de arrestanten opzettelijk van het leven te beroven door schoten uit één of meer vuurwapens.

Het draaiboek was, zoals Bouterse bij de rc verklaarde, aldus de rechtbank, “zorgvuldig voorbereid”; bij de voorbereiding was men “niet over één nacht ijs gegaan”. Bouterse had ook verklaard dat hij als voorzitter van het Militair Gezag besprekingen heeft geleid waarvan inhoud en onderwerp slechts bij een beperkte groep personen bekend was. Zelfs de minister van Defensie werd niet op de hoogte gesteld.

Bij de rechter-commissaris (rc) had hij aangegeven dat op 8 december 1982 het draaiboek was afgewerkt, maar dat het niet de bedoeling was de latere slachtoffers om het leven te brengen. Zij zouden worden verbannen, maar het was niet duidelijk naar welk land. Bouterse vertelde de rc dat met geen enkele land officieel contact was gemaakt om hen op te vangen of asiel te verlenen.

De verdachte hield de rc indertijd ook voor dat er meer dan zestien mensen gearresteerd hadden moeten worden. “U moet weten dat er meer mensen op de lijst stonden. Zeven zijn niet gevonden”, citeerde krijgsraadpresident Valstein-Montnor uit het meer dan honderd pagina’s tellende vonnis.

Het verweer van de verdachte op grond van de aangepaste Amnestiewet van april 2012 werd door de Krijgsraad verworpen. Ook het verweer op grond van noodweer werd van de hand gewezen. Aangevoerd werd dat er geen sprake was van een ogenblikkelijke aanranding waartegen hij zich heeft verdedigd. De latere slachtoffers waren namelijk ongewapend, weerloos en konden ook niet vluchten van de plek waar ze gevangen werden gehouden.

Bouterse heeft met zijn handeling het recht op leven van de vijftien slachtoffers geschonden en daarom vindt de Krijgsraad een onvoorwaardelijke gevangenneming “passend en geboden”. De Krijgsraad was langer dan vier uur aan het woord om het bewijs tegen de verdachte te benoemen.

Er werd geciteerd uit tientallen getuigenverklaringen, het obductieverslag en het rapport over het forensisch onderzoek dat op de stoffelijke resten en de plaats delict is verricht. De strafeis van 20 jaar cel van auditeur-militair Roy Elgin werd overgenomen. De Krijgsraad in de burgerkamer bestond uit Valstein-Montnor en de kantonrechters Suzanna Chu en Rewita Chatterpal.